Jules Bijl keert als waarnemend burgemeester terug in welbekend Schiedam

Nieuws
Achter Jules Bijl staat het voormalige kantongerecht, waar zijn vader werkte in de kamer linksboven de trap.
Achter Jules Bijl staat het voormalige kantongerecht, waar zijn vader werkte in de kamer linksboven de trap. (Foto: Kor Kegel)

Op zijn eerste werkdag wordt hij al op straat herkend. Staande op de Taanbrug, met op de achtergrond het voormalige kantongerecht waar zijn vader werkte als gerechtsgriffier, wordt Jules Bijl aangesproken.

Door Kor Kegel

“Jules?” checkt de voorbijgangster. Ze houdt haar pas in. Hij knikt. Tess heet ze en ze werkte bij de gemeente Leidschendam-Voorburg, waar Jules Bijl van september tot maart waarnemend burgemeester was. “Mijn man heeft daar een restaurant, 1714,” zegt Tess wijzend naar het begin van de Lange Haven. “Wat leuk om je hier in Schiedam te zien. Veel succes!”

Daar zal Jules Bijl dus vast wel eens gaan eten. De nieuwe (waarnemend) burgemeester van Schiedam kijkt even aan of het woon-werkverkeer tussen Voorburg en Schiedam knelpunten oplevert en wie weet verhuist hij naar Schiedam, ook al zal hij hooguit een jaartje waarnemend burgemeester zijn. “Ik heb geen achterban met wie ik moet overleggen. Ik kan het zelf bepalen,” zegt hij.

Jules Bijl kent Schiedam goed. Hij is er opgegroeid. “Mijn ouders komen uit de Hoeksche Waard, mijn vader uit Klaaswaal, of Klèswèl, zoals ze dat daar zeggen, en mijn moeder uit Zuid-Beijerland. Er was daar geen ziekenhuis en ik werd geboren in een kraamkliniek aan de Heemraadssingel. Daarom draag ik mee: geboren in Rotterdam. Ik was twee maanden toen mijn vader een baan kreeg bij het kantongerecht in Schiedam en we verhuisden naar de De Savornin Lohmanlaan in de wijk Nieuwland.”

De woningen daar zijn gesloopt en maakten tien jaar geleden plaats voor nieuwbouw. Jules Bijl gaat er binnenkort eens kijken. Hij heeft met zijn ouders ook nog gewoond in de P.J. Troelstralaan en later aan het Van Rijkpad in Woudhoek. Qua afstand had het voor de hand kunnen liggen dat hij voor zijn middelbare-schoolopleiding naar Schravenlant of Spieringshoek was gegaan, maar hij koos voor het Groen van Prinstererlyceum in Vlaardingen. “Daar had ik kennissen en het leek me een leuke school. Dat bleek het ook te zijn.”

Na het atheneum ging hij studeren aan de Erasmus Universiteit en woonde hij in de Galileïstraat, of, “zoals ze in Schiedam-Oost zeggen, de Gallilijstraat.” In zijn studententijd kwam hij in de Quibus aan de Lange Haven en in Rotterdamse cafés als Dizzy en De Overheid.

Hij maakte het 700-jarig bestaan van de stad Schiedam mee en ging in 1983 naar het Schiepopfestival aan het Spinhuispad, waar Herman Brood & His Wild Romance optraden en de Hell’s Angels een enorme vechtpartij ontketende.

In dat jaar begon hij zijn loopbaan bij de overheid, te beginnen bij de provincie Zuid-Holland. “Ik had als kind een droom. Ik wilde burgemeester worden én ik wilde naar het buitenland. Dat buitenland kwam eerst, want nadat ik gemeentesecretaris van Boskoop en later van Stadskanaal was geweest, kwam ik te werken op Curaçao als directeur van het kabinet van de gouverneur van de Nederlandse Antillen. In 1999 kwam ik terug naar Nederland en werd ik inderdaad burgemeester, van Eemnes. Tegelijk was ik een jaar waarnemend burgemeester van Montfoort. In 2010 ging ik terug naar Curaçao en werd ik onder andere ambassadeur.”

“Weer terug in Nederland,” vervolgt hij, “vond ik dat ik nog niet te oud was om nog wat te gaan doen. In Vlaardingen vroeg D66 me in 2020 om wethouder te worden. Dat was ik nog geen jaar.” De Commissaris van de Koning in Zuid-Holland, Jaap Smit, had namelijk een waarnemend burgemeester nodig in Leidschendam-Voorburg. “Ik had het er met Jaap Smit over gehad dat het burgemeesterschap me toch meer lag dan het wethouderschap. En nu dus Schiedam. Ik heb van Cor Lamers een handig overdrachtsdossier gekregen. Tien pagina’s. Maar als je alle links opent, komt er toch heel veel informatie tevoorschijn, hoor.”