Carolien leefde maandenlang als arbeidsmigrant in Westlandse kas

Cultuur
Carolien Lubberhuizen (Universiteit Utrecht en KU Leuven) leefde twee maanden lang het leven zoals veel arbeidsmigranten dat doen en hielp in de kas.
Carolien Lubberhuizen (Universiteit Utrecht en KU Leuven) leefde twee maanden lang het leven zoals veel arbeidsmigranten dat doen en hielp in de kas. (Foto: Vitis)

Jaarlijks werken duizenden arbeidsmigranten in de Westlandse kassen. Op internationale werknemers die hier aan de slag gaan en wonen, komt vaak veel af. Een unieke tentoonstelling in Hof van Heden toont vanaf 10 september de meestal onzichtbare realiteiten van hun migratie. Tegelijkertijd werpt de expositie een blik op tuinbouwrituelen.

Hoe vinden arbeidsmigranten hun weg in Westland? Deze vraag legde de basis voor de expositie, die Carolien Lubberhuizen (Universiteit Utrecht en KU Leuven) organiseert, met medewerking van Petra Prinsova, sociaal makelaar van Vitis Welzijn voor de kern Naaldwijk. De tentoonstelling is gevormd door en met de mensen die Lubberhuizen tegenkwam tijdens het veldwerk dat zij verrichtte binnen het Europese onderzoeksproject ReROOT. 

Leven als nieuwkomers

Twee maanden lang leefde Lubberhuizen het leven zoals veel nieuwkomers dat doen: handen uit de mouwen steken in de kas, moe thuiskomen in het arbeidsmigrantenhotel, eten, drinken, bellen met het thuisfront, naar bed gaan en weer opstaan. “Met eigen ogen heb ik gezien wat voor bijzondere wereld het is”, zegt Lubberhuizen. “Soms voelde ik me een beetje een vreemde eend in de bijt. Je zag mensen zich afvragen: waarom loopt dat Nederlandse meisje hier?”
De ‘meewerkstage’ bracht Lubberhuizen tot nieuwe inzichten. Het bevrijdde haar ook van bepaalde vooroordelen. “Het geeft toch een andere indruk dan wanneer je passief vanaf de zijlijn toekijkt.”

De ‘meewerkstage’ bevrijdde haar ook van bepaalde vooroordelen

“In korte tijd heb ik veel arbeidsmigranten leren kennen”, vervolgt ze. Zonder ‘onderdompeling’ was dat volgens haar vrijwel niet mogelijk geweest. Arbeidsmigranten zijn via de reguliere weg lastig te bereiken, weet Lubberhuizen. “Het is een hechte gemeenschap, die met elkaar woont en werkt. Interactie met de omgeving is er nauwelijks. Als arbeidsmigranten in contact willen komen met Westlanders moeten ze heel actief en bewust op zoek gaan.”
Vaak gaat ook de energie die migranten steken in het volhouden van het (fysieke) werk ten kosten van zaken als het aangaan van sociale contacten buiten collega’s, vrienden en familie om, weet Lubberhuizen. “Maar ook omgekeerd ontbreekt elk contact.”

Verschil Belgische en Westlandse tuinbouw

De Utrechtse besloot niet alleen om mee te helpen met de tomatenoogst in Westland, ze ging ook aan de slag in de fruitteelt in België. “In de streek Haspengouw heb ik tweeënhalve maand aardbeien, appels en peren geplukt. Daar werken veel seizoenarbeiders. Een verschil met de Westlandse tuinbouw waar het productiewerk meer georganiseerd is door middel van uitzendbureaus.”

Mensen zijn heel hoopvol of juist heel hopeloos

Daarnaast bezocht ze plattelandsgemeenschappen in Roemenië en Moldavië. Ze ging langs bij verschillende bedrijven die de rekrutering van arbeidsmigranten in Nederland faciliteren. Aan de vooravond van hun vertrek praatte ze met migranten over ideeën en verwachtingen. “Mensen zijn heel hoopvol of juist heel hopeloos”, aldus Lubberhuizen. “Motieven lopen uiteen, maar ze zijn allemaal bereid hun leven tijdelijk op te offeren voor een toekomstdroom.”

Geen garanties

De onzekerheid en tijdelijkheid van het werk maken het volgens Lubberhuizen moeilijk om een zeker bestaan in ons land op te bouwen. “Uitzendbureaus geven geen garanties.” En ook de taalbarrière speelt daarin een rol, aldus de onderzoeker. “Migranten die de taal niet voldoende machtig zijn, komen vaak allerlei obstakels tegen. Veel arbeidsmigranten schrijven zich bijvoorbeeld niet in bij de gemeente, terwijl ze dat wel zouden moeten doen. Die inschrijving is wettelijk verplicht als ze langer dan vier maanden in Nederland werken. Wie niet geregistreerd is, kan bij verlies van baan (en bed) geen aanspraak maken op de daklozenopvang.”

Tentoonstelling

Internationale werknemers die naar Nederland komen, nemen bepaalde sociale gebruiken mee. Maar maken hier ook erfgoed door hun bijdrage in de agrarische sector. Dit wordt belicht in de tentoonstelling ‘Gedeelde Oogst, Verbonden Verhalen’: traditie, rituelen en migratie in de Westlandse tuinbouw’, die zondag 10 september om 15.00 uur in Naaldwijk gelanceerd wordt. “Erfgoed moet je delen, anders is het geen erfgoed”, vindt Lubberhuizen. Ze liet arbeidsmigranten, waarmee ze samenwerkte in de kas, een betekenisvol moment vastleggen. “Onder andere met deze foto’s laten we de verhalen van de Westlandse tuinbouw en migratie zien.”

Erfgoed moet je delen, anders is het geen erfgoed

Via de tentoonstelling hoopt Lubberhuizen een brug te slaan tussen migranten en de mensen die al lang(er) in Westland wonen. “De tentoonstelling helpt om elkaar te ontmoeten en elkaar te leren kennen”, gelooft ook Petra Prinsova, sociaal makelaar in Naaldwijk. De plannen van Lubberhuizen werden door haar meteen enthousiast ontvangen. “Over het algemeen speelt de arbeidsmigratieproblematiek niet zo onder Westlanders, ondanks hun interesse in de tuinbouw. Wanneer daarvan wel sprake is, hoor je negatieve opmerkingen als ‘ze pikken onze banen en huizen in’.”

Wijkcentrum en Oude Kerk

De tentoonstelling geeft zowel nieuwkomers als echte Westlanders iets om naar (uit) te kijken, aldus Prinsova.
De expositie blijft na de opening een week hangen in het wijkcentrum. Daarna strijkt de tentoonstelling neer in de Oude Kerk aan het Wilhelminaplein in Naaldwijk, ter gelegenheid van de Week van de Ontmoeting.

Carolien Lubberhuizen (Universiteit Utrecht en KU Leuven) en Petra Prinsova, sociaal makelaar Vitis Welzijn voor de kern Naaldwijk (rechts).