Op de pijp met... Anouk Arkesteijn

Algemeen
Afbeelding
(Foto: )

Even pauze. Even op de pijp. Bakkie doen, praatje maken. Met en over bijzondere Westlanders. Westlanders met een verhaal. Over Westlandse waarden, en over heden, verleden en toekomst. Deze keer praten we met: Anouk Arkesteijn.

Tekst: Esdor van Elten / Foto: Ton van Zeijl

Anouk Arkesteijn (31) was 23 toen ze hoorde dat ze kanker had. Bijna acht jaar later kan ze het navertellen en ze doet dat in haar boek ‘Ik blijf gewoon Anouk’, waarin ze haar verhaal deelt en de levenslessen die ze leerde. “Het is geen gevecht. Je vecht toch niet tegen je eigen lichaam?” Anouk woont met haar vriend Floyd in Amsterdam.

Arkesteijn. Dat is een bekende naam in het Westland...

Ik ben hier dan ook geboren en getogen. Tot mijn 17e heb ik in Kwintsheul gewoond, totdat mijn ouders naar Honselersdijk verhuisden. Ik handbalde bij Quintus. Mijn vader werkte bij Van der Arend, mijn moeder bij Hamiplant. Dat is allemaal behoorlijk Westlands, toch?

Toch woon je nu in Amsterdam...

Na de Andreashof en de Dalton Mavo deed ik Marketing en Communicatie op het Mbo in Vlaardingen. Tijdens mijn stage in Barcelona proefde ik voor het eerst van het stadsleven. Dat was al een hele ervaring. Maar toen ik in Amsterdam ging studeren ging er een andere wereld voor me open. Mensen gingen op een hele andere manier met elkaar om. Meer open minded, over het algemeen. Na een jaar studie verhuisde ik naar Amsterdam. En daar woon ik nog steeds. Hoewel ik het super naar m’n zin heb merk dat ik nu in een andere levensfase ben beland en toch weer meer behoefte heb aan meer rust.

Wat studeerde je?

Media, Informatie en Communicatie. Ik wilde wat meer de kant van de journalistiek op. Ik werk nu als freelance redacteur, producer en multimediajournalist. Ik maak nu vooral video’s.

Nog tijdens je studie werd je ziek...

Op mijn 22e was ik met een vriendin in Wenen toen ik buikpijn kreeg. Niet zomaar buikpijn, echt de ergste pijn denkbaar. Ik had een cyste van 7 centimeter en hierdoor was mijn eierstok gedraaid. Ze slaagden erin mijn eierstok terug te draaien en de cyste te verwijderen. Maar vier maanden later voelde ik een grote bobbel in mijn lies. Het deed geen pijn, maar ik voelde dat er iets niet klopte. Het ziekenhuis kon in eerste instantie niets vinden. Maar ik vertrouwde het echt niet en terecht, toen ik weer terugkwam voor onderzoek bleek er opnieuw een cyste te zitten die snel groeide. Ze haalden hem eruit en toen ze het onderzochten bleek ik een agressieve vorm van kanker te hebben. Kiemcelkanker.

Dat moet een schok geweest zijn...

Ja en nee. Ik had meteen zoiets van ‘kom maar op met die chemo’s.’ Alsof ik een superpower kreeg. Zoveel kracht had ik nog niet eerder ervaren. Mijn gynaecoloog vroeg zelfs: heb je wel door dat dit over jou gaat? Achteraf denk ik, mijn systeem kon zulk heftig nieuws niet meteen aan. Ik schoot meteen in de regelstand. Ik voelde niet veel omdat er ook niet zoveel te voelen was.

Was je niet bang?

Nee. De arts zei dat ik 95% overlevingskans had als het niet was uitgezaaid. Een longscan moest dat uitwijzen. In de vijf dagen dat ik moest wachten op de uitslag heb ik wel over de dood nagedacht. Me afgevraagd wat ze zouden zeggen op mijn uitvaart. Maar de scan was positief, dat was een hele opluchting. Mijn rechtereierstok werd verwijderd en de rest van het traject liet ik op me afkomen. Ik stond er positief in. Zo positief dat ik vooraf meldde dat ik tijdens de chemotherapie wel mijn scriptie af wilde maken.

Lukte dat?

De verpleging raadde me aan om dat te doen tussen de eerste en tweede chemo in, omdat je er dan nog het beste aan toe bent. Ze hadden gelijk. Maar het is wel gelukt. Ik kreeg er de kracht voor.

Na die tweede week werd het zwaarder?

Ja. Toen werd ik echt ziek. En ik verloor mijn haar. Dat vond ik misschien nog wel het ergste, als vrouw.


