Tijdelijk geen vergunningen voor kamerverhuur en woningsplitsing

Algemeen
Met name in Westerwatering is woningsplitsing aan de orde van de dag. De vraag is of studentenwoningen naast gezinnen moeten komen, los van de waardedaling die dit kan opleveren voor eigen huis bezitters.
Met name in Westerwatering is woningsplitsing aan de orde van de dag. De vraag is of studentenwoningen naast gezinnen moeten komen, los van de waardedaling die dit kan opleveren voor eigen huis bezitters. Foto: Dirk Karten

ZAANSTAD - Goed nieuws voor bewoners van met name Westerwatering waar dit momenteel het geval is: vanaf 2 april geeft Zaanstad geen vergunningen meer af voor woningsplitsing en kamerverhuur. Deze maatregel geldt maximaal een jaar, totdat de gemeente beleid heeft ontwikkeld dat onderscheid maakt in (on)gewenste vormen van kamerverhuur en woningsplitsing. 

Wethouder Wessel Breunesse (Ruimtelijke Ontwikkeling): “Zaanstad krijgt steeds vaker aanvragen voor het splitsen van woningen en kamerverhuur, ook nu in de tijd van corona. De druk op de openbare ruimte wordt hiermee verhoogd en de kans op overlast neemt toe. Ook is er vaak sprake van minder binding met de buurt, zeker bij korte huurperiodes. Om dit soort gevolgen te voorkomen, is besloten om tijdelijk de aanvragen in heel Zaanstad een halt toe te roepen.”

Pakket aan regels in de maak

Om woningsplitsing en kamerverhuur te reguleren werkt de gemeente het komende jaar aan een paraplubestemmingsplan en een aanpassing in de Huisvestingsverordening.

Wethouder Songül Mutluer (Wonen): “Met verkamering dreigen schaarse, betaalbare woningen te verdwijnen. Kleine kamers worden tegen hoge prijzen verhuurd. Maar er zijn ook positieve vormen van kamerverhuur en woningsplitsing. Denk aan het creëren van woonruimte voor senioren en mantelzorgers of huisvesting van Zaanse jongeren via friendscontracten. Daarom werken we aan beleid dat onderscheid maakt tussen wenselijke en onwenselijke varianten. Het is mooi dat we in de tussentijd geen gehoor meer hoeven geven aan aanvragen waarop we als Zaanstad niet zitten te wachten.”