Zoekgebieden voor windenergie aangepast

Algemeen
De aangepaste zoekgebieden.
De aangepaste zoekgebieden. (Foto: gemeente Amsterdam)

Zoekgebieden voor windenergie aangepast

AMSTERDAM - Het college van B en W heeft de zoekgebieden voor windenergie aangepast. Het afgelopen jaar heeft de gemeente onderzoek gedaan naar de mogelijke plekken voor windmolens binnen de gemeentegrenzen. Op basis van dit onderzoek en gesprekken met bewoners zijn de zoekgebieden verkleind en geprioriteerd. De ambitie van de gemeenteraad om vóór 2030 50 megawatt extra aan windenergie op te wekken, blijft overeind. Dit betekent dat er binnen de gemeentegrenzen zo’n 17 windmolens bij moeten komen om die ambitie te halen.

De zoekgebieden zijn verkleind en er is een prioritering aangebracht. De gebieden op de kaart die een groene kleur hebben gekregen (het Havengebied, Noorder-IJplas/Cornelis Douwesterrein, ring A10 Noord, IJmeer bij Strandeiland/Buiteneiland IJburg, Sciencepark, Diemerscheg, de Waternet locatie bij Weesperkarspel en knooppunt Holendrecht) zijn de voorkeursgebieden. Daar wil de gemeente samen met initiatiefnemers starten met het maken van concrete plannen. Amstelscheg, Gaasperplas, Zeeburgereiland en IJburg baai zijn ‘rode gebieden’ op de kaart geworden. Dit betekent dat de gemeente pas naar deze gebieden gaat kijken als er in de groene gebieden niet genoeg elektriciteit kan worden opgewekt. Naar verwachting past ongeveer de helft van het aantal windmolens in het havengebied. De overige windmolens kunnen naar alle waarschijnlijkheid in gebieden die groen gekleurd zijn op de kaart geplaatst worden, ook als delen van deze gebieden in een volgende fase nog afvallen. Alleen als het niet lukt om in de groene gebieden de 50 MW op te wekken, komen eerst de ‘gele’ en dan ‘rode’ gebieden alsnog in beeld.

In februari 2020 maakte de gemeente bekend om zeven zoekgebieden aan te wijzen voor windenergie, als onderdeel van de concept Regionale Energie Strategie (RES) voor Amsterdam. Het afgelopen jaar is in deze gebieden nader onderzoek gedaan, wat heeft geleid tot de gewijzigde zoekgebieden. Het nadere onderzoek bestond uit een belangenafweging op vier aspecten: de hoeveelheid duurzame elektriciteit die kan worden opgewekt, het maatschappelijk en bestuurlijk draagvlak, ruimtelijke inpassing en de effecten op natuur en landschap, en de effecten op het elektriciteitssysteem. Bij de belangenafweging heeft de ambitie van de gemeenteraad om in 2030 minstens 50 megawatt extra windenergie te realiseren, een belangrijke rol gespeeld. Daarbij zijn de reacties van alle belanghebbenden, waaronder degenen met zorgen of die zich hebben uitgesproken tegen windturbines, en alle adviezen van de stadsdelen meewogen.

In de voorkeursgebieden wil de gemeente na de vaststelling van de RES 1.0 een lokaal participatieproces starten. In overleg met bewoners wil de gemeente voorkeurslocaties voor windmolens binnen de zoekgebieden bepalen. Daarna gaan initiatiefnemers met bewoners en belanghebbenden, onder regie van de gemeente, een participatieplan ontwikkelen waarin ook komt te staan hoe bewoners kunnen meeprofiteren van de opgewekte energie. De gemeente verleent alleen planologische medewerking aan het plaatsen van windmolens als de initiatiefnemers toezien op minstens 50% lokaal eigendom, en als er een door het college goedgekeurd participatieplan ligt dat is opgesteld in overleg met de omgeving. Bewoners kunnen meeprofiteren van de opgewekte elektriciteit door lid te worden van een windcoöperatie, via een omgevingsfonds of een omwonendenregeling.

De gemeente gaat in april per stadsdeel waarin zoekgebieden zijn aangewezen webinars over windenergie organiseren. Ook komt er een stadsbrede informatieavond over windenergie. Via www.amsterdam.nl/windenergie en andere communicatiekanalen van de gemeente worden bewoners geïnformeerd over deze bijeenkomsten.