Kapper Fatih was tijdens de aardbeving in Turkije

Algemeen
Kapper Fatih Gülali was ten tijde van de aardbevingen in Turkije en heeft een vreselijke periode achter de rug.
Kapper Fatih Gülali was ten tijde van de aardbevingen in Turkije en heeft een vreselijke periode achter de rug. (Foto: AGHeeremansPhotography)

DIJK EN WAARD - Turkse kapper Fatih Gülali runt zijn herenkapsalon in De Groene Trede 3 in Heerhugowaard bij het NS-station. September vorig jaar verhuisde hij naar dit nieuwe pand, nadat hij eerder in 2013 eigenaar werd van kapsalon Schouten aan de Stationsweg. Vele Dijk en Waarders gaan graag naar hem te knippen of scheren, uiteraard op de ouderwetse Turkse manier, met veel aandacht en gezelligheid. Ten tijde van de aardbevingen was Fatih toevallig in Turkije. En maakte daar een gigantisch drama mee.

Het is gezellig druk in de kapsalon, gastheer en kapper Fatih Gülali heeft echter een vreselijke periode achter de rug, waar hij nog steeds emotioneel van wordt. Toch wil hij graag zijn verhaal doen.

“Begin februari was ik in Turkije vanwege de begrafenis van mijn broer, die op 56 jarige leeftijd plots was overleden aan een hartstilstand. Voor hem, maar ook omdat ik al vijf jaar niet in mijn woonplaats Musabeyli was geweest, bleef ik nog een paar dagen extra. Ik wilde graag familie en kennissen bezoeken die ik al een tijd niet had gezien. Ik ben de jongste van negen kinderen en mijn zeven broers en een zus wonen allemaal daar in de buurt. Ik zie ze te weinig, het weerzien kende een verdrietige aanleiding maar gaf uiteindelijk ook veel warme familievreugde.”

De laatste dag verbleef Fatih bij zijn broer Isa in de stad Kilis, 50 kilometer richting Gaziantep. “Hij is daar engineer bij een grote fabriek  en woont in een overheidsgebouw op de zesde etage. Middenin de nacht, om precies te zijn om 04.17 uur, schudde mijn bed hevig. Ik sprong onmiddellijk uit bed en leek op een zeeschip in zwaar te zijn beland. Mijn broer was uit zijn bed gerold en lag eronder. Hij schreeuwde ‘Fatih! Fatih! We gaan dood! Dit is het einde!’ In de twee minuten die volgden, ze leken uren, zelfs dagen te duren, zag ik de jeugd van mijn kinderen in een soort van droom voorbij komen. Ineens stond alles weer stil. Tegelijk besefte ik dat mijn vrouw en drie kinderen veilig in Nederland waren.”

Daarna volgde buiten gegil, autoalarmen gingen massaal af er was heel veel hulpgeroep. “Alsof er een troep wolven om aandacht vroeg. Hemeltergend. Het ergste was het geluid van alle instortende gebouwen. Dat leek het meeste op een wastrommel die ronddraaide waarin alleen een schoen zat. Bonk, bonk, bonk... we voelden het dreunen. Mijn broer kwam in actie. Hij riep ‘wegwezen!!’ en wees mij de brandtrap. Hij zou volgen maar ging eerst twee oudere mensen redden uit de etage onder ons. Op de tast ging ik naar buiten, de stroom was uitgevallen en het was pikdonker. Eenmaal buiten zie ik mensen in paniek en ontredderd om zich heen kijken. Ze lijken in shock. Verderop zijn alle gebouwen veranderd tot hopen puin. Ik zie een dertigtal mensen dichtbij een half gebouw schuilen tegen de vrieskou en de wind. Sommigen hebben slechts hun pyjama aan en staan met hun blote voeten in de sneeuw. Toch zeg ik ze dat ze daar weg moeten. Ze lijken wel doof of willen niet luisteren. Ze gaan uiteindelijk toch als ik duidelijk heb gemaakt wat de gevolgen zijn als het alsnog instort.”

