‘Op een gegeven moment beschouw je het park beetje van jezelf’

Nieuws
“Sommige mensen denken, dat is een leuk baantje. Maar ze hebben geen idee wat ik allemaal doe.”
“Sommige mensen denken, dat is een leuk baantje. Maar ze hebben geen idee wat ik allemaal doe.” (Foto: Charlotte Schaap)


WORMERVEER - “Alles wat hier staat heb ik zelf geplant”, zegt Peter Rijnja (66) – Parkwachter van het Wilhelminapark in Wormerveer. Na 35 jaar op het park te hebben gewoond en gewerkt, draagt hij zijn levenswerk over. “Sommige mensen denken, dat is een leuk baantje. Maar ze hebben geen idee wat ik allemaal doe”, zegt de parkwachter.

Door Charlotte Schaap

Tussen de drukte op de Zaanbocht en Wandelweg loop je er een oase van rust binnen. Zingende vogels, kwakende eenden en geritsel van bladeren vervagen het geruis van de autowegen. Vijfendertig jaar geleden zag Peter de advertentie voor parkwachter in de krant. Zijn interesse werd gewekt. “Ik ging kijken, liep het park binnen en dacht ‘dat is echt iets voor mij’. Als ik dit kan onderhouden lijkt mij dat fantastisch!” Peter wordt aangenomen door oud-bestuurder Johan.


Elke plek, boom of struik lijkt een eigen verhaal te hebben.

Wilhelmina-parkwachter Peter Rijnja draagt zijn levenswerk over

Bescheiden deelt hij zijn werkzaamheden. “In het voorjaar begin ik met bemesten, maaien, onkruid wieden, paden schoonhouden en hier en daar wat snoeiwerk verrichten. Ik doe eigenlijk alle werkzaamheden hier. Ook timmeren en schilderen.”

Elke plek, boom of struik lijkt een eigen verhaal te hebben. “Vroeger stond het hier vol struiken met witte besjes. Nu staan er 140 verschillende soorten bomen en planten. Die heb ik bijna allemaal zelf geplant”, zegt Peter. “Het gekke is, op een gegeven moment beschouw je het park een beetje van jezelf.”

‘Zuil Eik’ eert Johan

De parkwachter stopt bij een plek met meerdere bomen naast elkaar. “Hier worden mensen herdacht en geëerd.” Terwijl hij naar een ‘Zuil Eik’ wijst, vertelt hij: “Deze is ter nagedachtenis van oud-bestuurder Johan. Hij is acht jaar geleden plotseling overleden. Hij was een beetje mijn baas en echt een goede vriend.”

Als Peter langs de plek loopt, denkt hij nog even aan hem. Hij vervolgt: “Johan was een echte ‘boom-freak’ en net als de ‘Zuil Eik’ ook robuust. Een goed karakter, sterk en een mooie persoonlijkheid”, vertelt hij zichtbaar geraakt.


“Wat ik het meeste ga missen zijn de eenden”, vertelt Peter.

Wederzijdse liefde

Ook met de dieren heeft de parkwachter een goede band. En die liefde is wederzijds. “Wat ik het meeste ga missen zijn de eenden”, vertelt Peter. Tijdens voedertijd lopen ze richting het hek waar de parkwachter is. “De eenden komen mij altijd elke ochtend ophalen. Dan staan ze er met zijn allen en roepen me”, zegt hij vertederd.

Slapen met raam open

Parkwachter ben je dag en nacht, zeven dagen in de week. Zijn ambtswoning staat op het terrein. “Als er iets is in het park, weten mensen mij altijd te vinden. Ik slaap met het raam open. Dan hoor ik of er iets in het park gebeurt. Als het stormt, moet ik mijn bed uit.”

Hij vervolgt: “Vroeger klommen er weleens jongelui over het hek. Dan moest ik vragen of ze weg wilden gaan. Ik ben zelfs een keer in elkaar geslagen. Dat waren heftige tijden”, zegt Peter. Hij heeft een hond voor zijn veiligheid. “Als die begon te blaffen, dacht ik ‘het is weer zover’. Gelukkig is het nu al een hele tijd rustig.”

Baan met gouden randje

Peter is, ondanks de grote verantwoordelijkheid, altijd doorgegaan en prijst zich een rijk man met deze unieke plek. “Als ik met mijn handen in de grond zit, dat is gewoon zo lekker. En als alles er weer netjes uitziet, daar krijg ik een kick van. Het is niet te omschrijven”, zegt hij vol passie.

“Met iets wat ik leuk vind, ga ik gewoon door. Toen ik hier net begon, zei de vrouw van mijn voorganger: ‘Weet je wel dat je een baan krijgt met een gouden randje?’. En dat is echt waar! Ik heb dat altijd onthouden.”

Te gevaarlijk

“Maar er zijn dingen, die gaan gewoon echt niet meer. Op een gegeven moment moet je denken, dit moet je niet meer doen. Vorig jaar ben ik bijvoorbeeld een boom in geklommen, over de takken heen gelopen om te snoeien. Dat is iets wat ieder jaar terugkomt en dat wordt gewoon te gevaarlijk.”

Zwart gat

“Sinds oktober ben ik bezig met afscheid nemen. Je moet voorkomen dat je in een zwart gat valt. Ik ben langzaam dingen in het park aan het afstoten. Dan denk ik in mijzelf ‘dit is de laatste keer dat ik hier aan het werk ben, hier kom ik niet meer terug’.” Het raakt de parkwachter. Peter wijst naar een wat donkere plek in het park. Het staat in bloei. “Daar heb ik laatst afscheid van genomen, daar kom ik niet meer.”

Liefde voor het vak

Op 1 juli draagt hij het ‘stokje’ over. Er zijn inmiddels een aantal serieuze kandidaten. “Je moet wel genoeg ervaring hebben en liefde voor het vak. Sommige mensen denken ‘dat is een leuk baantje’, maar ze hebben geen idee!”, benadrukt hij.

“Ik heb moeten opschrijven wat ik allemaal doe. Ik kwam op drie kantjes vol!” Zelf zit Peter niet in de sollicitatiecommissie. “Dat wil ik niet. Stel dat ik iemand aanneem en het wordt niets. Dan zou ik mij heel erg schuldig voelen.”

Elke plek, boom of struik lijkt een eigen verhaal te hebben.
“Wat ik het meeste ga missen zijn de eenden”, vertelt Peter.