De vegan lawyer: pitbull of gorilla?

Partnerbijdrage
Advocaat Evert Hoekstra.
Advocaat Evert Hoekstra. (Foto: aangeleverd)

Verleden week stond een artikel in het AD met de schreeuwende kop: ‘Verslaafd aan vlees: we willen wel stoppen, maar kúnnen het niet: Grootschalig ingrijpen is nodig.’ Het artikel verhaalt over het feit dat we in Nederland veel te veel vlees eten, maar dat we niet van plan zijn om daar snel iets aan te veranderen. Grootschalige interventie is daarom nodig, waarschuwt kenniscentrum en voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal.

Het artikel vervolgt dat Nederland bij uitstek een vleesland is. De gemiddelde Nederlander eet zo’n 38 kilo vlees per jaar. Dat lijkt weinig, maar het is bijna 1,5 keer zoveel het advies van de Schijf van Vijf om maximaal 26 kilo vlees per jaar te eten. “Vlees is lekker, sociaal en het hoort erbij, maar we leven daardoor vér boven wat wij als planeet aankunnen”, zegt een geïnterviewde consumptiedeskundige.

Een meerderheid van de 4000 mensen die Milieu Centraal ondervroeg, zegt open te staan voor duurzamer gedrag zoals met de trein op vakantie gaan in plaats van met het vliegtuig. Vaker de biefstuk laten staan is een ander verhaal: slechts 1 op de 5 Nederlanders wil dit een kans geven. En van die groep handelt niet eens iedereen ernaar. Daarmee laten we enorme kansen op milieuwinst liggen, stelt Milieu Centraal. “Dit is een van de meest impactvolle stappen die je nu al als consument kan zetten om je voetafdruk drastisch te verminderen”, zegt de directeur van Milieu Centraal. En dat is nodig, want onze voetafdruk staat bijna 30 procent boven het Europees gemiddelde en zelfs 2-maal boven het wereldwijde gemiddelde. “Dat is dus vrij dramatisch.

Dit soort berichtgeving liegt er niet om. Het is natuurlijk ook niets voor niets dat op Europees niveau in toenemende mate regels worden afgekondigd om vleesconsumptie tegen te gaan en om het gebruik van plantaardige producten te stimuleren. Maar dat gaat en werkt niet van harte, integendeel. Het is voor heel veel mensen moeilijk om afstand te doen van hun dagelijkse ‘stukje vlees’. Mensen zijn er aan gehecht, ze vinden het lekker, vlees wordt ook nog steeds overal alom aangeprezen en vlees wordt ook genormaliseerd in de supermarkten. En voor al het verschrikkelijke dierenleed dat met de vleesproductie gepaard gaat halen mensen graag hun schouders op: “Lekker boeiend.” Overigens vraag ik mij hardop af, of men ook zo zou reageren wanneer de slachthuizen zouden zijn opgebouwd uit volledig doorzichtig glas. Dan is ‘wegkijken’ toch een stuk moeilijker. 

Mijn laatste stukje vlees dateert inmiddels alweer van vele jaren geleden. Na het zien van de Netflix-documentaire The Game Changers - in combinatie met mijn toenemende weerzin tegen het gruwelijke dierenleed in de bio-industrie - was ik ‘volledig om’. Deze documentaire laat onder meer zien dat dierlijke eiwitten niet zo belangrijk zijn als dat we denken. Er worden voorbeelden gegeven van sporters die een veganistisch dieet zijn gaan volgen en goed bleven presteren, of zelfs beter dan eerst. Denk bijvoorbeeld aan Patrik Baboumian. Hij is één van de sterkste mannen ter wereld en heeft verschillende wereldrecords op zijn naam staan. Hij leeft op een volledig plantaardig dieet. Als mensen hem vragen hoe hij als veganist ‘as strong as an ox’ kan zijn, antwoordt hij: “have you ever seen an ox eat meat?” Een mooie uitspraak natuurlijk.

