Kees ‘OJ Frère’ Broersen dichtte al meer dan 1300 gedichten

Nieuws
Al wandelend door het stadsbos dichtte Kees Broersen al meer dan 1300 gedichten
Al wandelend door het stadsbos dichtte Kees Broersen al meer dan 1300 gedichten (Foto: Willem Brand)

HAARLEM - Pieter Langendijk, Nicolaas en Dora Beets, Lodewijk van Deyssel, Frederik van Eeden, Harry Mulisch, Lennaert Nijgh en nog veel meer Haarlemse schrijvers hebben zich allemaal laten inspireren door de Haarlemmerhout. In dat rijtje hoort ook Kees Broersen. Al wandelend door het stadsbos dichtte hij al meer dan 1300 gedichten. “Het is allemaal wat uit de hand gelopen,” zegt hij.

Door Willem Brand

“Vandaag komt er geen gedicht,” zegt Kees lachend als hij samen met zijn trouwe viervoeter Ollie de verslaggever vlakbij bij Dreefzicht tegemoet loopt. Kees Broersen– na zijn pensioen met vrouw Hanneke tien jaar geleden vanuit Rotterdam naar Haarlem verhuisd– dicht al drie jaar lang elke dag een gedicht. Ja, ook Ollie komt regelmatig in een gedicht voor, zegt Kees als hij samen met de bosverslaggever aan een rondje begint. 

Inspiratie

Het begon min of meer als grap na een dichtersavond. “Ik dacht: dat kan ik beter. Een bundel ambieer ik niet. Maar als er een uitgever komt, zeg ik geen nee.” En al die gedichten zijn ontstaan als hij samen met zijn leuke Jack Russell door de Haarlemmerhout wandelt. Een ongelofelijk aantal dat nog steeds groeit. Soms duurt het even voor het idee er is, maar dan staat er meestal binnen een half uur een gedicht op papier, uh zijn mobiel. Dichten is voor Kees dus geen kwestie van transpiratie. Maar waar de inspiratie vandaan komt, Ollie mag het weten. Waar komen de woorden vandaan, vraagt hij zich hardop af? Hij geeft zelf het antwoord. “Ze komen uit het onderbewustzijn. Achteraf denk je: Verrek, wat staat daar nou.” 

Drs. P-regels

Hij houdt zich aan de Drs. P-regels, beschreven in zijn boek ‘Plezierdichten’. “Een belangrijke regel is bijvoorbeeld dat als je zinnen laat rijmen dat het ritme en rijm moeten kloppen. Ja, net als een liedje. Drs. P is zo puristisch dat hij de ‘d’ niet op ’t’ laat rijmen. Zo ver ga ik niet.” Van het grootste belang vindt Kees dat het taalkundig moet kloppen. Dat komt ook door zijn verleden, hij gaf 39 jaar economie en schreef ook lesboeken. “Dan staat de inhoud vast en gaat het vooral over de vorm. Je moet een verhaal context geven binnen het raamwerk van het vak. De taal moet correct zijn. Ooit schreef ik een gedicht over hoe de ‘d’ met de ‘t’ praat. Dat was een reactie op een dame die boos werd en zei dat het niet om de spelling ging maar om de emotie. Dan wordt de leraar in mij wakker. Spelling is net als grammatica gereedschap, een timmerman gaat toch ook niet met schroeven timmeren.”

Onbereikbaar

Door de dichtroutine is hij ook meer gedichten gaan lezen. “Ik gebruik de stijl van een dichter soms als vingeroefening,” zegt hij en laat zijn wandelgenoot het gedicht ‘Tranen’ lezen, geschreven in de trant van Jan Arends. “Ik hou van zijn stijl. Hij maakt nauwelijks zinnen en eindigt in de laatste strofe altijd met iets over hemzelf. Ik ben ook gek op Hanny Michaelis. Zij heeft een bundel geschreven waar het thema onbereikbare liefde is. Als je de achtergrond kent – zij was van 1948 tot 1958 de vrouw van Gerard Reve – spat dat eraf.” Interesse? Ga naar www.kees-broersen.nl.

Hij houdt zich aan de Drs. P-regels, beschreven in zijn boek ‘Plezierdichten’.