Gemeenten gaan aandringen op grotere rol in totstandkoming recyclingsafspraken met producenten

Algemeen
Wethouder Armand van de Laar aan het woord tijdens het jaarcongres van de VNG (Vereniging der Nederlandse Gemeenten) op 29 juni.
Wethouder Armand van de Laar aan het woord tijdens het jaarcongres van de VNG (Vereniging der Nederlandse Gemeenten) op 29 juni. (Foto: Facebook)

Gemeenten gaan aandringen op een grotere rol bij de totstandkoming en implementatie van afspraken over recycling met producenten. De motie die gemeente Rijswijk hiertoe heeft ingediend bij de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten), en die ondersteund wordt door 35 andere gemeenten, is dinsdag 29 juni aangenomen tijdens het jaarcongres van de VNG.

Op Facebook liet wethouder Armand van de Laar later op de dag weten blij te zijn met de grote steun voor de Rijswijkse oproep. Die steun betekent dat de VNG er bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat op gaat aandringen dat gemeenten voortaan mee mogen denken over zogeheten UPV’s, en over hoe de kosten voor restafval- en PMD-verwerking eerlijk worden gedeeld met de producenten van het afval.

Unaniem aangenomen

De motie, met de titel ‘Meer aandacht voor rol gemeenten bij totstandkoming en implementatie van UPV-afspraken’ werd vandaag unaniem aangenomen door de VNG.

UPV’s

Als het de VNG lukt het ministerie van I&W te overtuigen, betekent dat dat gemeenten voortaan om de tafel mogen als er recyclingsafspraken in de vorm van UPV’s (Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid) worden gemaakt. Via UPV’s maakt het ministerie van I&W (Infrastructuur en Waterstaat) nu al afspraken met afzonderlijke producenten en branches. Een bekend voorbeeld van een UPV is het statiegeldsysteem voor plastic flessen. Maar ook heffingen in de consumentenprijs kunnen bepaald worden door een UPV.  

Meer de regie nemen

Inmiddels zijn voor sommige producten of productgroepen UPV’s ingericht, zoals verpakkingen, matrassen, batterijen, auto’s en elektrische apparaten. Maar voor de meeste andere producten is dat nog niet het geval. Ook is de inzameling voor elke UPV net even anders geregeld, waardoor ze niet optimaal bijdragen aan een sluitende, efficiënte, afval- en grondstofketen en dus ook niet aan een circulaire economie. Als de minister meer de regie neemt in het hele proces van afvalproductie en -verwerking conform de EU-richtlijn, wordt dit beter, verwachten de gemeenten. 

Escalatiemodel

Gemeenten moeten van de wet het restafval inzamelen. Voor een deel zamelen ze afval in van producenten waarvoor een UPV is afgesloten. Hiervoor betalen de producenten een vergoeding, maar over de hoogte daarvan worden gemeenten en branches het niet altijd eens. In deze gevallen is er nog geen zogeheten escalatiemodel. En dat moet er wel komen volgens de gemeenten, want anders draaien zij vaak op voor de kosten. En indirect dus de belastingbetalende burger.

Eerlijke rol gemeenten

Wat de gemeenten eigenlijk willen: een eerlijke rol, zorgen dat ze op een zo efficiënt mogelijke manier afval kunnen inzamelen en daarbij de belangen van de inwoners ook steeds meenemen.

De gemeenten die de motie ondersteunden, waren Leidschendam-Voorburg, Wassenaar, Midden-Delfland, Delft, Pijnacker-Nootdorp, Nieuwkoop, Zaanstad, Bodegraven-Reeuwijk, Enschede, Almelo, Haaksbergen, Hof van Twente, Oldenzaal, Dinkelland, Twenterand, Wierden, Borne, Losser, De Wolden, Roosendaal, Hellendoorn, Dijk en Waard, Noordoostpolder, Kampen, Dalfsen, Amersfoort, Purmerend, Hendrik-Ido-Ambacht, Edam-Volendam, Lelystad, Bloemendaal, Heemstede, Aalsmeer, Amstelveen en Diemen.