Op de pijp met... Jeannette van Zeijl

Nieuws
Afbeelding
(Foto: )

Even pauze. Even op de pijp. Bakkie doen, praatje maken. Met en over bijzondere Westlanders. Westlanders met een verhaal. Over Westlandse waarden, en over heden, verleden en toekomst. Deze keer praten we met: Jeannette van Zeijl.

Tekst: Esdor van Elten / Foto’s: Ton van Zeijl

Tuinontwerpster Jeannette van Zeijl (66) is een vrouw met een missie: mensen bewust maken van het belang van groen om hen heen. “Westland heeft genoeg groen, maar het zit veelal onder glas.” Jeannette is getrouwd met Nic en woont in Kwintsheul. Samen hebben zij drie kinderen en vier kleinkinderen.

Van wie ben jij er één? 

Ik ben een Enthoven uit Wateringen. Ik groeide op in een tuindersgezin met zes kinderen, waarvan ik de op één na oudste was. Getrouwd met een zoon van de Heulse melkboer. Op mijn zestiende zei ik “ik wil nooit in De Heul wonen, want daar weet iedereen alles van je.” Nu blijf ik hier om precies diezelfde reden.

Je hebt je groene vingers van je vader? 

Als ik een jongen was geweest, dan was ik misschien wel tuinder geworden. Jaren later, toen ik zelf plantjes ging kweken, merkte ik dat het er toch wel inzit bij mij. Ik teel nu van alles zelf. Soms denk ik wel: ‘had ik toen maar iets beter naar mijn vader geluisterd’. Je hebt wel eens van die dingen waarvan je denkt, ‘hoe zat het ook weer’.

Je werd geen tuinder dus. Wat dan wel? 

Na de lagere (meisjes)school in Loosduinen ging ik naar het Thomas More College in Den Haag. Stomverbaasd was ik dat daar ook jongens op bleken te zitten! Daarna de opleiding tot medisch analist aan het Van Leeuwenhoekinstituut in Delft. Vervolgens ging ik werken in een ziekenhuislaboratorium. De medische wereld is een apart wereldje. Wat ik daar in ieder geval heb geleerd is om met allerlei mensen om te gaan. Toen de kinderen kwamen, ben ik gestopt met werken.

Vond je dat vervelend? 

Aan de ene kant vond ik het zeker fijn om thuis te zijn. Maar aan de andere kant miste ik het hebben van een eigen inkomen. Ik hecht totaal niet aan status, maar tegelijk vind ik wel dat vrouwen ook hun eigen broek moeten kunnen ophouden. Ik ben blij dat in de nieuwe generaties de vrouwen meer aan bod zijn. Het betekende overigens niet dat ik stilzat. Ik deed een computercursus. Leerde typen en haalde mijn rijbewijs. Met de auto kwam ook een stuk vrijheid mee. Verder volgde ik allerlei avonden bij Groei & Bloei en deed ik een opleiding tuinontwerpen.


En dat werd je nieuwe werk… 

Ik had op een gegeven moment een ontwerp voor iemand gemaakt en die ging ermee naar René Don. Toch wel een icoon op tuingebied in het Westland. Die belde me vervolgens op met de vraag of ik voor hem wilde gaan tekenen. Dat voelde als een bevestiging dat ik ook echt iets kán. Ik heb ruim vijftien jaar voor Don Hoveniers getekend.

Maar je startte ook je eigen bureau… 

Alleen werken voor Don was me toch te beperkt. Ik vond het ook leuk om zelf te ontwerpen, te tekenen en met techniek en plantenkennis bezig te zijn. Toen zij zich op gegeven moment meer gingen richten op grote tuinprojecten, ben ik daar gestopt. Dat is een heel andere doelgroep dan ik zelf voor ogen heb,

Wat is die doelgroep dan? 

Ik zoek het juist in het kleinere. Mensen die naar me toe komen en zeggen; ik heb maar een klein budget. Wat kan ik? Die uitdaging vind ik erg leuk. In de loop der jaren ben ik daar steeds meer mee bezig geweest. Je zou het een missie kunnen noemen.

Wat voor missie?

Het eerste doel is om mensen meer bewust te maken van het belang van groen om hen heen. Dat is belangrijker dan die buitenkeuken. We zijn anno 2023 van de natuur vervreemd. Anderzijds neemt de belangstelling voor groen wel toe. Maar het Westlandse groen, dat zit toch vaak verborgen onder het glas.

