‘Er zijn zoveel incidenten waarbij wij hulp en bijstand bieden’

Algemeen
Henjo de Vries is de Post Coördinator van Oostzaan.
Henjo de Vries is de Post Coördinator van Oostzaan. (Foto: Barbara van Wijk)

OOSTZAAN - Welke jongen droomt er niet van: later word ik brandweerman. Ferme jongens, stoere knapen, onverschrokken als de vlammen uitslaan. Mens en dier redden. Er moet aangepakt worden. ‘De jongens’ zijn doelgericht, redden wat er te redden valt, ze zijn doortastend en energiek. Dat is het sterk geromantiseerde beeld dat de brandweer oproept. Of het de vrijwillige brandweer is of de beroepsbrandweer. Klopt dat beeld met de werkelijkheid? 

door Barbara van Wijk

Henjo de Vries is de Post Coördinator van Oostzaan. Jarenlang werkte hij in de financiële wereld, maar op een gegeven moment maakte hij een carrièreswitch. Op een moederdagbraderie van Oostzaan raakte hij gefascineerd door de demonstraties die de Oostzaanse brandweer daar gaf en toen hij werd gevraagd om ook bij de brandweer te komen, begon er een vlammetje in zijn lijf te gloeien. Het leek hem fantastisch, dat wilde hij, maar toch zei hij niet direct ‘ja’.

Hij was drieënveertig jaar en had een jong gezin. Dat was wel even iets anders dan een van-9-tot-5-baan. Inmiddels is hij eenenvijftig jaar en al acht jaar brandweerman, alsof hij nooit anders heeft gedaan. Hij zou ook niet meer anders willen. “Het is zo’n mooi werk, het geeft zoveel voldoening. Stel je voor, we komen ergens waar iemand in levensgevaar is, en dan kunnen wij het verschil maken. Wat is er mooier dan dat? Of we redden een paard uit een sloot. Fantastisch om zo’n dier dan even later te zien dartelen in de wei.”

Bij dat mooie werk heeft het korps echter dringend hulp nodig. “Momenteel zijn er achttien brandweermensen beschikbaar, we zouden heel blij zijn met nog vijf mensen erbij. Ik weet het… er zijn overal vrijwilligers nodig, maar wij hebben ze echt hard nodig.” De Vries roept mensen op om zich vrijblijvend te melden. Informatie vragen verplicht je tot niets.

Het Oostzaanse brandweerkorps heet weliswaar vrijwillige brandweer, maar feitelijk is alleen je aanmelding het enige vrijwillige. Verder is er niet zoveel vrijwillig. Er moet van alles: op maandagavond wordt er geoefend. Je moet fit blijven. Ook moeten er avondcursussen van tweeënhalf jaar gevolgd worden, je moet op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen. En je moet onverwijld in de benen komen; de oproepen gaan altijd vóór. Op dinsdag is er verenigingsavond. Dat is altijd heel gezellig, zo de hele club bij elkaar, dan lijkt het team wel een brandweerfamilie, je maakt veel vrienden, maar je bent wél twee avonden van huis. 

Aan welke voorwaarden moet iemand voldoen om bij de brandweer te kunnen komen? De minimum leeftijd is  achttien jaar tot maximum circa vijfenveertig jaar. “We streven naar diversiteit, wat inhoudt dat we mensen zoeken uit alle lagen van de bevolking, zeker ook vrouwen, en ook mensen met een migratieachtergrond. Nieuwe vrijwilligers hebben minimaal een Opleiding MBO 3.Natuurlijk zijn ze sportief en weten ze van wanten. Technisch inzicht is wel handig en sociale vaardigheden zijn een must. Je moet kunnen omgaan met gezag. Als de bevelvoerder iets beveelt, moet dat bevel opgevolgd worden. Geen discussie mogelijk. Op de teamavonden zijn we allemaal gelijk, maar tijdens het werk is er een duidelijke hiërarchie. 

Iedere bandweerman of -vrouw krijgt een pieper. Als er een melding binnenkomt is het noodzaak om binnen drieënhalve minuut bij de kazerne te zijn. Daarom is het nodig dat de vrijwilligers in de buurt wonen. Helaas loert de woningnood om de hoek. De jongelui die wij nodig hebben, die vinden nauwelijks een woning in Oostzaan, velen vertrekken naar Zaandam of naar Amsterdam-Noord. Dan zijn ze voor ons verloren.”

De brandweer rukt zo ongeveer honderdtwintig keer per jaar uit en vaak betreft het woning-, bedrijfs-, of autobranden, of technische hulpverlening, verkeersongelukken en ongelukken met gevaarlijke stoffen, of waterongevallen. Het kan gaan om medische bijstand, of als iemand te water is geraakt. “Als wij eerder ter plaatse van het ongeval zijn dan een duikteam, doen wij alvast onderzoek naar de toedracht van het ongeval en naar de plek waar het slachtoffer onder water is geraakt. Ach, er zijn zoveel incidenten waarbij wij hulp en bijstand bieden.”

Het werk is ook vaak wel gevaarlijk, denk maar aan elektrische auto’s die compleet onder stroom kunnen staan, ontploffingen, instortingen… “Het gebeurt ook wel dat omstanders zich heel irritant bemoeien met ons werk, als ze vinden dat we het anders moeten aanpakken, of als zij vinden dat wij sneller moeten werken. Ze kunnen dan best wel eens hun mond opentrekken. Dat is niet leuk, maar het mooie van de functie is wél dat het enorme voldoening geeft. Je kunt helpen, troosten, bijstaan. Je doet iets terug voor de mensheid.”  

Interesse? Vragen? Stuur een mail aan h.de.vries@vrzw.nl.