Extra bewaking voor bloemenkransen na Dodenherdenking
De bloemenkransen die dit jaar bij de Rijswijkse dodenherdenking voor het monument in Park Hofrust worden geplaatst, zullen extra worden bewaakt. Deze maatregel moet een herhaling van vorig jaar voorkomen, toen vandalen de geplaatste kransen opzettelijk vernielden.
Door: Marc Tangel
De gemeente Rijswijk heeft besloten de bloemstukken ‘s nachts op te bergen op een veilige plaats. Daarnaast zal de politie extra surveilleren en handhaven in het betreffende gebied. Aanvullend is raadslid Marc Weterings een eigen initiatief gestart om de kransen overdag te bewaken. “Er hebben zich al een aantal vrijwilligers gemeld en vrijwel dagelijks krijg ik enthousiaste reacties van mensen die willen meehelpen”, vertelt Weterings. Het raadslid is nog steeds geschokt over de gebeurtenissen van vorig jaar, toen tot drie keer toe de geplaatste herdenkingskransen door jongeren werden vernield. “Al doe je nog zo je best, je kan de jongste generatie niet dwingen zich betrokken te voelen bij de Tweede Wereldoorlog”, constateert hij. “Maar loop hier dan gewoon voorbij en blijf van andermans spullen af! Dankzij de mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn gestorven, kunnen wij nu in vrijheid leven. Dat besef lijkt steeds verder te verdwijnen. Het is dan ook niet de bedoeling dat we de bloemenkransen alleen bewaken, we hopen met de voorbijgangers ook in gesprek te komen over dit onderwerp.”
Verdeeld
Weterings benadrukt dat hij dit initiatief op persoonlijke titel genomen heeft. De Rijswijkse politiek reageert verdeeld op het voorstel. Een gemeentewoordvoerder laat weten het initiatief een mooi gebaar te vinden, maar Coen Sleddering, voormalig fractievoorzitter van de Rijswijkse VVD-tak, is van mening dat Weterings te ver gaat: “Het is niet goed dat burgers de verantwoordelijkheid gaan nemen voor de openbare orde en veiligheid ”, schrijft Sleddering in zijn column voor InRijswijk. “Weterings is een zeer actief en bevlogen raadslid, maar hij moet niet op de stoel gaan zitten van de bestuurders van onze stad. Zeker niet als het gaat om de openbare orde en veiligheid.”
