Column: Over afval en een bij het afval belande fusie

Column
door GERARD S. VERVER
door GERARD S. VERVER (Foto: )

Arriveer ik laatst voor een journalistieke taak bij een evenement, begroet een collega me met ‘hoi brombeer’. Nou heb ik best wel een dikke huid, dus laat ik de opmerking maar voor wat het is. Misschien was het als compliment bedoeld en moet ik het als eretitel beschouwen. Want mijn volgers weten, dat ik mijn pijlen nogal eens richt op misstanden. Die liggen in deze stad voor het oprapen. Dus ik brom wat af.

Zoals over zomaar klakkeloos achtergelaten plastic flesjes en blikjes. Dat ergerde me mateloos. Ik mag dan volgens die gewaardeerde online-collega een ‘brombeer’ zijn, ik ben ook een opruimbeer. Zeker, als ik op de fiets een rondje maak en bijvoorbeeld vanuit Ambacht naar de Dirk in Schiedam trap. Dat is een route, die ook de tussen Schiedam en Vlaardingen (of andersom) op de fiets pendelende scholieren afleggen. En u raadt het al: die laten een spoor van rotzooi achter. Blikjes, kartonnen drankverpakkingen, flesjes. Nu weet ik uit ervaring, dat pubers het nergens nauw mee nemen, maar een beetje afvaldiscipline zou niet misstaan. Oh, wat schrijf ik nou. De huidige generatie jongeren is toch, als ik hun statements tijdens demonstraties mag geloven, heel erg met het milieu bezig. Dan snap ik niet waarom ze in de vrije natuur zoveel troep achterlaten en deze boomer dat tijdens zijn ritjes keurig uit de goot en van de grasperken pluk, in de zijtas stop en in de afvalcontainer loos. Ik ben ieder jaargetijde aan het opzoomeren. Behalve tijdens schoolvakanties. Dan bleven de fietspaden om duidelijke redenen schoon. Nu weer. Niet door mij. Want sinds 1 april ben ik dankzij de statiegeldregel mijn onbetaalde bijbaantje als afvalopruimer kwijt. Slechts sporadisch kom ik nog blik of plastic tegen. Driewerf hoera.

Dan toch even naar mijn roots: de sport. Want u bent vast heel benieuwd hoe ik denk over het gestrande verstandshuwelijk tussen de voetbalverenigingen CION en Deltasport. “Tussen de twee kleinste voetbalverenigingen van Vlaardingen, die”, zoals een CION-lid opmerkte, “ook na de fusie de kleinste zou blijven”. Ik zat er op de avond, dat de fusie op de klippen liep, bij en keek toe. Met stijgende verbazing. Het was niet voor het eerst, dat ik een fusie zag stranden. Ik had het al tweemaal in Schiedam (HBSS en PPSC) meegemaakt en een paar decennia geleden ook hier, toen CION en Sunlight (of was het toen al DSS’26) op het punt stonden om samen te gaan. Voorzitter Piet Reigersberg kon praten als Brugman en financiële cijfers tonen, die van de fusie een must maakten, de sentimenten namen bezit van de CION-leden, die vervolgens neen zeiden. Later liep ook inwoning bij DVO’32, die al zo goed als rond was, op de klippen. Nu was iedereen, op een enkeling na, heel erg voor een fusie. Een broodnodige fusie! Dat vonden ze in beide kampen dus ook. Toch liep het verkeerd af. Hoe ik daarover denk? Mag deze brombeer zich even van stemming onthouden?