Jan Struijs spreekt moedig over de morele dilemma’s van toen en nu

Nieuws
Jan Struijs is nog vaak in zijn geboortestad Vlaardingen.
Jan Struijs is nog vaak in zijn geboortestad Vlaardingen. (Foto: Patrick Wanders)

Elk jaar is hij aanwezig bij de uitreiking van de Geuzenpenning in de Grote Kerk van Vlaardingen. Elk jaar loopt hij mee met de Geuzenmars. Het Geuzenverzet is zijn inspiratiebron bij zijn lezingen over vrijheid.


Door Kor Kegel

“Het is een rot eind, die wandelmars van Scheveningen naar Vlaardingen,” zegt Jan Struijs. Goeie conditie zeker? “Man, je wilt niet weten hoe beroerd ik in Vlaardingen aankom,” zegt hij, bij wijze van spreken nog nahijgend van de Geuzenmars op zaterdag 9 maart.

Jan Struijs is een telg uit een van de oudste Vlaardingse families. Hij is geboren in de Richard Holstraat in de Vettenoordsepolder, groeide op in de Sperwerlaan, speelde veel buiten en ging een vechtpartijtje niet uit de weg.

Na De Wielewaal deed hij de middelbare school op de Professor Casimir en met klasgenoten uit die tijd zit hij op groepsapps. Zo houdt hij Vlaardingen bij.

Lezing

Hij is nog steeds lid van VFC en komt vanuit Voorne-Putten nog vaak naar Vlaardingen, waar zijn 88-jarige vader woont. Meestal combineert hij het dan met een bezoekje aan café De Waal of café Mes.

Morgen is hij weer in zijn geboortestad. Jan Struijs geeft om 19.30 uur een lezing in De Bibliotheek De Plataan en die gaat enerzijds over de politie in oorlogstijd, met foute agenten en agenten die achter de Geuzen stonden, en anderzijds over de betekenis van de jaarlijkse Geuzenherdenking voor het leven van nu, de dagelijkse actualiteit, met centrale thema’s als vrijheid van meningsuiting, vrijheid van expressie, het recht om jezelf te zijn.

Jongste rechercheur

Jan Struijs is een Bekende Nederlander geworden. Na zijn militaire diensttijd kwam hij in 1980 bij de politie en op 22-jarige leeftijd werd hij de jongste rechercheur van Nederland. “Commissaris Jan Blaauw verleende me dispensatie, want eigenlijk moest je eerst vijf jaar straatervaring hebben als politieagent,” zegt hij.

Hij kreeg een leidinggevende functie op bureau Marconiplein en stapte in 1990 over naar de Criminele Inlichtingendienst van de politieregio Rotterdam-Rijnmond. Ondertussen gaf hij les op de Politieacademie, waar hij in 2008 programmadirecteur werd en de innovatie in de opleiding aanstuurde. Zijn sociale inslag bezorgde hem de bijnaam ‘rode commissaris’. . 

Als voorzitter van de politievakbond sinds 2016 was hij vaak te zien in talkshows op televisie, waar hij zich uitsprak over de georganiseerde misdaad, het geweld tegen gezagsdragers en het tekort aan menskracht bij de politie.

Narcostaat

Zijn uitspraak dat Nederland een narcostaat aan het worden was, bracht hem in contact met ministers en Tweede-Kamerleden. “Natuurlijk zijn we geen Colombia, maar er ontwikkelt zich hier wel een parallelle wereld waarin de grote jongens in de misdaad zich met crimineel geld posities in het bedrijfsleven verwerven. En hoe sterk sta je dan als politieman, wanneer een crimineel met een vakantiepark de schoolklas van je kind een weekje vakantie aanbiedt? Hou je dan als enige je kind thuis?”

Het zijn de morele dilemma’s van deze tijd. Jan Struijs heeft een broertje dood aan corrupte politiemensen en hij spreekt zich daar onomwonden over uit. Bij zijn ‘moedige spreken’ tijdens lezingen put hij uit zijn praktijkervaringen bij de politie en uit zijn familiegeschiedenis. Hij schreef een boekje over zijn oom Arie, een vrijbuiter, die na daden van verzet in oktober 1944 samen met vier vrienden werd doodgeschoten door de Germaanse SS in Vlaardingen. Oom Arie werd gemarteld, maar hield zijn mond. Hij betaalde er de hoogste prijs voor – net als zijn goede vriend Sjaak Boezeman, actief in het Geuzenverzet, die eveneens gemarteld werd, zijn mond hield en het met de dood bekocht na ingesloten te zijn in het Oranjehotel, de gevangenis in Scheveningen waar meer Geuzen vastzaten voor ze gefusilleerd werden.