Is uiterlijk zo belangrijk voor je?

Toen wel. Als kind wilde ik ook iets van een schoonheidssalon beginnen. Ik verzamelde de beautypagina’s uit de Tina, en vond het altijd leuk de haren van familieleden te doen. Ik vond het leuk om leuke kleren te dragen en make-up. Als jonge vrouw is ook veel van de aandacht die je krijgt op je uiterlijk gericht. Dat viel allemaal weg toen ik ziek werd. Ik werd echt geconfronteerd met mezelf, want als je uiterlijk wegvalt, wie ben je dan nog? Dat is de reis die ik mocht maken. Tegenwoordig is uiterlijk een minder groot deel van mijn identiteit.

Je ziet je ziektetijd als een reis?

Al helemaal aan het begin dacht ik na over wat ik zou gaan doen als ik het zou overleven. Ik zou in ieder geval gaan reizen, nam ik me voor. Maar naderhand realiseerde ik me: dit is ook al een reis. Een reis die me leerde wat echt belangrijk is. Wat ik wil en wat ik leuk vind. Ik heb veel levenslessen geleerd. Ben enorm gegroeid, maar ik ben ook mezelf gebleven.

Wat is er dan veranderd?

Onder andere dat ik niet meer leef uit angst. Over wat anderen van je denken. Dat was ook een proces. Want naarmate het na alle chemo’s en behandelingen beter met me ging, nam ook de druk van de wereld weer toe. Er werd al snel weer van alles van me verwacht. En zelf denk je ook al snel dat je weer van alles kan. Het was een leermoment toen ik besefte: het is oké om je k*t te voelen. Dat mag.


Mocht dat daarvoor dan niet?

Het ligt lastig. De reactie van anderen is al snel ‘doe maar normaal’. Maar wat is dat? Aan het begin van mijn ziekte, was ik heel positief. De herstelperiode na de chemo’s was heel zwaar. Dat wilde ik ook laten zien: er is niet alleen maar positiviteit. Ik voelde me soms helemaal niet passen in de maatschappij. Alsof ik niet van deze planeet was. Ik ben nog jong, maar voel me soms al oud. Ik heb over andere dingen nagedacht dan de meeste van mijn leeftijdsgenoten, andere dingen meegemaakt. En sta daarom misschien ook iets anders in het leven. Ik luister nu meer naar mijn gevoel, ben meer in contact met mezelf. En besef dat ik zelf keuzes mag maken. De dingen doen die ik wìl doen.

Schreef je daarom je boek?

Al toen ik ziek was schreef ik een blog over mijn ziekte. Mensen reageerden daarop: ‘je moet een boek hierover schrijven!’ Maar daar was ik toen totaal niet mee bezig. Het boek schreef ik in eerste instantie om alles van mezelf af te schrijven. Ik had er nog geen doel mee.

Nu wel?

Ik wil in ieder geval wat ik geleerd heb delen. Maar het boek gaat over meer dan ziek zijn; het gaat ook over rouw. Over liefde. Over wat iedereen op een of andere manier wel meemaakt. Het is eigenlijk een heel maatschappelijk boek. Over dat ik iedereen zijn of haar eigen leven gun. Echt je eigen keuzes maken en niet doen wat er van je verwacht wordt. Tijdens presentaties van mijn boek heb ik ook gemerkt hoe leuk ik het vind om samen met anderen over dit soort dingen na te denken, het interactief met elkaar te bespreken. Daar wil ik wel verder mee.

Hoe?

Ik droom van een retreatcenter waar ik groepen kan ontvangen en begeleiden. Misschien met yoga en meditatie. De exacte inhoud, zie ik nog niet zo duidelijk voor me. Ik volg nu de opleiding holistisch therapeut en reiki master om meer te ontdekken. Wat mijn ziekte me heeft geleerd is dat niets op zichzelf staat. Mensen zijn één geheel en alles is met elkaar verbonden. Zelf ben je ook een eenheid. Ik heb mijn ziekte nooit als een gevecht tegen kanker beschouwd. Je vecht toch niet tegen je eigen lichaam? Ik wilde veel liever nadenken over hoe ik mijn lichaam kon helpen weer beter te worden. En nu ik het heb overleefd wil ik anderen helpen. Met mijn ervaringen, met mijn levenslessen, maar vooral door te zijn en mezelf te zijn: ik ben en blijf gewoon Anouk!

Het boek van Anouk is verkrijgbaar via www.anoukarkesteijn.com en bij The Read shop in Honselersdijk en Naaldwijk.