Opening restaurant aan Wip laat nog even op zich wachten

Algemeen
Afbeelding
(Foto: pixabay)

De horecaondernemer die aan de Wip een restaurant wil beginnen, zal nog even geduld moeten hebben. Dat valt op te maken uit het antwoord dat wethouder Sjoerd Kuiper (PvdA) gaf op vragen van Jesse de Jong (D66), afgelopen dinsdagavond gesteld in het Actualiteitenhalfuur in de gemeenteraad, over het proces van vergunningverlening rondom dit initiatief.

Chrit Wilshaus

Volgens De Jong zou de gemeente er alles aan moeten doen om Maassluis, en dan vooral de binnenstad, te laten bruisen. De ondernemer om wie het gaat had het liefst al begin deze maand zijn deuren willen openen, aldus de D66-fractievoorzitter, die vervolgens drie vragen had voor wethouder Kuiper. Ten eerste wilde hij weten wanneer de ondernemer een besluit van de gemeente mag verwachten en zijn zaak kan openen? Ten tweede of het gebruikelijk is dat aanvragers altijd zo lang moeten wachten voordat de gemeente een besluit neemt? En ten derde hoe het college ondernemers tegemoetkomt die zich melden met een plan om Maasluis meer te laten bruisen?

Duidelijk gemaakt

Om met dat laatste te beginnen, benadrukte wethouder Kuiper dat ook het college dat graag wil om daarna te schetsen wat er is gebeurd sinds de initiatiefnemer begin maart contact opnam met de gemeente over de mogelijkheid van het verkrijgen van een vergunning. Volgens de portefeuillehouder is toen aangegeven dat de aanvraag niet past binnen het huidige geldende bestemmingsplan Binnenstad omdat het om een zogenaamde horeca categorie 2 in plaats van 1 gaat en dat voor de lunchroom die daarvoor op deze locatie was gevestigd een uitzondering was gemaakt. De vergunning zelf werd volgens Kuiper op 28 maart ingediend. Behalve dat toen werd aangegeven dat de aanvraag niet gehonoreerd kon worden, is de aanvrager toen ook duidelijk gemaakt dat er eerst een proces voor een omgevingsvergunning zou moeten worden doorlopen voordat een exploitatievergunning zou kunnen worden verleend. “Dit omdat afgeweken moest worden van het bestemmingsplan”, aldus het collegelid. Het verzoek om een dergelijke procedure te starten, vertelde Kuiper, werd op 25 april door de initiatiefnemer gedaan. “De reguliere proceduretijd daarvoor is acht weken. Daarvan zijn er nu ongeveer vier voorbij. Vervolgens is de aanvraag getoetst aan het bestemmingsplan Binnenstad en de nota Horecabeleid en hebben we moeten concluderen dat het niet passend is.” Volgens wethouder Kuiper is het college van plan het verzoek alsnog in te willigen maar moet dat nog wel netjes op papier worden gezet. “We hopen hem dat binnen een tot twee weken duidelijk te kunnen maken en het op een positieve manier te kunnen bevestigen met vermelding van de nodige randvoorwaarden. Ik denk dat het daarmee wel is beantwoord”, besloot Kuiper zijn antwoord aan De Jong. “En zeer diplomatiek”, concludeerde burgemeester Edo Haan.

Balans

Na het antwoord van de portefeuillehouder wilde De Jong nog weten waarom de gemeente er niet voor had gekozen de uitbater zijn zaak alvast te laten openen “maar dan een kleinere horecaexploitatie toe te staan.” Kuiper maakte klip en klaar duidelijk dat zulks niet had gekund. “Als gemeente en als gemeentebestuur moeten wij ons gewoon aan wet- en regelgeving houden; we kunnen dan natuurlijk niet zeggen: dan doe je alvast maar even iets anders. Wij moeten ons baseren op de aanvraag die er ligt en die moet op zijn merites worden beoordeeld. Zo eenvoudig is het.” Bovendien gaf Kuiper aan dat de gemeente een juiste balans probeert te vinden tussen enerzijds een bruisende binnenstad en anderzijds de belangen van omwonenden en detailhandel. “Aan die balans moeten we volgens mij recht doen.”