Collin Westbroek wint Arno Wallaard Memorial

Sport
Collin Westbroek werd de meer dan terechte winnaar van de Arno Wallaard Memorial voor junioren
Collin Westbroek werd de meer dan terechte winnaar van de Arno Wallaard Memorial voor junioren (Foto: Rick den Besten)

MEERKERK/ALKMAAR - De Alkmaarder Collin Westbroek werd zaterdag 13 april de meer dan terechte winnaar van de Arno Wallaard Memorial voor junioren. In de laatste ronde piepte de 17-jarige renner van WPGA uit Amsterdam er slim tussen uit en reed solo naar de streep in de Burgemeester Sloblaan.

“Ik draaide lekker mee, ook in de kopgroep. Toen ik de achtervolgers terug zag komen, twijfelde ik niet. Ik voelde me sterk en besloot te demarreren”, glom de Alkmaarder, met twee bossen bloemen in zijn handen. Want Westbroek is nu ook de leider in het AGU jongerenklassement.

“Na een prima voorjaar is dit een mooie beloning. We hebben veel op de baan getraind en zijn met de ploeg op trainingsstage geweest in Mallorca. Bewust ben ik in februari pas gaan koersen, iets later dan de meeste renners.”

Leermomentje

“Ik houd van langere koersen met grote ronden. Bovendien is het landschap in Noord-Holland vergelijkbaar met deze polderwegen. Ik ben het gewend, koersen in de polder. In Exloo ben ik onlangs tweede geworden en daar heb ik van geleerd. Een renner sprintte toen op de kasseien in de laatste ronde weg. Vandaag deed ik dat ook, met succes”, lachte Westbroek.

Chaos

Iets minder vrolijk was Ko Molenaar. “Ik win weliswaar het tussensprintklassement, met drie eerste plaatsen en een tweede plek in Noordeloos. Maar helemaal tevreden ben ik niet. In de finale was het complete chaos en toen Westbroek wegreed, was er geen goede samenwerking in het peloton en bleef hij weg.”

Rick Versloot

Meer genieten deed Rick Versloot. De sterk rijdende Hardinxvelder van Jan van Arckel deed tot het laatst mee op de prijzen. “Ik zat inderdaad goed voorin en met z’n allen dachten we het gat met de vluchter nog wel dicht te rijden. Helaas lukte dat niet. Toch mag ik niet mopperen, met volgens mij een mooie achttiende plek in de eindklassering.”