Ine Veen (83) verlangt naar anonimiteit: ‘Einde met gebreken komt wel in zicht’

Algemeen
Ine Veen: "Het einde met gebreken komt nu wel in zicht."
Ine Veen: "Het einde met gebreken komt nu wel in zicht." (Foto: Martin Mooij)

HEILOOËR IN BEELD

HEILOO - Regelmatig besteedt Nieuwsblad Heiloo aandacht aan bijzondere mensen uit het dorp. Deze week het relaas van Ine Veen. “Ik heb haar nog nooit eerder ontmoet, maar haar gehoorde levensverhaal intrigeerde mij.  Zij geeft doorgaans geen interviews meer en leeft liever in alle rust nu zij wat ouder is. Na vele jaren in de spotlights te hebben gestaan, verlangt zij op dit moment naar anonimiteit. Wat ben ik blij en voel ik mij vereerd, dat zij wel medewerking wil verlenen aan een artikel in deze krant.

Door Yvonne ten Bruggencate

Wat moeten we beslist van je weten, wie ben jij? 

“Mijn naam is Ine Veen. Het was herfst 1949 toen mijn gescheiden moeder Carolina Otte besloot om naar Heiloo te verhuizen. Ik was de jongste van vijf kinderen en wij woonden op Het Zevenhuizen 16. Ik was bezeten van het idee, dat ik ballerina zou worden en daar moest alles voor wijken. Over mijn jeugd en succesvolle loopbaan als internationaal danseres, fotomodel en actrice, schreef Jean Thomassen ‘Doek op voor een echte ster’, dat Telegraaf-journalist Henk van der Meijden in 2019 in Den Haag ten doop hield. Ik kon daar door mijn zwakke gezondheid niet bij aanwezig zijn. Ja, het is een feit, ik heb in vele balletten gedanst heb en was te zien in veel toneelstukken, tv-series en films. Maar het heeft goed beschouwd, zo terugkijkend, allemaal niets te betekenen. Wij mogen hier even rond hollen op dit ondermaanse, dat is alles. Midden jaren tachtig vond ik het genoeg, die glamourwereld. Ik wilde ook wel eens zoals iedereen ‘s avonds thuis zijn bij mijn katten; aangestoken door Jean ben ik ook gaan schilderen. Mijn eerste expositie in de gemeentelijke expositieruimte De Zevensprong zorgde voor een ongekende sensatie, want ik verkocht al mijn werk tijdens de opening, dat kwam mede door mijn aanwezigheid in een tv-programma de avond ervoor. Uit heel Nederland kwam men naar deze expositie om mijn schilderijen met bladgoud en halfedelstenen te bewonderen. Ik ben de organisator en bedenker geweest van de eerste grote kunstmarkten in Winkelhof Het Loo. Winkelier Jan Braam zorgde voor de kramen en vergunningen, Jean voor de contacten met kunstenaars en ik deed de administratie en publiciteit. In die eerste jaren stond het publiek vier rijen dik voor de kramen met kunst te dringen en een prominente winkelier uit het centrum beklaagde zich op de winkeliers vergadering erover dat het een schande was. Het was zo druk in het centrum door die mevrouw Veen, dat bezoekers zijn etalage niet meer konden zien. De tijden zijn wat dat betreft veranderd. Het publiek kwam toen uit de wijde omtrek en je kon letterlijk over de koppen lopen. Andere winkelcentra wilden ook graag dat ‘kunstcircus van Ine Veen’, met beroepskunstenaars en bekende schilderende BN’ers onder wie IJf Blokker, Tol Hanse, Coen Flinck, en Ciska Peters. Wij werden dan ook vaak  gevraagd in Purmerend, Alkmaar, Heerhugowaard, Halfweg, Hoorn en Leiderdorp om daar hetzelfde te doen. Ongemerkt zorgde ik voor een vast inkomen voor veel regionale kunstenaars die er jaren trouw aan meededen. Door Jean ben ik ook boeken gaan schrijven en na vijftien jaar gestopt met dat kunstgebeuren. Mijn eerste boek werd direct een bestseller ‘Moord namens de kroon’ over de moord op Pim Fortuyn. Het werd in een paar weken vier keer herdrukt. Mijn tweede boek ‘Alarm u wordt vergiftigd’, zal de wereld ten onder gaan aan gif en bedrog?’ lijkt tegenwoordig realiteit te zijn geworden. Men kent mij ook van twee surrealistische romans en de biografie over mijn vriend professor Bob Smalhout, de Telegraaf-columnist, die vlak voor de verschijning helaas stierf. In die periode werd mijn gezondheid slechter en ben ik na  acht boeken gestopt met schrijven.” 

Wat heeft jou het meeste gemaakt tot wie je bent? 

“Wat verlaat misschien, maar op mijn 50e hoorde ik stomverbaasd van een nichtje uit Amerika, dat Kees Veen natuurlijk niet mijn vader kon zijn. Het was alsof er een bom insloeg! Iedereen scheen dat te hebben geweten. Ik bleek een bewust gemaakt liefdeskindje uit een geheime relatie van twee dolverliefde, maar met anderen getrouwde, mensen. Van mijn onvergetelijke  moeder erfde ik mijn liefde voor dieren en haar schoonheid, van mijn biologische vader Gerard van Hulst (1909-1990) het artistieke. Hij was componist, dirigent, schrijver, schilder en eigenaar van het museum van Oosterwolde. Drie jaar mocht ik van zijn gezelschap genieten voor hij in 1990 aan kanker in mijn armen stierf in een ziekenhuis in Breda.” 

Waar ben je heel erg trots op? 

