In memoriam: Jan Maneij, grappigste voorlichter

Algemeen
Jan Maneij en zijn broer, de Rotterdamse schrijver Rien Vroegindeweij, bij een beeld van de beroemde broers Boomsma in hun geboorteplaats Middelharnis.
Jan Maneij en zijn broer, de Rotterdamse schrijver Rien Vroegindeweij, bij een beeld van de beroemde broers Boomsma in hun geboorteplaats Middelharnis. (Foto: Remus Aussen)

In de aula van crematorium Laurentius in het Rotterdamse Crooswijk is gisterochtend afscheid genomen van Jan Maneij, de grappigste gemeentevoorlichter die de Rotterdamse regio ooit gekend heeft. Hij kwam zondag 14 juni te overlijden op 89-jarige leeftijd.

Door Kor Kegel

Al tijdens de periode-Han Spruyt in de jaren zeventig begon Jan Maneij te gloriëren als de meest dienstbare gemeentevoorlichter met de meest ironische opmerkingen. In de jaren zeventig werd ‘vadertje Spruyt’ een begrip in Vlaardingen dankzij de constante benadering van het hoofd voorlichting door Cees van der Wel, toen nog redacteur van het Vlaardings Dagblad. Terwijl vadertje Spruit de besluiten van burgemeester en wethouders toelichtte, ontwikkelde Jan Maneij de leukste kruisbestuiving tussen politiek, pers en ambtenarij die er ooit bestaan heeft.

De Vlaardingse gemeenteraad kende roerige taferelen en dat leidde tot een ludieke gemeentevoorlichting. Feilloos voelde Jan Maneij aan hoe een wethouder tijdens een persconferentie in het nauw kwam en op het juiste moment reed hij een klaar staande kar vol broodjes het zaaltje in. “De vragen beginnen te moeilijk te worden, dus het is een goed moment voor de lunch” – met die woorden ontzette hij de wethouder.

Jan Maneij was geschoold bij het Amsterdamse Parool, in de tijd dat Simon Carmiggelt daar werkte. Dagelijks toog de redactie naar een belendend horecaetablissement en daar raakten journalisten gepokt en gemazeld in het de draak steken met autoriteit en gezag.

In Vlaardingen verbeterde hij doodleuk de burgemeester en wethouders, die niettemin of juist daardoor geregeld om advies kwamen vragen. Als een wethouder niet luisterde, liet Jan Maneij een klein op afstand bestuurbaar speelgoedhondje op zijn bureau blaffen. “Ik weet ook niet waarom hij dat doet…”

Zulke anekdotes passeerden gisterochtend in Crooswijk de revue, toen Remus Aussen herinneringen ophaalde aan zijn ‘leermeester’. Remus Aussen bleef les krijgen, ook toen hij zelf later hoofd communicatie was. “U is toch wel een groot man geworden, mijnheer Aussen.”

Na zijn afscheid van de gemeente Vlaardingen liet Jan Maneij zich nog geregeld horen met guitige gedichtjes met de ironie van Kronkel. Ze gingen vaak over stoute verlangens tegen het decor van het religieuze leven op Goeree-Overflakkee.