Talent in Rijswijk (2): veelzijdig hobbyfotograaf Rob van Roosmalen

Algemeen
Rob van Roosmalen in actie.
Rob van Roosmalen in actie. (Foto: Mieke Barendse)

Een man staat foto’s te maken van iets in de Minister Lelylaan. Wat probeert hij vast te leggen? ‘Ogen’ in de berkenstammen, blijkt bij navraag. De laatste tijd zoekt fotografietalent Rob van Roosmalen (64) steeds vaker een creatieve invalshoek.

Welk talent laat je hier zien?

“Fotograferen. Ik doe eigenlijk alle soorten fotografie. Van portret- tot landschapsfotografie. Maar ook architectuur, en sinds kort creatieve fotografie. De ogen in de berken bijvoorbeeld, maar ik ben ook op zoek naar aparte vormen. Meeuwen in een vlucht over het water. Met een lange sluitertijd lijken die meeuwen een soort golven.”

Hoe ben je hiermee begonnen?

“Mijn vader had een Agfa Clack-camera. Daar kon je acht zwart-witfoto’s mee maken. Als 12-jarige mocht ik dan één foto maken. Dat was heel spannend, want het duurde weken voor je het resultaat had. Later kreeg ik van mijn vader een camera. Rond mijn zeventiende kwam ik een vriend tegen met een spiegelreflexcamera, die ik een keer mocht gebruiken. Zo begon het. Ik bekostigde mijn hobby door te fotograferen bij sport- en toneelverenigingen. Toen kreeg ik een gezin en ging ik fulltime werken. Pas rond mijn veertigste kreeg ik weer meer tijd voor mijn hobby. Ik ging naar de Fotovakschool in Apeldoorn en in Rijswijk bij Fotoclub F70. Inmiddels zit ik daar in het bestuur.”

Hoe reageren anderen erop?

“Het leukste vind ik straatfotografie. Daarbij heb je de meeste interactie met mensen. Ik fotografeerde bijvoorbeeld in Amsterdam een man op een binnenvaartschip. Hij creëerde prachtige bouwsels met lucifers en houtjes. Dat fascineerde me. De man vroeg waarom ik hem fotografeerde. Hij vertelde dat hij een schilder was, die in de AOW was geraakt. Deze hobby had hij opgepakt omdat-ie betaalbaar was. Zijn droom was ooit zijn bouwwerken te exposeren.
Ik werkte ook een tijdje in Delft met het thema ‘in love’; ik fotografeerde mensen op terrassen die duidelijk verliefd waren. Toen ik een Engels/Italiaans stel fotografeerde, zei ik daarna: ‘You must be just in love’, zo verliefd als ze eruit zagen, maar ze bleken al twaalf jaar samen te zijn. Soms zien mensen door je foto ook iets wat hun niet eerder opviel.”

Wat was je meest bijzondere foto?

“Ik zeg altijd: de laatste foto die ik heb gemaakt. Als een innovatieve foto lukt, is dat een enorme kick. Laatst bijvoorbeeld in de Hoekpolder, toen het heel mistig was. Alleen het rondlopen in de mist is al magisch, maar dat je dan ook ineens alle storende dingen kwijt bent. Masten, lelijke flats, etcetera. Het is leuk om te zien dat je op één plek duizend verschillende foto’s kunt maken. Zo fotografeerde ik eens een elektriciteitsmast bij avondlicht: wow. Eigenlijk is zo’n paal heel lelijk, maar door het licht werd het juist heel mooi. Lelijkheid kan ook heel mooi zijn. Dat zie je ook bij urban exploring, de fotografie van vervallen gebouwen.
Ook mooi: foto’s met emotie. Zo heb ik een foto gemaakt van een huilend meisje op een bankje; je ziet de tranen lopen.”

Wat wil je verder nog kwijt?

“Je kunt in Rijswijk fantastische foto’s maken als je daar de moeite voor neemt. En: als je je wilt ontwikkelen, helpt het om bij een fotoclub te gaan. Daar krijg je nieuwe inzichten van gastsprekers, en mensen met dezelfde passie.”

Ook ergens talent voor? Mail naar redactie.gr@uitgeverijwestmedia.nl o.v.v. ‘Talent’.

De molen in Hoekpolder in de mist.
De molen in Hoekpolder in de lente.