column

Vakantiewerk

Partnerbijdrage
Evert Hoekstra.
Evert Hoekstra. (Foto: Dave Weij Fotografie)

Afgelopen week viel mijn oog op een opvallend krantenbericht met de pakkende ‘kop’: “Jongere wil vrijheid in vakantiewerk: elke dag een ander baantje, een uitdaging voor werkgevers”. Het artikel vertelt over de vakantiewerkhouding van de jeugd van tegenwoordig, waarbij duidelijk wordt gemaakt dat jongeren anno 2023 heus niet alleen maar bezig zijn met hun influencercarrière. Ze steken deze zomer gewoon écht de handen uit de mouwen, zo schreeuwt het artikel. Tegelijkertijd moeten werkgevers wél flink hun best doen om scholieren en studenten te strikken. Een geïnterviewde arbeidsmarktspecialist vertelt onder meer: “70 procent van jongeren van 15 tot 20 jaar doet betaald werk naast school of opleiding. Dat was tien jaar geleden nog maar 60 procent. In andere landen werken jongeren helemaal niet zo veel”. 

Het artikel vertelt verder dat de meeste vacatures voor ‘vakantiewerk’ een schoonmaakbaantje betreffen. Ook is er veel vraag naar vakkenvullers of kassamedewerkers in de supermarkt, magazijnmedewerkers, horecapersoneel en bezorgers van maaltijden en pakketjes. Opvallend is ook, zo blijkt uit het artikel, dat jongeren anno 2023 anders naar werk kijken dan voorheen. “Generatie Z heeft een sterke behoefte om zelf te kunnen kiezen waar, wanneer en hoe ze willen werken. Jongeren werken vaak voor meerdere werkgevers en niet op vaste dagen. In voorgaande jaren werkte één op de vijf studenten bij meerdere werkgevers, nu meer dan de helft”.

Het valt dus nog wel mee met de vakantiewerkmores van de jeugd van tegenwoordig. Een geruststellende gedachte, zou ik zo zeggen. Want vaak leeft de gedachte (ook bij mij) dat de jongelui van nu liever lui dan moe zijn en dus liever op bed liggen te gamen, te ‘TikTokken’ of op de bank hangen, een Netflixserie bingewatchen. Maar niets van dat, de jongeren steken deze zomer dus gewoon écht de handen uit de mouwen. Overigens, eigenlijk ook niet meer dan logisch en weinig verrassend, want het leven anno 2023 is natuurlijk schreeuwend duur en lang niet iedere jongere kan tot zijn of haar dertigste op de zak van pa of ma teren. 

In onze tijd was dat niet anders. Hoewel mijn ouders (vooral mijn vader) er een wat afwijkende moraal op nahielden wat betreft vakantiewerk en bijbaantjes. Liever zagen zij dat er prioriteit werd gegeven aan de schoolprestaties, als die in orde waren hoefden wij ons geen zorgen te maken over de bekostiging van onze hobby’s of vakanties. Dat was natuurlijk een fijne en geruststellende gedachte die helaas niet aan mij was besteed. 

Ik weet nog goed, dat ik mijn ouders met schaamrood op de kaken moest vertellen dat ik ‘hoogstwaarschijnlijk’ niet zou slagen voor mijn VWO eindexamen. Mijn moeder werd uiteraard furieus, vooral ook omdat ik mijn ouders het hele jaar in de waan had gelaten dat alles wel goed zou komen. Toen ik vervolgens doodleuk vroeg of mijn inmiddels naar Zuid-Frankrijk geboekte vakantie nog wel gewoon betaald werd, ontplofte zij. Ik moest nu maar eens gaan werken voor mijn centen, de hoogste tijd om de handen uit de mouwen te steken. 

Nou, dat heb ik geweten. 

Via contacten bij de plaatselijke kerk werd duidelijk dat er nog ruimte was bij een komkommerboer, die gevestigd was in ‘the middle of nowhere’, ergens in de Schermerpolder. De specifieke vacature: komkommerplukker. Dus werd ik verordend om op de fiets te stappen en mij aan te melden voor dit vakantiewerk. 

Ruim een uur later bereikte ik met het zweet op de rug het rommelige boerenerf van mijn nieuwe (potentiële) werkgever. Ik moest mij melden in een schuur, waar ik werd ontvangen door één van de medewerkers die in nauwelijks verstaanbaar Nederlands vroeg: “Hei je een messie?”. Nadat het mij na een paar keer vragen duidelijk werd dat hij bedoelde of ik ‘een mesje had’ (om komkommers te plukken), moest ik hem tot mijn spijt vertellen dat dit niet het geval was. “Nou, dan rut je mar up” (dan rot je maar op), was het antwoord. “Ja, Evert”, zo dacht ik, “welkom bij het harde boerenleven”. 

Vervolgens droop ik af. 

Thuisgekomen werd ik linearecta teruggestuurd. Want een mesje was natuurlijk zo geregeld. En dus beleefde ik kort daarna mijn vuurdoop als vakantiewerker in de boerenindustrie. Die ik overigens glansrijk doorstond. Zonder morren heb ik vervolgens 6 weken snoeihard gewerkt, voor dag en dauw opstaan en iedere dag heen en weer op de fiets naar de Schermerpolder. Overigens heb ik in mijn hele leven nog nooit zoveel komkommers gezien, het kwam uiteindelijk mijn neusgaten uit. Zelfs wanneer ik nu, anno 2023, een kist komkommers zie liggen bij de groenteboer, dan moet ik onmiddellijk terugdenken aan die zomer. Maar goed, het geld dat ik aan het einde van de rit in een envelop kreeg (zo ging dat toen nog) voelde aan als ‘puur goud’. En dus kwam het uiteindelijk toch nog goed met de zomervakantie in Zuid-Frankrijk. 

Terugkijkend op deze ervaring durf ik te zeggen, dat in die zomer zonder meer de basis is gelegd voor de werkinstelling die ik inmiddels al jarenlang als advocaat ‘hoog in het vaandel’ heb staan. En die ik ook over probeer te brengen op mijn jongere kantoorgenoten. Want zoals het spreekwoord zegt: “hard werken loont”. Dát is een boodschap die ik de jeugd van tegenwoordig absoluut wil meegeven.