OBS De Toekomst - nu Jenaplan school - vierde 100 jaar Jenaplan

Nieuws
Leerlingen Ismail en Mira presenteerden, samen met alle groepen, over de pijlers van Jenaplan en hoe ze hier op school aan werken.
Leerlingen Ismail en Mira presenteerden, samen met alle groepen, over de pijlers van Jenaplan en hoe ze hier op school aan werken. (Foto: Michelle Smith)

NIEUW-WEST - Openbare basisschool De Toekomst - August Allebéplein 7 - is sinds 22 april officieel Jenaplan school, precies op de dag dat Jenaplan 100 jaar bestaat. Kinderen, ouders, onderwijsprofessionals en gasten werden op het schoolplein welkom geheten door directeur Wijs Marlie de Wijs-van Löben Sels. Edwin Solen, directeur van de Nederlandse Jenaplan Vereniging, overhandigde het officiële Jenaplan bord aan de school.

Alle kinderen zongen samen het nieuwe toekomstlied, dat ze samen met cultuurcoördinator Alisa Opari Luzi van Aslan hadden ingestudeerd. Leerlingen Ismail en Mira presenteerden, samen met alle groepen, over de pijlers van Jenaplan en hoe ze hier op school aan werken. Aansluitend werden er hapjes uitgedeeld, zelfgemaakt door de leerlingen van groepen 7 en 8. Eerder, op National Earth Day, hebben de leerlingen twee bomen geplant op het schoolplein.

In Nederland zijn er ongeveer 150 Jenaplanscholen. Jenaplan is een onderwijsvorm, waarin de ontwikkeling van het kind centraal staat. Op Jenaplanscholen werken kinderen in stamgroepen, waarbij verschillende leeftijden bij elkaar zitten. Het draait om persoonsvorming, waarbij kinderen hun unieke kwaliteiten ontdekken en verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leren.

Over Jenaplan

Tijdens de opening waren er verschillende activiteiten in de school, voor kinderen, professionals en ouders. Kinderen vertelden zelf over waarom de school Jenaplan is geworden en er werden Jenaplan bomen geplant in samenwerking met De Kaskantine.

Het kringgesprek, waar kinderen alles bespreken van wereldnieuws tot het rekenwerk waarmee ze dadelijk verder willen. De weeksluiting, waarin kinderen op het podium samen laten zien wat ze geleerd hebben. Je komt het op meer scholen tegen, maar het stamt uit het Jenaplanonderwijs. Precies honderd jaar geleden begon professor Peter Petersen de eerste Jenaplanschool.

Het was pal na Pasen in 1924 dat in het Duitse stadje Jena een heel nieuwe vorm van onderwijs het levenslicht zag. De lente brak aan, de natuur ontwaakte, en dat markeerde destijds de start van het nieuwe schooljaar. Nu, precies honderd jaar later, vieren zo’n 160 Nederlandse basisscholen en vijf middelbare scholen een eeuw Jenaplan. Eén persoon moet helemaal vrolijk door de straten van het universiteitsstadje gelopen hebben: de pedagoog Peter Petersen. Als leraar, schoolleider en onderzoeker had hij zijn sporen al verdiend en nu mocht hij als kersverse hoogleraar in Jena ook leidinggeven aan een oefenschool, waar hij zijn pedagogische ideeën in de praktijk kon brengen en de effectiviteit ervan kon onderzoeken. Zijn school was pas geslaagd, stelde hij, als minimaal voldaan werd aan de algemeen geldende leerdoelen. Maar zijn ambities reikten verder: het ging hem om de school als leef- en werkgemeenschap, een plek waar je leert samenleven.

Rolwisseling in de stamgroep

Petersen wilde het onderwijs anders organiseren dan gangbaar was. Hij hekelde vooral de jaarklas: een groep kinderen, allemaal even oud, die van jaar tot jaar bij elkaar bleven. Hij zag hoe kinderen die wat trager waren een schoolcarrière lang op hun tenen liepen, terwijl de snelste lezers, rekenaars of atleten altijd moesten wachten op de rest. In plaats daarvan introduceerde het Jenaplan de stamgroep: meerdere leeftijdsgroepen bij elkaar in een evenwichtige mix van jongste, middelste en oudste kinderen. Het wisselen van rollen geeft dynamiek: je komt het ene jaar binnen als een jongste, maar straks ben je een oudste met meer verantwoordelijkheid en de taak om nieuwe jongsten te helpen. En heb je een rekenknobbel, maar ben je minder goed in spelling, dan loop je met het aanbod van oudere kinderen mee bij rekenen en neem je wat meer de tijd bij schrijfopdrachten.

Het Jenaplanonderwijs steunt op vier basisactiviteiten: samen spreken, samen werken, samen spelen en samen vieren. Voor Peter Petersen waren dit de sociale activiteiten waarin mensen met elkaar samenleven. In onderwijs en opvoeding behoren die in een zeker ritme afwisselend aan de orde te komen. 

Het kringgesprek is misschien wel het bekendste element uit het Jenaplan: de groep komt samen en bespreekt er de planning van de dag, een krantenartikel, een nieuw project of een filosofisch thema. In de eindkring is er ruimte voor de evaluatie van wat er vandaag geleerd is, waar je nog moeite mee hebt, wat er fijn liep en hoe je morgen verder kan.

Leerlingen zingen samen het nieuwe Toekomstlied, dat ze samen met Aslan cultuurcoördinator Alisa Opari Luzi hebben gemaakt.