Column Sterkliniek - Inbraak

Column
Lodewijk Kamps.
Lodewijk Kamps. Foto: Corine Zijerveld

door Lodewijk Kamps

We zijn al twee maanden heel intensief bezig een achtjarige kat met een chronisch oogprobleem zo goed mogelijk te laten genezen. De traanproductie in één oog is helemaal stil komen te liggen en dat heeft geresulteerd in een diepe hoornvliesbeschadiging over het gehele oog. Wat in relatief korte tijd kan ontstaan, kost helaas vaak veel moeite om weer totaal te laten verdwijnen.

In het begin zagen we de kat Pepper wel drie keer per week en nu is dat nog altijd eenmaal per week; we zijn de eigenaren dus ook goed gaan kennen. In de hele behandelperiode is wel duidelijk geworden hoeveel Pepper voor de eigenaren betekent. Met een ongeëvenaarde therapietrouw wordt Pepper twaalf tot zestien keer per dag in zijn ogen gedruppeld en gezalfd. Tot nu toe heeft dat geresulteerd in een enorm verbeterd en opgehelderd oog, waarop echter nog enkele witte littekenplakkaten zitten. Die hebben we een week geleden onder een roesje geprobeerd eraf te curetteren.

Na deze pijnlijke behandeling hebben we het derde ooglid over de oogbol heen gehecht om het hoornvlies te beschermen. Pepper krijgt een kraag om en mag zeker niet naar buiten. Deze week hebben we een afspraak om de hechtingen eruit te halen. Ze kunnen echter niet van huis weg, omdat er is ingebroken en de technische recherche bezig is met een onderzoek. We spreken af Pepper wel even in Nieuw-Vennep op te halen, op de kliniek na te kijken en, indien mogelijk, de hechtingen volgens plan te verwijderen. Zijn oog ziet er echt onwaarschijnlijk goed uit! De hechtingen kunnen dus verwijderd worden.

Ik besluit aan het eind van de dag via Nieuw-Vennep naar huis te rijden en Pepper af te geven. Ik word verwelkomd alsof ik de verloren zoon ben. Ik moet meteen binnenkomen en krijg wat te drinken aangeboden. Ondertussen krijg ik een rondleiding door het overhoop gehaalde huis. Het is een botte schande. Via een geforceerd keukenraam zijn ze binnengekomen en hebben in waarschijnlijk nog geen kwartier tijd alles overhoop gehaald: alle lades zijn opengetrokken en omgekeerd, vloerbedekking is opengesneden (op zoek naar een mogelijke kluis), nachtkastjes zijn omgekeerd, alle kleding is op de grond gegooid, het kussensloop is gebruikt als draagtas voor alle ontvreemde sieraden; er is geen kamer overgeslagen. Het is je reinste nachtmerrie om je huis zo aan te treffen.

Ze zijn er nog helemaal beduusd van en de fles witte wijn wordt razendsnel leeggeschonken. En dan zegt ze de woorden die ik nooit zal vergeten: "Toen we thuis kwamen, was Pepper weg, we waren doodsbang dat hem wat was aangedaan. Ze mogen alles van mij meenemen: goud, sieraden, geld, het interesseert me niet, maar van Pepper moeten ze afblijven. In blinde paniek hebben we zeker een uur lang buiten lopen zoeken en roepen en toen kwam hij ineens aangelopen. Hij was vanwege het kabaal via het kapotte keukenraam naar buiten gevlucht, maar wij hadden hem nu weer terug. Ik heb, denk ik, de hele avond zitten janken, meer van blijdschap dan van verdriet."