En ik moet je zeggen: het bevalt prima, een vleesloos dieet. Het is ook al lang niet meer zo, dat je als veganist of vegetariër enkel nog maar blaadjes sla of smakeloze sojamelk tot de beschikking hebt staan. Het aanbod van vleesvrije producten is enorm, divers en vooral ook erg smaakvol. Tegelijkertijd ben ik niet zo’n moraalridder die tegen Jan-en-Alleman verkondigt dat hij/zij ook (per se) moet stoppen met vlees eten. Dat is iemands eigen keuze. Gelijk het dus ook volledig míjn eigen keuze (en met mij: mijn echtgenote Graciela) is geweest om te stoppen met vlees, te stoppen met alcohol en om veel gezonder en sportiever door het leven te gaan. Voor ons blijven deze keuzes de beste die we ooit gemaakt hebben. 

Overigens krijg je daardoor lang niet altijd de handen bij anderen op elkaar. Integendeel. Als mensen horen dat wij gezond door het leven gaan, kijken ze ons meestal vol onbegrip aan. Iedere dag een slagroomtaart eten is in hun ogen ‘normaler’ dan een paar keer per week naar de sportschool en een gezond dieet. Ik vind dat werkelijk onbegrijpelijk, wat is er nu mis aan een gezond leven en een gezonde, sportieve levensinstelling? En dat geldt natuurlijk ook voor het omkijken naar dierenwelzijn en het bij gelegenheid maken van bewuste, duurzame keuzes. Daar is uiteraard helemaal niets mis mee. Dat is juist een moreel besef dat anno 2023 toch wel bij iedere volwassene zou moeten leven. Althans, zo zou je denken. Maar helaas, niets is minder waar. 

Ook binnen de advocatuur is veganisme en vegetarisme een ‘hot’ en trendy topic. De opkomst van deze eet- en levenswijze brengt namelijk allerlei juridische vraagstukken met zich: hoe ziet de geldende wet- en regelgeving eruit voor etikettering en claims rondom vegetarische en veganistische voedingsmiddelen? Moet er voor deze categorie nieuwe wetgeving komen? Er zijn zelfs zogenaamde Food Law Events waar geïnteresseerden worden bijgepraat over onderwerpen als gezonde voeding, fraude, voedselkeuzelogo’s, biologische wetgeving, etikettering en reclamerecht. 

Maar er is meer. Wat te denken van Engeland, de bakermat van de hedendaagse advocatuur? Waar advocaten naast een toga al eeuwenlang een pruik dragen, wanneer zij in de rechtbank verschijnen. Al honderden jaren worden deze pruiken gemaakt van paardenhaar. Maar inmiddels zijn ook varianten op de markt die diervriendelijker zijn. Plantaardige pruiken, gemaakt van hennep. Long live the vegan king! 

Juist dit laatste voorbeeld geeft naar mijn mening goed weer, waar de kern van deze discussie om gaat: breken met tradities wanneer er betere, juistere of moreel beschouwd meer verstandige alternatieven zijn. Durf eens verder te denken dan de gedachte: “wat maakt mij het uit, ik doe lekker waar ik zin in heb”. Durf kritische vragen te stellen, durf kritisch naar jezelf te kijken. Hoe belangrijk en smaakvol is die gehakbal nu eigenlijk nog, als je bedenkt welk barbaars dierenleed daarvoor geleden is? 

Dus ja, voor mij is het simpel. Ik ga voortaan door het leven als een ‘Vegan Lawyer’. En ook al eet ik geen vlees meer, ik kan nog steeds mijn tanden laten zien. Sommige van mijn cliënten noemen mij wel eens gekscherend ‘de Pitbull’, omdat ik volhardend ben en me graag vastbijt in zaken. Maar misschien dat deze geuzennaam inmiddels aan vervanging toe is, een naam die beter past bij mijn ‘nieuwe’ levensstijl. 

Wat zou je zeggen van: ‘de Gorilla’?

Evert Hoekstra - ckh-advocaten.nl