Op de pijp met... Bob Schinkel

Algemeen
Afbeelding

Even pauze. Even op de pijp. Bakkie doen, praatje maken. Met en over bijzondere Westlanders. Westlanders met een verhaal. Over Westlandse waarden, en over heden, verleden en toekomst. Deze keer praten we met Bob Schinkel. 

Tekst: Esdor van Elten / Foto: Ton van Zeijl

No pain, no gain. Bob Schinkel (35) weet als geen ander dat het leven tegen kan zitten en dat je er hard aan moet trekken om succes te hebben. Maar hij weet ook dat het weer ten goede kan keren. Nu gaat hij een nieuw avontuur aan. Bob heeft een dochtertje: “Zij is m’n hart”, en woont in Naaldwijk.

Waar kom je vandaan?

Ik ben geboren in Gouda, maar kwam toen ik één was in Naaldwijk wonen. Mijn vader had hier een bandenzaak. Mijn broer Tom en ik zijn dus getogen Westlanders.

Voel je je ook een Westlander?

Misschien heb ik iets van het stugge van de Westlander? In ieder geval ben ik niet vies van hard werken en dat is wel iets dat bij de Westlander hoort. Net als ondernemerszin.

Heb je altijd ondernemer willen worden?

Wat weet je als kind? Na de Bernadetteschool ging ik naar de mavo in de Chrysantenstraat en vervolgens in het derde jaar naar het Holland College, waar ik op m’n veertiende mee klaar was. Ik was een vroege leerling en een recalcitrant kereltje. Ik wilde eigenlijk naar de theaterschool, maar we stuurden de brief te laat op, dus ik kwam er niet tussen. Je moet kiezen, dus dan maar horeca. Maar dat kon me niet boeien. Na drie maanden zeiden ze ‘ga jij maar werken’, en dat vond ik zelf ook. Ik had een bijbaan bij de Griek in Naaldwijk en dat heb ik een poos fulltime gedaan. Daar ontdekte ik: horeca is niks voor mij. Een vriend van mij zat in de bouw: beton boren en zagen. Dat leek me veel geschikter: fysiek werk.

Dat is je ook wel aan te zien...

Ha ha. Maar zo is het niet altijd geweest. Als kind was ik een schriel kereltje. Ik woog 50 kilo toen ik zestien was. Door het werk in de bouw veranderde dat, en ik werd ook een fervent sporter. Nog steeds. Negen keer per week. Na een paar jaar werken bij mijn vriend dacht ik: ‘ik ben geen domme jongen. Ik kan dit ook zelf’. Toen ben ik voor mezelf begonnen. ‘Diamond Westland’. Dat liep prima, tot alles in 2013 uiteen spatte.

Wat gebeurde er?

Op een klus in Den Haag werd ik aangereden op de Laan van Meerdervoort. Daardoor liep ik een klapvoet op.

Wat is een klapvoet?

In feite is het een zenuwbeschadiging. Met als gevolg dat ik tussen knie en voet geen gevoel meer had en ook mijn voet niet kon aansturen. Oftewel: je kunt er niks meer mee. Hij hangt erbij. Werken was dus geen optie meer. Ik moest de zaak opdoeken. Ik heb drie jaar thuis gezeten, zonder inkomen. Daar zit je dan, op je 25e...


Daar wordt je niet vrolijk van...

In het eerste jaar heb ik wel eens gezegd: haal ‘m er maar af. De arts zei dat ik het twee, drie jaar moest geven. Een zenuwbaan groeit een millimeter per dag. En inderdaad, in het derde jaar kwam de aansturing van mijn voet weer langzaam terug. Het gevoel in dat onderbeen blijft voor altijd weg. Maar ik kon weer leren lopen. Het mentale spel ging spelen. Ik kon weer iets gaan doen.

Weer iets voor jezelf...

In die drie jaar overdacht ik wat er mogelijk was. Gehandicapt, getatoeëerd en ongeschoold. Dat maakt je kans op een succesvolle re-integratie nihil. In die periode liep de rechtszaak over het letselschade. Dus daar heb je ook veel mee te stellen. Dan moet je mentaal sterk zijn. Maar in die situatie had ik aan mijn vader een goed voorbeeld. Die heeft ook heel wat meegemaakt: hij zat in het vliegtuig van Turkish Airlaines dat in 2009 neerstortte bij Schiphol. Zijn ervaring hielp, maar vooral ook zijn voorbeeld: Niet in de slachtofferrol gaan zitten, maar schouders eronder en gaan.

