Het Schiedam van Kor Kegel: Een 6,7 voor Station Tochtgat

Algemeen
Kor Kegel
Kor Kegel

Toen ik vijftig jaar geleden mijn eerste schreden zette in de journalistiek, ging ik elke dag naar de Haagsche Courant, waar ik in anderhalve maand klaargestoomd werd voor Schiedam. Het avontuur waaraan ik begon had maar één schaduwzijde. Het vertrek vanaf dat vreselijke NS-station Schiedam/Rotterdam-West. Wat vond ik dat een troosteloos tochtgat!

Grauw. Koud. Als het regende, lekte het overal. Natte perrons. Je zag in de plassen de akeligheid van het barre weer buiten weerspiegeld. Dubbel ellende. Het was zomer en zelfs op zonnige dagen was het station grauw en foeilelijk. Zo krijg je mensen niet in het openbaar vervoer.

Er is in en rond het station veel veranderd. Er kwam een metrolijn bij, de toegankelijkheid werd vriendelijker en dat naargeestige Stationsplein is geen unheimisch busstation meer, maar een redelijk leefbaar winkelgebiedje waar zich op mindere uren gespuis ophoudt. Uit de naam van het station viel Rotterdam-West weg en het ging Schiedam-Centrum heten. De Nederlandse Spoorwegen en ProRail hebben een nationale Stationsbelevingsmonitor laten maken, uitgevoerd door I & O Research, dat in het hele land 85.000 stationsbezoekers ondervroeg. Het station Schiedam-Centrum scoorde een 6,7. Daarmee verkeert het Schiedamse station in de onderste regionen. Het verbaast me niets.

Nu is elk station natuurlijk een tochtgat, want je kunt moeilijk de binnenkomende treinbestuurders eerst op de deur laten kloppen. Zelfs in ondergrondse stations tocht het daarom. Het scheelt als je er een kop koffie en een kroketje kunt kopen. Maar de omgeving wil ook wat. Station Schiedam-Centrum heeft een naargeestig achterland. De voorkant is wel levendiger dan vroeger, met café Pleinzicht als absoluut hoogtepunt, maar veel treinreizigers gunnen zich daar de tijd niet voor. Het Stationsplein moet het hebben van een stedelijker aankleding. 

Nu is elk station natuurlijk een tochtgat, want je kunt moeilijk de binnenkomende treinbestuurders eerst op de deur laten kloppen. Zelfs in ondergrondse stations tocht het daarom. Het scheelt als je er een kop koffie en een kroketje kunt kopen. Maar de omgeving wil ook wat. Station Schiedam-Centrum heeft een naargeestig achterland. De voorkant is wel levendiger dan vroeger, met café Pleinzicht als absoluut hoogtepunt, maar veel treinreizigers gunnen zich daar de tijd niet voor. Het Stationsplein moet het hebben van een stedelijker aankleding. Ik vind dat ontwerp voor S’maak wel uitdagend. En ik ben ook voor herontwikkeling van de AMEC-flat. De Historische Vereniging Schiedam vindt het een interessant voorbeeld van Wederopbouw-architectuur. Dat is wel de slechtste architectuur die er ooit geweest is. Ze hield geen rekening met de stad hoe die geweest was. Wederopbouw vraagt gewoon om wederopbouw.