Column Marcel van Stigt: Tikken in de tuin

Column
Afbeelding
(Foto: Rodi Media/MvS)

Het was een mooi moment. Ik werd zelfs een beetje warm van binnen. En zeker van buiten, want... de zon scheen! Zomaar! Het gebeurde afgelopen maandagochtend en ik was er niet op voorbereid. Ik was automatisch uitgegaan van druilerige buien. De hele dag binnen zitten. Het mag dan lente zijn, maar wat zegt dat? Des te leuker dat het heel anders uitpakte. 

Ik zat thuis te werken aan de eetkamertafel en ineens scheen er een zonnestraaltje op het scherm van mijn laptop. Hé, dacht ik, wat was dat toch ook alweer? Ach ja, de zon! Dat stralende hemellichaam dat voor zoveel warmt en vrolijkheid zorgt. Tijdje niet meer gezien.

Zoals ik tegenwoordig in de winter nog wel eens denk aan vroeger. Dat witte, koude spul op de grond, kom, hoe heet dat ook alweer? O ja! Sneeuw!  

Ik keek naar buiten en verdomd, het leek wel lente! De zon prominent aan de hemel, een blauwe hemel, slechts enkele witte wolkjes die voorbij dreven en mij even in de schaduw zetten. Nou vooruit, je kunt niet alles hebben. 

Een erg grote zonaanbidder ben ik ook weer niet, hoor. Mij zul je niet op het strand tegenkomen, urenlang bakkend en bradend op mijn rug. Alleen al vanwege die enorme file richting Zandvoort, Bakkum of Bergen aan Zee laat ik dat. Nee, zeg! Zonde van mijn tijd en van mijn doorgaans zonnige humeur.  

Bovendien ben ik niet in staat om urenlang in één houding te blijven liggen. In bed lukt me dat al amper, soms lig ik de gehele nacht te draaikonten met daarbij het risico dat ik mijn vriendin op een knietje in haar rug trakteer, en in het rulle zand evenmin. 

Eerdere pogingen zijn op niets uitgelopen. Toen kleedde ik me na anderhalf uur zachtjes zuchtend óf juist heel demonstratief, met hoekige gebaren en een hoop gevloek, weer aan en ging terug naar huis. 

Ik heb het nog weleens geprobeerd met een boek. Lezen is een grote passie van me - ik verslind boeken zoals een komodovaraan dat met hagedissen doet - maar er was geen beginnen aan. Liggend op mijn rug met een spannende roman van Stephen King een decimeter voor mijn neus schoot de kramp tijdens hoofdstuk 2 al in mijn bovenarmen.

Draaide ik op me op mijn zij, dan protesteerden mijn nek en schouder. 

Op mijn buik dan maar? Kansloos. Mijn ellenbogen gleden aan weerskanten weg in het zand totdat ik letterlijk met mijn neus in mijn boek zat.  

Sowieso vind ik het nogal saai, zo’n dag domweg liggen op het strand. En dan zou je kunnen zeggen: lulhannes, ga dan zwemmen! Maar nee. Te koud, dat zeewater. Ja, sorry, hoor. De jaren van zwakte en slapte zijn aangebroken. 

Er zijn gelukkig ook dingen die ik wel graag in de zon doe en die ik erg goed beheers, al zeg ik het zelf. Ik kan úrenlang wandelen met de zon brandend in mijn rug en op mijn hoofd, zij het met een petje op. 

Of op een terras zitten. Geen enkele moeite mee. 

En tikken in de tuin. Dat vooral. Mijn laptop op de tuintafel zetten, kabel met verlengsnoer aansluiten en verhalen maken. Zoals deze column. 

Mijn eerste bijdrage buiten. Ook een mooi moment.