Ronald was vier jaar lang dakloos in Haarlem - `Geen geld om te huren en zonder adres geen bijstand&rsqu

Nieuws
Ronald vond toen hij dakloos was steun bij Jody van der Velde van Stem in de Stad. (Foto: Rodi Media)
Ronald vond toen hij dakloos was steun bij Jody van der Velde van Stem in de Stad. (Foto: Rodi Media) rodi.nl

HAARLEM – “Wees wat vriendelijker en aardiger tegen daklozen, het kan echt iedereen overkomen.” Ronald raakte vijf jaar geleden zijn baan kwijt. Door zijn veranderde financiële situatie kwam hij knel te zitten met zijn huis wat hij gedwongen moest verkopen. De problemen stapelden zich op waardoor Ronald uiteindelijk noodgedwongen vier jaar lang dakloos was.


Ronald had er al dertig werkzame jaren opzitten toen hij zijn baan kwijt raakte. Als 50-plusser weer moeten solliciteren viel niet mee. Toen Ronald op korte termijn geen baan kon vinden, kwam hij in de knel. Zijn koopwoning was niet meer te financieren, dus moest hij deze noodgedwongen verkopen. “Dit was midden in de crisis, dus ik hield er een forse restschuld aan over”, aldus Ronald. Ronald besloot bij zijn moeder in haar huurhuis Bloemendaal in te trekken om vanuit daar de situatie te herzien. Toen zijn moeder kwam te overlijden, stond Ronald op straat. “Achteraf gezien had ik me al jaren eerder moeten inschrijven voor een huurwoning, maar als het goed gaat, denk je daar niet aan.” Voor een urgentieverklaring kwam Ronald niet in aanmerking, dus vanaf dat moment was hij officieel dakloos.

Logeeradresjes


“Ik had altijd wel logeeradresjes, maar zolang ik me nergens inschreef, had ik voor de gemeente geen adres. Gelukkig mocht ik vaak bij mijn broer logeren. Bij hem had ik een bed en kreeg ik een warme hap. Ik kon me niet bij hem inschrijven omdat ik schulden had en ik wilde hem daar niet mee belasten. Geld had ik niet, dus iets huren was geen optie. Dan moet je vooraf betalen én vaak nog een borg. In de zomer kon ik op een camping staan, maar in de winter was deze camping gesloten. Dan kom je in een situatie waarvan je niet weet of je er ooit nog wel uitkomt.”

Eind 2015 gaf de medewerker bij UWV aan dat ze in Ronald geen betrouwbare werknemer zag. Hij zat zo met zichzelf in de knoei dat ze vond dat hij zo niet kon werken. “Dit was een kantelpunt voor mij. Ik had nog steeds geen huis, ik zat diep in de schulden, mijn moeder was overleden en mijn vriendin gaf aan op deze manier niet met mij verder te willen. Het overzicht was weg. Er werd een depressie vastgesteld.” Ronald ging op eigen houtje op zoek naar professionele hulp. Alleen kwam hij er niet uit. Ronald belandde van de WW in de ziektewet. “Ik gleed verder onderuit. Er moest wat veranderen!”

Drank en drugs


Ronald liet zich niet kisten. Naar drank of drug heeft hij nooit gegrepen. “Dat wilde ik niet. Ik begrijp het wel dat mensen het doen in zo’n situatie. Maar, ik heb dat zelf nooit gedaan. Mijn zoon heeft me op de been gehouden. Dankzij hem heb ik het gered, hij was mijn anker om door te gaan. De band is altijd hecht geweest en ik heb het echt volgehouden dankzij hem”, blikt Ronald terug.

In zijn zoektocht naar een postadres kwam Ronald terecht bij Stem in de Stad. Behalve een postadres vond hij hier een luisterend oor bij Jody van der Velde, pastor/coördinator bij Stem in de Stad. “Bij zulke heftige problemen heb je ook een plek nodig waar je oordeel loos je verhaal kan doen. Ronald kwam hier voor goede gesprekken, om zicht op zijn situatie te blijven houden, om krachtbronnen aan te boren, voor gesprekken over prioriteiten en om samen te kijken wat nodig was om overeind te blijven en overzicht te houden. We spraken over zaken als ‘hoe houd je het vol’.” Ronald is bewust nooit in negatieve gevoelens blijven hangen. “Natuurlijk ben ik boos geweest, gefrustreerd en sarcastisch. Maar, ik heb heel bewust gedacht ‘ik ben meer dan negatieve gevoelens’.”

Laatste hobbels


Toen de WW-uitkering afliep, kwam Ronald terecht bij de gemeente Haarlem voor een bijstand-aanvraag. Maar, zonder adres kwam hij niet in aanmerking voor bijstand. “Ik werkte als vrijwilliger voor een stichting die mij ook kon voorzien in een woonruimte. Zij wilden zich wel inzetten, maar door communicatieproblemen was de definitieve toezegging op een woning vertraagd. Dat was het moment dat Ronald verstrikt raakte in regeltjes. “De aanvraag voor bijstand werd weer stop gezet omdat ik geen adres had. Mijn ID-kaart was verlopen en ik had geen geld voor een nieuwe. Ik werd overgedragen aan een ander contactpersoon met wie de communicatie lastig verliep. We hadden geen klik en ik voelde me niet geholpen en niet begrepen. De laatste hobbels die ik moest nemen, heb ik echt als de zwaarste ervaren. Ik voelde alle moeite zo tussen mijn vingers doorglippen. Was alles dan voor niets geweest? Zou ik weer van voor af aan moeten beginnen? Waarom kwamen andere mensen wel in aanmerking voor bijstand en ik niet? Dat steekt wel.”

Sinds ruim een maand heeft Ronald een woning en ontvang hij bijstand. “Bijna alles is nu rond. Ik heb nu een woning, maar geld om het in te richten heb ik niet. Ik heb een aanvraag lopen voor bijzondere bijstand, maar het contact blijft moeizaam.” Maar, Ronald is ook heel positief. “Ik kan straks weer op zoek naar een baan en weer toekomstplannen maken. Ik kan weer zelf beslissen over mijn leven. En ik wil vrijwilligerswerk blijven doen. Ik wil iets terug doen voor de maatschappij.”