Waarom is dat belangrijk? 

Ik vrees ook voor de dingen die zouden kunnen gebeuren. Klimaatverandering is een feit. Ik zie het in mijn eigen tuin. Onze waterschildpad komt tegenwoordig een maand vroeger uit winterslaap dan twintig jaar geleden. Er wordt, in ons waterland, gewaarschuwd voor mogelijke watertekorten. En als je nu een lange autorit maakt zitten er geen insecten meer op je voorruit. Ze zijn verdwenen. Dat zijn zorgelijke ontwikkelingen. Maar tegelijkertijd wil ik geen doemdenker zijn, en doen wat ik kan doen.

Wat dan? 

Ik geloof in kleine verbeteringen, want grote stappen, dat lukt bijna nooit. Op ieder balkon, en in elke tuin, hoe klein ook, is wel iets te doen. Ik verleid liever mensen tot stappen dat dat ik ze probeer te overtuigen, en dat betekent dat ik het zo toegankelijk mogelijk probeer te maken. Wat je ook wilt, onderhoudsarm, bijvriendelijk of low-budget, er is iets mogelijk. Dat vraagt om (planten)kennis, maar vooral ook om creativiteit. Zo adviseer ik mensen om bomen cadeau te geven. Iedere tuin zou een boom moeten hebben. Daar heerst bijna angst voor: te groot, teveel rommel, maar dat hoeft helemaal niet. Het grappige is dat mensen een gekregen boom vaak veel beter verzorgen dat een gekochte. Geef bijvoorbeeld eens een boom bij een geboorte. Mijn neefjes en nichtjes krijgen meestal een appelboompje van mij. Dat vinden veel mensen leuk. En zo zijn er nog talloze andere ideeën.


Je suggereerde nog een tweede doel van je missie? 

Ik geloof heel erg in samen doen. Mensen bij elkaar brengen. Daarom doe ik geregeld vrijwilligersprojecten. Mijn eerste project was indertijd de tuin van de Terwebloem. Die was toen ronduit saai, en dus vroeg ik of we er iets mee mochten doen. We begonnen met bakken met perkgoed, gewoon, om kleur aan te brengen. Vervolgens gingen we met bewoners in gesprek over wat ze wilden èn wat ze konden bijdragen. Het werd met dubbeltjes en kwartjes (en hulp van wat organisaties) bij elkaar gefinancierd en uitgewerkt door bewoners en hun familieleden en medewerkers van de Terwebloem. Het resultaat was méér dan een tuin. Het werkte samenbindend. Mensen waren echt betrokken en ze zijn trots op ‘hun’ tuin. En het mooie is, dat kun je overal doen.

Ook in Kwintsheul… 

Ik geloof er zeker in dat we Kwintsheul groener kunnen maken. Ik ben ook natuurgids en werk daarbij samen met het IVN, het Zuid-Hollands Landschap èn de Historische Vereniging Wateringen-Kwintsheul. Dat is zo leuk, want dan neem je ook de geschiedenis mee in het verhaal, en krijg je weer heel ander publiek, die je dan ook een groene boodschap kan meegeven. Groen en geschiedenis zijn vaak verbonden. Neem de Zeven gaten in De Lier. Daar groeien sneeuwklokjes. Waarom? Niet omdat de boer die ooit geplant heeft! Ze zijn een erfenis van vroeger, toen het een buitenplaats was. Dat zijn mooie verhalen die ik graag vertel. Maar ook gewoon de handen uit de mouwen! Samen met mijn zoon, die landschapsarchitect is, hebben we een plan gemaakt voor de herinrichting van de pastorietuin hier in Kwintsheul. Dat was leuk, want hij denkt heel anders dan ik. Ik dacht in kleine tuinen, hij in een toegankelijk, parkachtig concept. En hij bleek gelijk te hebben. Het is nu een prachtige plek waar ik onder andere concerten organiseer. Met een hele bijzondere sfeer.

Dus je bent nog muzikaal ook? 

Ik kom uit een organistengeslacht. Mijn overgrootvader, opa en vader waren organist hier in de kerk van Kwintsheul, en dat ben ik zelf ook een tijd geweest. Ik heb ook piano leren spelen en vind het heerlijk om mensen en koren te begeleiden. En ik organiseer dus graag (tuin)concerten, met gewone mensen die leuke muziek maken. En ook dat brengt mensen samen, bindt mensen aan elkaar!