Fatih vertelt het alsof hij er weer staat. In zijn ogen is de wanhoop te zien. “Vijf minuten later tref ik mijn broer weer. Hij heeft de ouderen uit het gebouw meegekregen, ook al wilden ze aanvankelijk niet. We staan allemaal te rillen nu allemaal door een wonderlijke mix van kou, wanhoop en emotie.”

Ik slaap slecht, wetende dat familie en vrienden daar nu in slechte omstandigheden verkeren. 

De nachtelijke uren verstrijken en iedereen doet wat hij kan doen voor een ander. Bij het eerste daglicht wordt de ravage zichtbaar. Bijna alle gebouwen zijn ingestort. “Ik beweeg mij door duizenden mensen, de menigte heeft iets weg van een leeggelopen voetbalstadion. Maar iedereen heeft verloren. Ik heb geen bereik maar zie dat ik in een winkel wel elektronisch kan betalen. Ik koop wat flesjes water, zodat ze thuis aan de afrekening kunnen zien dat ik nog leef. Enige uren later is er weer bereik en vernemen we dat we een enorme aardbeving hebben overleefd van 7,8 kracht. Als ik naar huis bel zeg ik, met een klein leugentje om bestwil, dat er een kleine aardbeving is geweest. Ik wil mijn vrouw niet ongerust maken. Enkele minuten later weet ze meer dan ik door het nieuws uit Nederland.”

Aan het eind van de dag blijkt dat Fatih ter plaatse niet veel meer kan doen. Zijn broer en zijn zoons willen hem naar het vliegveld van Adana brengen aangezien het vliegveld van Gaziantep ook beschadigd was en alleen nog beschikbaar voor de hulpdiensten. “We rijden 400 kilometer naar Adana en onderweg zien we minstens zestig auto-ongelukken gebeuren door de beschadigde weg. We rijden tien uur lang door dorpen en steden waar niets meer overeind staat en waar mensen radeloos ronddolen. Ik zie verschrikkelijk veel menselijk leed. Net als het besef over de omvang lijkt in te dalen, schieten we in de auto van links naar rechts, wat gebeurt er? Even later blijkt dat we een tweede beving overleven. Juist door in de auto te zitten. We hebben heel veel geluk gehad.”

Via Adana en Istanbul en Schiphol komt Fatih dinsdagochtend weer thuis in Heerhugowaard. “Ik voel me veilig en schuldig tegelijk. Ik douche en ga zonder te kunnen eten naar bed. Ik slaap door tot de volgende ochtend. Woensdags ga ik meteen weer aan het werk. Het verdiende geld stort ik sindsdien zoveel mogelijk meteen door aan de familie in Turkije. Het is maar geld en het minste wat ik kan doen. Mijn familie krijgt momenteel geen salaris aangezien er niets meer werkt, maar het leven gaat wel door.”

Fatih heeft het heel moeilijk en leeft in twee werelden. Veilig thuis in Nederland met een hart vol verdriet over zijn familie en kennissen daar. Het is van zijn gezicht te lezen. “Ik slaap slecht, wordt soms zwetend wakker, wetende dat familie en vrienden daar nu in slechte omstandigheden verkeren. Ik bel ze elke dag.”

Tot slot wil Fatih nog iets aan de lezers kwijt. “Wij Turken hebben ons zeer regelmatig tegen het Westen afgezet. In woord en daad. En nu we zo ruimhartig geholpen worden, met alle donaties en acties in Nederland, schamen we ons daarvoor... Sorry en dankjewel!”

Op de vraag of wij iets voor hem kunnen doen zegt hij bescheiden: “Ik red het wel, ik leef mijn leven hier. Maar in Turkije staat het leven stil en zijn de gevolgen van de ramp nog niet te overzien. Stort op Giro 555 alstublieft.”

(door Marco Meeuwisse)