Historisch Haarlem (2): Buitensociëteit Trou moet Blijcken
HAARLEM - Uit het archief van de rederijkerskamer Trou moet Blijcken ontving de redactie een tekening uit 1843 van de Buitensociëteit in wat toen ‘Den Hout’ werd genoemd.
Willem Brand
Ben de Vet, die bij het 510-jarig jubileum het boek ‘Trou moet Blijcken 1503-2013, hoe een Rederijkerskamer overleefde’ schreef: “De Buitensociëteit werd in 1840 gebouwd in opdracht van Trou moet Blycken door architect Zocher en is in het bezit gebleven tot 1922. Het is toen samen met de Binnensociëteit, de huidige Verweijhal, verkocht aan de gemeente Haarlem, nadat het patriciërshuis Grote Houtstraat 115-117 als nieuwe sociëteit was gekocht van de familie Quarles van Ufford.”
Poëtische voordrachten
In de maand november van 1953 vierde Trou moet Blijcken haar 450-jarige jubileum. In dat jaar, te lezen in de IJmuider Courant, hebben 140 leden toegang tot het streng-besloten en geselecteerde gezelschap. In de zestiende eeuw namen de rederijkers (dichters, kunstenaars en toneelspelers) gekostumeerd deel aan feestelijke gelegenheden en aan intochten van vorstelijke personen.
‘In november 1953 vierde Trou moet Blijcken haar 450-jarige jubileum’
Met poëtische voordrachten en toneelstukken zetten ze die luister bij. Vertoningen voor het volk vonden ook plaats op Kerst- en andere feestdagen, meestal op de Grote Markt.
Kastelein
Vandaag de dag is Trou moet Blijcken nog steeds een besloten broederschap. Een goed gesprek en gezelligheid staan voorop. Traditie is nog wel dat de Faktor, hij die de leden leert dichten, op de nieuwjaarsbijeenkomst de Jaarzang op rijm ten gehore brengt.
Ben de Vet: “Alle Jaarzangen zijn bewaard. Zij geven vanaf 1698 een mooi beeld in dichtvorm van wat er in Trou moet Blijcken, Haarlem en de wereld in de afgelopen eeuwen heeft plaatsgevonden.”
Trou moet Blijcken heeft ook een kastelein. Hij zorgt bij bijeenkomsten voor een hapje en een drankje. In coronatijd voorziet de huidige kastelein alleenstaande leden soms van een warme thuismaaltijd.
