Alkmaarse horeca zet terrassen buiten

Algemeen
Karin Hiemstra, eigenaar van fonduerestaurant De Fransman aan de Mient, zette vandaag sinds lange tijd haar terras weer buiten.
Karin Hiemstra, eigenaar van fonduerestaurant De Fransman aan de Mient, zette vandaag sinds lange tijd haar terras weer buiten. (Foto: Vincent de Vries)

ALKMAAR - Een vreemd gezicht. Overal in Alkmaar waren plotseling de terrassen gevuld met tafels en stoelen. De Alkmaarse horeca zette dinsdagochtend de terrassen buiten, als protestactie tegen de coronamaatregelen uit Den Haag, waardoor de horeca zijn deuren dicht moet houden. Ook Karin Hiemstra, eigenaar van fonduerestaurant De Fransman aan de Mient, zette vandaag sinds lange tijd haar terras weer buiten.

“Het voelde ouderwets vertrouwd!”, zegt Karin, die naast restauranteigenaar ook voorzitter is van Koninklijke Horeca Nederland (KHN), afdeling Alkmaar. “Wat ik doe als mensen gaan zitten en een drankje willen bestellen? Dan moet ik ze helaas wegsturen. We willen als horeca een statement maken dat we onderdeel van de oplossing zijn. Hier kunnen we op een veilige manier mensen laten genieten van het mooie weer. Burgemeester Roemer belde nog om te vragen wat we gingen doen. We gaan iets doen wat niet mag, zei ik. Hij kon er wel om lachen.”

Onverteerbaar

Het contact met de gemeente is volgens Karin goed. “Ik kan niet anders zeggen. Ze proberen - daar waar ze kunnen - ons echt te helpen. Het is Den Haag waar het misgaat. Als de de voorzitters van de 25 veiligheidsregio’s vóór opening van de terrassen zijn en de Tweede Kamer ook, waarom gebeurt er dan niets?! Dat is voor mij en al mijn collega’s onverteerbaar. Ik schaam me kapot. We zitten allemaal diep in de problemen en ik word regelmatig gebeld door horecaondernemers die volledig vastlopen. Als straks alles wél weer open mag, kan het tekort aan personeel ook nog een probleem worden. Velen hebben inmiddels ander werk gevonden en het is maar de vraag of ze terugkeren. Dit probleem zal in Alkmaar meevallen, verwacht ik. De grote bedrijven hebben hun vaste personeel grotendeels onder kunnen brengen bij bedrijven in de regio. Die keren straks weer terug op hun oude stek. Hopelijk gaat het snel gebeuren, want we zijn het he-le-maal zat.”