Op de pijp met... Ton en Cisca van Rijn

Algemeen
Afbeelding

Even pauze. Even op de pijp. Bakkie doen, praatje maken. Met en over bijzondere Westlanders. Westlanders met een verhaal. Over Westlandse waarden, en over heden, verleden en toekomst. Deze keer praten we met: Ton en Cisca van Rijn.

Tekst: Esdor van Elten / Foto: Ton van Zeijl

Na veertig jaar ondernemerschap, waarvan 25 jaar in de kaas en de laatste vijftien jaar als de ‘Westlandse Wijnhandel’, gaan Ton (68) en Cisca (67) van Rijn met pensioen. “Er moet een keer een eind aan je werkzame leven komen.” Ton en Ciska wonen in Naaldwijk. Samen hebben ze drie kinderen en zeven kleinkinderen.

Van wie ben je er één?

Ton: ik ben er één van de koster! Mijn vader was koster en tevens begrafenisondernemer van de Agneskerk op de Beeklaan in den Haag. Ik ben geboren in Den Haag als vijfde van negen kinderen dus, ik ben geen Westlander van geboorte, maar woon inmiddels alweer 45 jaar in Westland. Ondanks dat mijn vader begrafenisondernemer was waren we een vrolijk gezin waar veel kon.

Cisca: Ik ben er één van Frank Bijl uit De Lier. Ik ben de achtste in een gezin van tien. Een echt arbeidersgezin. Mijn vader was, zoals dat heette, los arbeider. In de winter in de spruiten, in de zomer kassenbouw en -onderhoud, en tomaten dieven, plukken, noem het maar op.

Wat wilde je zelf worden toen je klein was?

Ton: Eigenlijk zat het ondernemerschap er al vroeg in. Om een ‘eigen’ centje te verdienen begon ik op mijn 12e al met een krantenwijk, en op zaterdag waste ik de auto’s van de café-gasten bij ons thuis op de hoek. Na de lagere school ben ik naar de Detailhandelsschool gegaan aan de Schenkkade in den Haag. Heb tijdens mijn stage periode in de Herenmode gewerkt, in een speelgoed en geschenkenhuis zoals ze dat toen noemden. Tijdens deze schoolperiode ook mijn zieke vader vervangen in het werk in de kerk. Na de detailhandelsschool heb ik nog diverse cursussen gedaan, waaronder de slijtersvakopleiding en later de opleiding tot vinoloog, daarbij ook nog management en marketing.

Cisca: Ik was een meisje, dus mijn ouders vonden opleiding niet echt nodig. Ik heb alleen het nodige aan onderwijs gekregen: na de Prinses Ireneschool ging ik naar de Vakschool voor meisjes aan de Dijkweg. Toen ik klaar was met school ging ik bij mijn moeder in de huishouding. Na een half jaar waren we er allebei van overtuigd dat dàt toch niet zo’n goed idee was. Vervolgens ging ik aan het werk bij de supermarkt van in De Lier, vervolgens twee jaar een uitstapje naar de gezinsverzorging gemaakt om daarna terug te keren bij Profimarkt. Daar ben ik uiteindelijk hoofdkassière geworden. Maar op den duur was ik de verantwoording over de kassapartij zat. Ik wilde geen verantwoording meer. Ben toen bij op de Bloemenveiling beland, boeketjes maken. Maar ook daar zagen ze dat ik meer kon, dus ik kwam op weer op kantoor te werken. Dat heb ik gedaan tot we in 1982 voor onszelf begonnen.


Hoe hebben jullie elkaar ontmoet?

Ton: In De Lier. Profimarkt zocht iemand voor de slijterij, hoorde ik van mijn moeder. Ik wist niet eens waar De Lier lag. Dus ik voor mijn sollicitatiegesprek op mijn brommertje naar het Westland.

Cisca: Alle meiden keken altijd uit naar de ‘nieuwe’ sollicitanten. Toen Ton binnenliep zei ik, ‘zo, die ziet er goed uit.’ We hebben een jaar samengewerkt, maar toen hadden we geen relatie.

Ton: Pas toen Cisca een andere baan kreeg, kregen we een relatie. Ik ben niet veel langer bij Profimarkt gebleven overigens. Ik stapte over naar Honders kaas, noten, wijn en delicatessen in s’ Gravenzande. Dat werd geen succes, want de eigenaar had zijn ‘huiswerk’ niet goed gedaan en we werden weggeconcurreerd door de nieuwe Kaashal. Ik ging weer de slijterij in. Bij Impodra aan de stationsweg bij Hollands Spoor, waar de dames van plezier in werkkleding nog wel eens een fles champagne kwamen halen als ze een goede klant hadden. We hebben daar in de buurt, rond het Huijgenspark, een hoop meegemaakt. Lui die met paarden ‘Bonanza’ (een westernserie uit die tijd- EvE) naspeelden om het verkeer te ontregelen en allerlei vormen van overlast en diefstal. Toch ben ik nooit bang geweest. Ook heb ik in Rijswijk een Impodra gedraaid.

