Column Stem in de Stad

Algemeen
Elly Mulder.
Elly Mulder. (Foto: aangeleverd)

Om de week plaatst deze krant een column van Stem in de Stad. Deze organisatie zet zich in voor Haarlemmers die het moeilijk hebben en kijkt om naar kwetsbare mensen die in nood zijn, naar mensen die niet altijd gehoord of gezien worden. Deze week is het woord aan Elly Mulder, de straatpastor.

Als ik hem voor het eerst ontmoet, is hij terneergeslagen. Hij zit voorovergebogen op het bordes van de Groenmarktkerk, vlakbij het Aanloopcentrum van Stem in de Stad. Een slanke, vrij jonge man met een zachtaardig gezicht. Op zijn lichtgebruinde borst bungelt een rozenkrans. Ik spreek hem aan en vraag of ik naast hem mag zitten. Dat mag.

De ‘vibe’ die ik opvang, is er één van wanhoop en verslagenheid. Het gesprek komt traag op gang - maar het is meteen heel heftig. Hij wil eruit, uit een leven dat hem niets meer te bieden heeft. Hij ziet geen toekomst, hij mist zijn kinderen, hij mist zichzelf - wie hij was. Hij weet het niet meer. De diepte is zo diep dat hij bijna geen woorden heeft.

Suïcidepreventie hoort bij het werk van de straatpastor. En het lukt zeker niet altijd. Maar, hoewel ik bij deze zachte ziel echt alle zeilen moet bijzetten, ontstaat er een connectie.

Hij vertelt dat hij net uit detentie is. Dat is ook waarom hij dakloos is. Als je uit detentie komt, is het vaak niet makkelijk om je leven weer op te pakken. Waar kun je wonen? Hoe krijg je een adres, zodat je een uitkering kunt aanvragen? Hoe regel je een ziektekostenverzekering? Het zijn soms enorme bergen waar mensen tegen opzien - of tegenaan lopen. En dan kun je knap moedeloos worden.

Ik vraag hem naar zijn tijd in detentie, naar hoe hij die periode heeft ervaren. Hij vertelt dat hij een leertraject heeft gedaan en een certificaat heeft gehaald om werk te kunnen vinden. Het blijkt het perfecte aanknopingspunt, en langzaam lukt het om hem het begin van een toekomstsperspectief te laten vinden. Op een gegeven moment breekt een heel kleine, zachte glimlach door. Ik kan wel huilen van dankbaarheid. Hij is er weer.

Later ontmoeten we elkaar vaker. Soms is hij aanspreekbaar, soms niet omdat drugsgebruik -’bruin’, heroïne - hem in de greep krijgt. Op de momenten dat het kan, geeft hij aan hoe blij hij is om bij Stem in de Stad te komen, om te kunnen praten, zijn hart te luchten. Tijdens één van onze onregelmatige gesprekjes op straat maak ik stiekem een foto van zijn rozenkrans. Hij is mij zo dierbaar geworden.

Elly Mulder, straatpastor