Op de pijp met... Marjo Koppert

Algemeen
Afbeelding

Even pauze. Even op de pijp. Bakkie doen, praatje maken. Met en over bijzondere Westlanders. Westlanders met een verhaal. Over Westlandse waarden, en over heden, verleden en toekomst. Deze keer praten we met: Marjo Koppert.

Tekst: Esdor van Elten / Foto: Ton van Zeijl

“Mantelzorgen is niet alleen zorgen voor, maar ook zorgen maken over”, weet Marjo Koppert uit eigen ervaring. Om mantelzorgers te helpen ook voor zichzelf te zorgen richtte zij de stichting De Roodkapjes op. Marjo is getrouwd met Peter en woont in Naaldwijk. Samen hebben ze drie kinderen en drie kleinkinderen.

Koppert, een bekende naam... 

Een echte Westlandse naam. Ik ben er dan ook best trots op om een Westlandse te zijn. We zijn aanpakkers, doeners. Ik ben geboren en opgegroeid in Monster. Op mijn zestiende verhuisden we naar ‘s-Gravenzande. Daar woonde ik tot ik op kamers ging in Den Haag. Ik heb ook in Rotterdam gewoond. Maar toen ik moeder werd kwam ik weer terug naar het Westland. Hier is ruimte en ik heb mijn familie in de buurt. Hoewel ik in mijn leven op veel plekken in de wereld geweest ben, en ook wel blij ben dat ik een brede blik op die wereld heb kunnen ontwikkelen, ga ik naarmate ik ouder wordt mijn roots steeds meer waarderen.

Wat bracht jou op al die plekken in de wereld? 

Het vliegtuig! Ik ben jarenlang stewardess geweest voor KLM. Dat wilde ik eigenlijk van jongs af aan al worden; hostess of stewardess. Maar mijn ouders stuurden me eerst een andere richting uit. Na de Eben Haëzer school en de mavo ging ik Schoevers doen, want daar kon je een boterham mee verdienen. Dat was ook zeker een mooie basis en ik heb er nog steeds profijt van, maar Ik wilde toch eerst meer op onderzoek; wie ben ik en wat past er bij mij? Ik heb allerlei banen gehad: in het Bronovo ziekenhuis, bij een makelaar... En ook een paar jaar als grondstewardess bij Martinair.

Dat kwam al in de richting...

Ja. Maar tijdens de Golfoorlog werden alle contracten ontbonden. Ik ben toen in de reiswereld terechtgekomen: als inkoper van vakantiereizen. Interessant, en je kwam op allerlei plekken om te kijken hoe het daar was. Ze verwelkomden me met open armen. Ik heb nog een tijdje marketing gedaan, maar dat lag me minder. Dan heb je andere taken en belangen en voel je je minder welkom.

Vind je dat zo belangrijk? 

Ik denk dat iedereen zich welkom wil voelen. Gezien en gehoord wil worden. Dat is ook wat ik in mijn werk als stewardess altijd heb willen uitstralen. Op mijn 306e wilde ik eigenlijk wat anders dan wat ik bij de touroperator deed. Ik besloot wat meer te gaan freewheelen. In die tijd ontmoette ik mijn man, dus ik was tegelijkertijd juist bezig me wat meer te binden. Ik solliciteerde bij KLM en werd aangenomen als stewardess. Dat heb ik bijna twintig jaar gedaan.

Hoe kon je daar mensen zien en horen? 

Een stewardess is echt meer dan een serveerster in de lucht. Je hebt natuurlijk ook met veiligheid te maken en dat vraagt om kennis en mensenkennis. Maar het werk is ook wat je er zelf van maakt. Wat mij altijd boeide was de ontmoeting met mensen. Wat brengt hen tot reizen? In later jaren was ik werkzaam in de business class en dan heb je ook minder passagiers om voor te zorgen. Toch heb je niet voor iedereen tijd, dus je scant wie er zijn en wie wellicht juist dat contactmoment even nodig hebben. Maar misschien is dat ook iets wat in mij zit. Ik heb in ieder geval gemerkt dat het vaak wel gewaardeerd werd. Naast het vliegen ben ik ook altijd met andere dingen bezig geweest. Zo heb ik een coaching opleiding gedaan. Puur om mezelf te ontwikkelen.


Waarom ben je gestopt? 

