Uitzendwerk en de ketenregeling

Partnerbijdrage
Afbeelding
(Foto: AdobeStock)

In sommige gevallen kunnen discussies ontstaan over de vraag of een uitzendovereenkomst mee mag tellen in de keten van opvolgende arbeidsovereenkomsten. Wat houdt dit in en waarom is dit van belang?

Als werkgevers in staat zijn tijdelijke contracten met werknemers te kunnen blijven sluiten, levert dat bij werknemers onzekerheid. De ketenregeling is een wettelijke regeling die bepaalt hoeveel tijdelijke contracten er tussen dezelfde partijen tot stand kunnen komen, voordat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bestaat.

Ten eerste geldt dat maximaal drie opvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd mogen worden overeengekomen. Als na drie tijdelijke contracten een vierde wordt gesloten, zal de vierde van onbepaalde tijd zijn. Ten tweede ontstaat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd als er voor langer dan 36 maanden sprake is van tijdelijke arbeidscontracten. Slechts als sprake is van een tussenpoos van 6 maanden wordt “de keten” doorbroken en zal er opnieuw worden geteld. De ketenregeling is dus een manier om werknemers tegen deze onzekerheid te beschermen.

Een vorm van een arbeidsovereenkomst waar feitelijk sprake is van twee werkgevers is de uitzendovereenkomst. Waar het uitzendbureau de formele werkgever is, is de derde de materiële werkgever. De werknemer wordt, in het kader van de uitoefening van het beroep of bedrijf van het uitzendbureau ter beschikking gesteld van een derde. De werknemer verricht zijn werk onder toezicht en leiding van deze derde. De ketenregeling is pas van toepassing op een uitzendovereenkomst zodra er in meer dan 26 weken arbeid is verricht. Bij cao kan hiervan worden afgeweken tot maximaal 78 weken. Dit betekent dus dat in afwijking van de ketenregeling meer dan 3 tijdelijke contracten kunnen worden gesloten zonder dat een overeenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat.

Als een werknemer eerst via uitzendbureau (A) onder leiding van een derde (B) werkt en daarna rechtstreeks bij B in dienst treedt, is sprake van opvolgend werkgeverschap en zullen de eerdere overeenkomsten tussen werknemer en A meetellen in de keten van arbeidsovereenkomsten tussen werknemer en B. Een voorwaarde voor het meetellen van uitzendovereenkomsten in de ketenregeling is dat een werknemer in grote mate dezelfde werkzaamheden moet verrichten. Er zal geen sprake zijn van opvolgend werkgeverschap tussen A en B als van de werknemer wezenlijk andere vaardigheden en verantwoordelijkheden worden vereist, bijvoorbeeld door het verplicht moeten volgen van een opleiding.

Astrid Lof - Schipper en Lof Advocaten