Waarheen?

In dit geval letterlijk naar De Lier. Met de afkoopsom van de verzekering had ik genoeg startkapitaal om mijn sportschool te beginnen: Pain and Gain dus. Echt een krachthonk. In meerdere opzichten, want het was hard werken. De eerste maanden was er weinig animo, maar toen het januari werd ging het ineens los. Tot vorig jaar zijn we eigenlijk alleen maar bezig geweest met uitbreiden.

Zelfs in coronatijd?

Ik heb in coronatijd een topjaar gedraaid. Toen buiten sporten weer mocht heb ik een stel zeecontainers gehuurd en al mijn apparatuur buiten gezet. Overkapping laten aanbrengen. En dat bleek een gigantisch succes. Zelfs uit Antwerpen kwamen ze naar De Lier om te sporten. En omdat het buiten was liep de verkoop van truien en petjes en zo als een tierelier. Het was een soort zwart leger wat aan het sporten was. Ik verdiende in drie maanden waar ik normaal een jaar voor nodig had. Dat heb ik allemaal weer geïnvesteerd in de school. Inmiddels zijn we daar nu echt wel uitgespeeld.

Dus ga je ergens anders ondernemen...

Mijn broer Tom vroeg of ik het zou zien zitten om nieuw leven te blazen in het pand waar voorheen Fit Sauna & Beauty Center Avilas zat. Hij heeft daar jaren gewerkt en wilde zijn eigen sportschool beginnen. Ik zou dan de sauna overnemen. Ik aarzelde, want met familie moet je wandelen maar niet handelen, is mij altijd geleerd. En Tom en ik verschillen als dag en nacht. Maar ik zag de potentie: heat, sauna en badhuis. Die hebben we in Westland nog niet. En met goede afspraken moet het te doen zijn. Die hebben we dan ook gemaakt. We zitten hier dus nu met twee bedrijven onder één dak. En dat loopt prima.


Badhuis, dat klinkt ouderwets...

Die associatie hebben veel oudere mensen inderdaad met dat woord. Maar waar ìk aan denk bij badhuis, dat zijn de grote Oost-Europese badhuizen zoals je die bijvoorbeeld in Boedapest ziet. Met sauna, wellness, restaurant, àlles. In december vorig jaar zijn we begonnen met slopen. Er moest veel gesloopt want het was allemaal behoorlijk vervallen. Maar afgelopen jaar heb ik al veel enthousiaste reacties gekregen. Vooral van ouderen. Die gaan niet graag naar een openbaar zwembad. Hier vinden ze de rust die ze zoeken.

Heb je dan al een zwembad?

Nee, dat is nog niet klaar. En dat is misschien maar goed ook met de huidige energieprijzen. Maar het ligt er al wel, het moet alleen weer opgeknapt worden. Er komt een heel nieuw dak boven, met een dakterras. Ook het restaurant moet er nog komen. Maar de sauna’s zijn inmiddels in bedrijf, met alles wat daarbij hoort. Fins, infrarood, stoombad, voetenbad, dompelbad. Alles. En mensen weten ons al te vinden.

Maak je je geen zorgen over de energieprijs?

Het is natuurlijk een probleem. Maar zorgen maken? Nee. Wat heeft dat voor zin dan? Misschien kàn straks dat zwembad niet open. Nou ja, dan zet ik er floatcabines neer. Daar is ook vraag naar. Of ik bedenk wat anders. Ik kijk liever naar wat wel kan. En ik ben niet bang. Niet bang om op m’n bek te gaan, maar ook niet bang om te verliezen. Ik heb het goed, maar als ik morgen niks meer heb ben ik ook nog gelukkig. Dat heb ik geleerd en dat deel ik ook weer met mijn vriendin Paulina en mijn dochter Blake. Het gaat niet om wat je bezit. Met mijn ouwe autootje van vroeger was ik misschien wel blijer dan met de bak waar ik nu mee rij. Als je blij kan zijn met niks. Is dat het mooiste wat er is. Maar ik denk niet dat dat gaat gebeuren. Ik heb een groot netwerk om me heen. Veel Willie Wortels die problemen op kunnen lossen. Het komt echt wel goed!