Geen andere locatie voor megaturbine
Burgemeester en wethouders van Rotterdam zien geen reden om een alternatieve locatie te zoeken voor de beoogde megawindmolen op de Landtong Rozenburg. Dat antwoordt het college op schriftelijke vragen van Sebastiaan Bonte, gemeenteraadslid van Leefbaar Rotterdam.
Door Kor Kegel
Het raadslid was in de pen geklommen, nadat deze krant bekendmaakte dat Shell grote bezwaren heeft tegen de megaturbine vlakbij een belangrijke transportleiding. Shell waarschuwt voor een gevaarlijke situatie als de leiding scheurt door grondzettingen of overbelasting.
Het college van B & W vindt echter dat er voldoende onderzoek is gedaan naar de veiligheid. Een andere plek zou daarom niet nodig zijn. Het college ziet evenmin reden om met de provincie Zuid-Holland in gesprek te gaan over de omstreden locatie voor de megaturbine. De focus van het college ligt op het nakomen van de bestaande afspraken over de realisatie van een minimumaantal windmolens. Die afspraken staan in een convenant van de Stadsregio Rotterdam (opgegaan in de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag, MRDH) en in de Regionale Energiestrategie (RES). Het college herinnert eraan dat de plaatsing van de enorme windmolen ook in lijn is met het coalitieakkoord ‘Eén Stad’, gesloten door Leefbaar Rotterdam, VVD, DENK en D66.
Nadat de coalitie was gevormd, vonden de vier partijen alsnog dat de megaturbine op de Landtong er niet mocht komen. Onder druk van de provincie Zuid-Holland zette het college echter door. De provincie dreigde anders de regie naar zich toe te trekken. Wethouder Chantal Zeegers kreeg de tijd niet om naar alternatieve locaties te zoeken. Nu zegt het college in het antwoord aan raadslid Bonte dat er naast de afgesproken locaties geen alternatieven voor windenergie in Rotterdam aangewezen zijn. In de tussentijd is er ook niet naar gezocht.
Het college antwoordt Sebastiaan Bonte dat het college in de zienswijze van Shell geen aanleiding ziet om met Gedeputeerde Staten in gesprek te gaan, omdat de aanvrager van de vergunning voor de windmolen, Pondera, meermaals contact met Shell heeft gehad. Daarbij bleek dat Shell geen voorstander is van de gekozen locatie in de Begrazingsweide van de Landtong, maar Pondera bleef erbij, omdat de windturbine slechts een additioneel risico geeft voor de transportleiding.
Het college stelt dat de windturbine zal voldoen aan alle wet- en regelgeving. Voor het verlenen van de vergunning aan Pondera zijn de veiligheidsrisico’s uitgebreid in kaart gebracht. De zienswijze van Shell gaf geen reden om de voorschriften aan te passen. Ook na het beroepschrift van Shell aan de Raad van State ziet het college geen reden om aan te nemen dat de vergunning de veiligheid onvoldoende borgt.
De afstand tussen de windturbine en de transportleiding bedraagt veertig meter. Het college vindt in de bestaande wet- en regelgeving geen minimale afstanden voor windturbines ten opzichte van transportleidingen. Er wordt gekeken naar het additionele risico dat de windturbine oplevert en wat dat betekent voor de risicocontour van de transportleiding. “Hier is uitvoerig onderzoek naar gedaan,” zegt het college. “Door de windturbine wordt de risicocontour van de transportleiding groter, maar blijft deze voldoen aan wet- en regelgeving. Ook binnen deze grotere risicocontour zijn geen kwetsbare objecten (bijvoorbeeld woningen) gelegen.”
Het college wijst erop dat er eerder windmolens zijn geplaatst nabij transportleidingen, bijvoorbeeld de windmolens verderop op de Landtong. Het college wacht nu de uitspraak van de Raad van State af. Op basis daarvan bekijkt het college wat de impact is op het project.