“Ooit werden wij gevraagd door het grootste ochtendblad van Nederland om Carroll Righter te ontmoeten in het Memphis Hotel. Hij was de beroemdste Amerikaanse astroloog, die werd geraadpleegd door Liz Taylor en ex-president Ronald Reagan. Deze befaamde waarzegger meende, dat er succes uitstraalde over mijn toen nog prille relatie met die absurde Haagse kunstschilder. Hij heeft gelijk gekregen. Trots is hier een verkeerd woord. Ik gebruik liever dankbaar. Ik ben dankbaar, dat ik Jean Thomassen in mijn leven binnenhaalde. Wij zijn 48 jaar verloofd en nu ik ziek en afhankelijk ben, is hij mijn rots in de branding die mijn fulltime mantelzorger is en continu voor mij klaarstaat. Wij hadden een fantastisch leven, maar het einde met gebreken komt nu wel echt in zicht.”  

Wat zou je super graag nog eens over doen? 

“Mijn jaren in Duitsland bij het toneel en ballet, vanwege mijn kater Teddybeer. Ik sleepte dat dier overal mee naar toe, maar eerlijk gezegd was ik alleen maar met mijn werk bezig en ik heb hem vast te kort gedaan wat betreft aandacht en knuffelen. Ik heb dat later ingehaald, want ik heb in mijn leven wel 30 katten gehad. Van een groot deel staan de botjes en schedeltjes in een vitrine bij mijn bed, zo zijn ze nog een beetje bij mij. Recent stierf onze lievelingskater, waar we veel verdriet van hebben. Hij heeft nu een tijdelijk  graf in de voortuin. Ik deed decennia lang ook de wintervoedering van de watervogels in en om Heiloo, maar dat lukt helaas niet meer. Ik heb er nog een boek over geschreven: Dierendrama’s en ik hoop dat anderen mensen nu in de winter de vogels van eten zullen voorzien.” 

Wat zijn jouw wensen voor de nog resterende toekomst? 

“Ik ben bijna 84 en men heeft kunnen lezen dat ik ziek ben en aan ‘algehele malaise‘ leidt. In gewoon Nederlands is dat: ik ben compleet versleten, want het zware ballet leven en decennia lang na de toneelvoorstelling na middernacht thuiskomen heeft wel zijn tol geëist. Je heb dan geen privéleven meer en een verkeerd slaapritme. Ik breng nu een groot deel van de dag in bed door en afgezien van de thuishulp en de huisarts komt hier niemand en de telefoon neem ik nooit op. Ik heb veel pijn in mijn onderrug, slokdarmklachten en andere ongemakken. Ik word vergeetachtig en heb zoveel gezichten in mijn leven gezien, dat ik ook mensen die ik spontaan zou zien niet meer direct kan thuisbrengen. Dat zal wel bij de leeftijd horen. Ik heb geen tv en leef eenvoudig. Soms kijk ik naar mijn twee schattige buurmeisjes Nine en Ella in de leeftijd van vijf en zeven jaar die bellen blazen op straat of op een stepje voorbij zoemen, zich niet bewust van wat hen nog allemaal te wachten staat. Ik heb mijn tijd gehad en had een druk en sprookjesachtig leven. Hopelijk word ik net zo oud als mijn oom Dr. Johan van Hulst (1911 - 2018, Ytb), die op 107-jarige leeftijd stierf. Premier Netanyahu van Israël wilde hem met alle geweld ontmoeten, toen hij een paar jaar geleden in ons land was. De dood van oom Johan was wereldwijd voorpaginanieuws, want hij redde in de oorlog honderden Joodse kinderen uit de crèche van de Hollandse Schouwburg. Hij werd zijn leven lang gekweld door de herinnering aan de kinderen die hij niet had kunnen redden. Hij was een bekend hoogleraar, politicus en vermaard schaker. Bijna 100 jaar oud won hij nog een schaaktoernooi Hij stierf in zijn slaap. Hij kwam mij wel eens bezoeken, met de taxi vanuit Amsterdam. Ik ben gelukkig een echte Van Hulst en moet dus nog wel een paar jaar meekunnen.”

Welke boodschap zou je de mensen om je heen willen meegeven? 

“Het leven is eigenlijk heel kort. Wees lief voor elkaar, maar vooral voor alle dieren. Soms zie ik vanuit mijn raam mensen een hond voorbij sleuren die graag even wil snuffelen aan een struik of boom. Ze staan dan te rukken aan die riem, want ze hebben haast, turend in hun mobiele telefoon en die hond in hoge nood schijnt ze geen bal te interesseren. Ik vind het prettig de vogels in mijn voortuin te voeren en geniet van hun aanwezigheid. Ze zijn mijn trouwe publiek geworden.” 

Ben ik nog iets vergeten te vragen wat je wilde vertellen? 

“Ik verlang na dit gesprek naar anonimiteit en rust. Ik zit op bijgaande foto voor het klokkenstel van Pim Fortuyn. Ik had een grote Fortuyn verzameling die ik aan de partij van Joost Eerdmans heb geschonken. Bijgaande foto is uit 2011 toen het nog wat beter met mijn gezondheid ging. Zo moet men zich mij maar herinneren. Omdat deze krant in Heiloo verschijnt en Jean erop aandrong, heb ik bij hoge uitzondering mijn medewerking verleend en vanuit mijn bed gedicteerd wat er geschreven moest worden. Oud worden wil iedereen, maar oud zijn is niet altijd leuk. Ik hoop dat Jean er nog lange tijd mag zijn om voor mij te zorgen, maar ook dat is onzeker. Recentelijk had hij zijn eerste Tia en dat zet je wel aan het denken…”