De laatste jaren dat ik vloog was ik ook mantelzorger voor mijn moeder en schoonmoeder. Dat ervoer ik als een hoge druk. Je moet alle ballen maar hoog zien te houden. En het hielp niet als ik aan de andere kant van de oceaan was. Dan zat het nog steeds in mijn hoofd. Mantelzorgen gaat altijd door, ontdekte ik. Omdat je niet alleen zorgt voor, maar je ook zorgen maakt over. Dat maakt het zwaar. Mijn vriendin Ingrid de Geus, fysiotherapeute in Hoek van Holland, kwam tot dezelfde conclusie en zij ontdekte dat mantelzorgers daar ook lichamelijke klachten door kregen. Met haar en mijn ervaring, en onze wederzijdse expertise, besloten we dat we meer wilden betekenen voor mantelzorgers. Daarom hebben we Stichting de Roodkapjes opgericht. Dat werd een missie en een missie kun je niet half doen. Eind 2020 heb ik daarom mijn baan bij KLM opgezegd om me hier fulltime aan te wijden. Op mijn laatste werkdag kreeg ik de kans om mijn verhaal te vertellen aan de directeur van KLM, Pieter Elbers, en aan Wobke Hoekstra. Dat was een mooi moment.

Eh, Roodkapje? 

Roodkapje ging met een mandje lekkers naar haar grootmoeder. Ze was dus eigenlijk mantelzorger. Dat hebben we niet zelf bedacht hoor. Het is ‘geleend’ van Loesje.

Wat doen de Roodkapjes? 

We zijn een stichting met een ANBI-status,, dus zonder winstoogmerk. We helpen mantelzorgers om balans te vinden tussen de zorg voor een ander en de zorg voor zichzelf. Veel mantelzorgers vragen het uiterste van zichzelf. Maar het is juist heel belangrijk om ook je eigen grenzen te bewaren. Anders val je om. In het Westland bijvoorbeeld zijn naar schatting zo’n 33.000 mantelzorgers actief. Eén op de tien is overbelast of dreigt dat te worden. Dat is zorgelijk. Tegelijkertijd neemt de vraag alleen maar toe. In 2040 zijn er zoveel mantelzorgers nodig dat vrijwel niemand er meer aan ontkomt. Er wordt steeds meer van mensen gevraagd. Dan is het wel belangrijk dat je kunt blijven staan.


Hoe kunnen jullie daarbij helpen? 

Het begint met veel luisteren. Wat is er nodig? Waar lopen mensen tegenaan? Maar het is soms ook noodzakelijk om bewustwording te creëren. Sommige mensen zien zichzelf niet eens als mantelzorger. “Het is toch normaal dat je dit doet”, zeggen ze dan? Daarnaast richten onze activiteiten zich op ontspannen en op leren. Ontspannen doen we onder andere door veel naar buiten te gaan. Met mensen de natuur in. Mensen letterlijk even uit de zorgsituatie halen. We zijn geen wandelclub, maar buitenactiviteiten zijn wel heel belangrijk. Daarnaast coachen en begeleiden onze Roodkapjes mantelzorgers. We geven tips en oefeningen om te kunnen ontspannen. Het is allemaal heel toegankelijk. Het belangrijkste is, daar is het weer, dat mantelzorgers zich gezien en gehoord weten. We brengen ook mantelzorgers met elkaar in contact. Samenredzaamheid noemen we dat. Je staat er niet alleen voor.

Wat is het voornaamste probleem? 

(Denkt na) Jezelf kunnen begrenzen denk ik. Mensen moeten echt leren voelen hoe ze erbij zitten. En waar het ophoudt. “Het kan niet”, horen we zo vaak van hen als we zeggen dat het misschien iets minder moet. Maar met de juiste skills en kennis kan dat wel.

Doen welzijnsorganisaties ook niet zoiets? 

Ja. Maar die houden zich toch heel vaak met regelzaken bezig. Dat kan natuurlijk ook de last van de mantelzorger verlichten. Maar wij zijn er echt voor de mantelzorger zelf. Niet om problemen op te lossen, maar even de steun te zijn. Maar op hun gebied hebben zij mensen en ons veel te bieden. Ik denk dat we elkaar enorm kunnen aanvullen. Ik zoek echt de samenwerking met deze organisaties, en, eerlijk is eerlijk, ook financiers om dit verder uit te bouwen. We hebben in Rotterdam onze plek gevonden, en willen nu verder.

Je werkt nog niet echt in Westland... 

We werken ook in Hoek van Holland, en dat ligt al heel erg tegen het Westland aan. Van de zeven Roodkapjes die we al hebben opgeleid zijn er ook een aantal uit het Westland. Misschien dat Westlanders ons juist extra nodig hebben omdat dat idee van ‘dat doe je gewoon’ bij ons al zo sterk in de genen zit. Tegelijkertijd wordt ons geleerd: niet zeuren, gewoon doen. Ik denk dat Westlanders daardoor misschien nog meer risico lopen op overbelasting. Maar als we met Westlanders praten, gaan ze op een gegeven moment vaak toch open.

Wat wil je bereiken? 

Ik besef dat we echt niet iedereen kunnen helpen. Maar al kunnen we maar een voorbeeld zijn van hoe je mantelzorgers serieus moet nemen, dan is mijn missie geslaagd!