Jullie wilden graag iets voor jezelf...

Ton: In 1982 kregen we de kans om iets voor onszelf te beginnen. In Naaldwijk startten we onze winkel Selabon: kaas, noten, wijn en delicatessen, later werd de naam veranderd in Kaaskenner Ton van Rijn.

Ton: We wilden het beste van het beste zijn. Nieuwe dingen ontwikkelen. Tegelijkertijd ook specialiseren. Uiteindelijk werd dat in de kaas. Dat hebben we 25 jaar volgehouden, maar toen werd Cisca ziek.

Cisca: Ja ik was behoorlijk ziek in die tijd.

Ton: Daarom besloten we de boel te verkopen. Dat was binnen een week geregeld. En vervolgens zijn we leuke dingen gaan doen.


Maar niet voor lang...

Ton: Na een half jaar begon het toch weer te kriebelen. Toen in Honselersdijk een pand vrij kwam wilden we daar starten met een wijnwinkel, waarbij Cisca dan kookworkshops zou gaan geven. De verkoop van het pand ketste af, maar in dezelfde tijd kwam het pand van Van der Ende aan de Verburchlaan in Naaldwijk te koop.

Cisca: De staat van het huis was toen niet best, maar ik zag met alle ruimte die er was wel heel veel mogelijkheden. Dus in september 2007 hebben we het huis gekocht en zijn we met de Westlandse Wijnhandel begonnen.

Waarom wijn?

Ton: Kaas was inmiddels een gepasseerd station. Maar ik geloof wel erg is specialisatie: één ding goed doen. En wijn is een mooi product met een verhaal.

Cisca: we kozen ook voor een duidelijk profiel: authentieke, eerlijke wijnen van kleine wijnboeren. Geen massa, maar kwaliteit. Bij de wijnen gaf ik aanschuifdiners om te tonen en te ervaren wat een goede combinatie van wijn en eten kan doen met je smaak.

Ton: In eerste instantie werkten we met leveranciers die we nog kenden van de ‘kaastijd’. Toen ontmoetten we op een beurs Harry. Een eigenwijze man, maar met een enorme kennis van wijn en een groot netwerk van wijnhuizen. Hij ging voor ons importeren.

Cisca: Toen Harry overleed hadden we een probleem, want wij spreken nauwelijks Frans. Dus zelf contacten leggen werd lastig. Gelukkig hadden we een klant die vloeiend Frans sprak èn die graag de wijn in wilde, dus zij nam de rol van Harry over.

Westlanders zijn toch meer bier- dan wijndrinkers?

Ton: Wij waren overtuigd: we hebben Westlanders aan de buitenlandse kaas gekregen, dus we krijgen ze ook aan de wijn. En dat is ook gebeurd. Ik durf wel te zeggen dat we Westland hebben leren genieten van goede wijn. Daarin konden we bouwen op het vertrouwen dat mensen in ons hadden, omdat ze ons kenden.

Samenwerken als echtpaar, ging dat?

Cisca: We hebben het toch maar veertig jaar volgehouden! En zonder veel moeite. Natuurlijk heb je wel eens meningsverschillen, maar daar kom je samen ook wel weer uit.

En nu is het klaar...

Cisca: Ja. Niet omdat we de klanten zat zijn. Die zijn geweldig! En we zijn nog steeds echte winkeldieren, we hebben nog steeds ideeën. Maar er moet een keer een eind komen aan je werkzame leven.

Ton: Waar we wel steeds meer moeite mee hadden waren de regeltjes, de wetjes, de administratie. We hebben er twee jaar mee geworsteld, maar uiteindelijk de knoop in augustus dit jaar doorgehakt. Op 31 december is het officieel klaar. In januari hebben we dan nog wel een leegverkoop, met aanbiedingen en acties. En afscheid nemen. We zijn heel verrast dat ons stoppen bij veel mensen leidt tot reactie en emoties. Dat is ook mooi, dan heb je iets betekend.

En dan?

Cisca: De wijde wereld. Wennen aan dat er geen verplichtingen meer zijn. Ton: We zijn nu nog te gefocust op de klanten en het werk. In februari gaan we wel zien. De toekomst ligt open!