Technische uitdagingen voor Nick Vlaar uit Obdam tijdens race

Algemeen
Nick Vlaar in de achtervolging.
Nick Vlaar in de achtervolging. (Foto: Erik de Ruijter)

Nick Vlaar merkte het vrijdag 11 september gelijk al; de motor anders was dan voor de crash tijdens de IDM. Tijdens hele training van de vierde race van de ONK Supercup 1000 en zelfs de eerste kwalificatie lukte het niet de juiste ‘pace’ te vinden en de gebruikelijke tijden te rijden. 

“We hebben verschillende dingen getest om de oorzaak te vinden. Jammer genoeg lukte het ons niet tijdig het euvel te vinden. Voor de tweede kwalificatie minder focus op het vinden van de oorzaak en meer focus op het zoeken van een tijdelijke oplossing. Met een aanpassing in de geometrie en afstelling van de motor lukte het mij de tijd in de tweede kwalificatie iets te verbeteren. Ondanks lichte regen aan het begin van de sessie een tijd van 1.42,7, goed voor de zesde startpositie. Met deze tijd en startpositie was ik zeker niet tevreden, maar ik wist dat er vanaf de tweede startrij nog van alles mogelijk was. Met nog wat aanpassingen aan de afstelling van de motor voor de race gaven mij hoop op net een extra zetje in de rug. Met een goede start kon ik mijzelf naar een derde positie knokken. Helaas tijdens het eerste rondje de rode vlag door een valpartij in bocht een. Na een korte onderbreking een herstart en de start van een race over elf rondes in de oorspronkelijke startopstelling. Na weer zo’n goede start lukte het mijzelf te positioneren op de vierde positie. Na drie rondes de eerste drop, doordat ik te veel van mijn banden vergde. Hierdoor moest ik mijn vierde positie inleveren en verloor ik nog een plaats in ronde vier en vijf. In de race een snelste rondetijd gereden van 1.42,2. Wel weer een stapje sneller ten opzichte van de kwalificatie, maar niet het tempo wat ik kan en wil rijden. Rijdend op een zesde positie was het al snel duidelijk dat ik de jongens voor mij niet kon bijbenen en met een groeiend gat voor mij was er geen bedreiging met een voorsprong van 10 seconden op de rijders na mij. Positief is dat ik een mindere kwalificatie goed kan maken met weer twee hele goede starts. Maar heel jammer dat ik niet met de kopgroep mee kon komen om voor het podium te strijden.”

Nick bedankt zijn hele team voor hun inspanningen en is ervan overtuigd dat zij het probleem vinden voor de volgende race. Die vindt plaats op 3 oktober op het TT-circuit van Assen.