Kerstbomengerechtigheid

Partnerbijdrage
Evert Hoekstra
Evert Hoekstra (Foto: aangeleverd)

Laatst las ik een artikel in het juridisch tijdschrift Mr. (Meester) waarin werd verhaald over een confrère die zich heeft gespecialiseerd in ‘kerstbomenrecht’. In één van zijn blogs geeft de advocaat aan, dat veel mensen kerstbomen associëren met saamhorigheid, licht in de donkere dagen en gezelligheid. “Maar kloppen deze associaties eigenlijk wel?”, zo vraagt hij zich af. Het kerstbomenrecht laat namelijk zien dat kerstbomen ook leiden tot ruzie, gevaarlijk rijden en gedoe met gemeenten over vergunningen. De advocaat constateert verder dat het kerstbomenrecht heel inclusief is - “zoals de kerstgedachte betaamt” - want het omvat bestuursrecht, strafrecht en (internationaal) burgerlijk recht.

Uiteraard is het artikel vooral grappig bedoeld. Maar vergis je niet, het ‘kerstbomenrecht’ zou zomaar eens een gat in de markt kunnen zijn, want in de rechtspraak (waarin tevens in het eerder aangehaalde artikel is verwezen) zijn vele uitspraken te vinden waarin ‘kerstbomen’ centraal hebben gestaan. 

Zo oordeelde het gerechtshof ’s-Hertogenbosch in 2019 over een kerstbomenruzie die was ontstaan nadat iemand in 2015 metershoge kerstbomen in België had gekocht, bomen tot wel tien meter hoog. Die werden geplaatst op diverse stadspleinen. Vervolgens regende het klachten van bewoners: de bomen voldeden niet aan de verwachting van de lokale bevolking. In Deventer sprak men zelfs over de ‘lelijkste kerstboom sinds jaren’. Of wat te denken van een scooterrijder uit Alphen aan den Rijn die vlak voor Kerstmis 2016 op de treeplank van de scooter een kleine kerstboom had staan. Hij werd aangehouden en bekeurd. De scooter zou namelijk niet goed meer te besturen zijn en de kerstboom zou het zicht van de bestuurder blokkeren, zo stond in het proces-verbaal. De scooterbestuurder zocht het hogerop, maar tevergeefs. Zowel de rechtbank als het gerechtshof oordeelde dat de boete terecht was.

Zo zie je maar weer dat de blijde tijding rondom kerstmis lang niet altijd tot blijde situaties leidt. Integendeel. 

Vanuit die constatering is de overstap naar de huidige Corona-perikelen een kleine om te maken. Want net als in 2020 zal ook 2021 de geschiedenisboeken ingaan als een jaar met een door Corona-verpeste kerstmis. Een kersfeest dat dit jaar meer in het teken zal staan van de ‘geboorte’ van het Omicron-virus dan van het kerstkind. Ik realiseer me dat dit een nogal boute uitspraak is, maar zo langzamerhand lijkt het kabinet sinds de Corona-uitbraak welhaast een abonnement genomen te hebben op het vergallen van de kerstsfeer. Met name ook voor ondernemers in de horeca- en evenementenbranche. Voor hen is er door alle Coronamaatregelen al heel lang geen sprake meer van échte ondernemerskansen, het ondernemen wordt hen gewoonweg onmogelijk gemaakt. Juist ook de jaarlijkse (kerst)periode die zij zo goed kunnen gebruiken is hen inmiddels tot 2 keer aan toe ontnomen. Door een overheid die door de andere Europese landen inmiddels als het ‘lachertje van Europa’ wordt gezien omdat er steeds maar weer achter de feiten wordt aangelopen, in plaats van vooruit gelopen. Waarbij het werkelijk onbegrijpelijk is dat er niets dan wel nauwelijks iets wordt gedaan aan het vermeende IC-bedden-tekort. Want dát is steeds het argument waarmee wordt geschermd wanneer kritische vragen worden gesteld over het verstrekkende karakter van bepaalde Coronamaatregelen. “We hebben nu eenmaal een beddentekort”, luidt dan het antwoord. Maar goed, je hoeft natuurlijk geen raketgeleerde te zijn om je af te vragen waarom men er (dan) niet in is geslaagd om de achterliggende jaren dit tekort terug te brengen. Overigens, ook wat dat betreft (het aantal IC-bedden per 100.000 inwoners) loopt Nederland vér achter op de meeste andere Europese landen, zo las ik laatst. 

Natuurlijk begrijp ik heus wel, dat de ogen niet kunnen worden gesloten voor de perikelen rondom het Coronavirus. Het virus (en haar mutant-varianten) is nu eenmaal onder ons en zal moeten worden bestreden. Tegelijkertijd ‘speelt’ de Coronasituatie inmiddels al sinds begin 2020, dus het is niet (meer) zo dat er nog steeds sprake is van een ‘overval-situatie’. Hoe kan het dan gebeuren, dat je amper 1 week voor kerstmis -terwijl alle horecaondernemers inmiddels ‘vol’ hebben ingekocht- plots en opnieuw met zo’n ingrijpend pakket maatregelen op de proppen moet komen? Had daarop niet eerder kunnen worden geanticipeerd? Door bijvoorbeeld zodanige tijdige (voorzorgs-)maatregelen te nemen, dat het vieren van kerst in optima forma tenminste gewaarborgd had kunnen worden en blijven? Je kunt mij niet vertellen, dat dit niet tot de mogelijkheden heeft behoord. Zeker wanneer je ziet dat in de landen om ons heen wel ‘gewoon’ kerst wordt gevierd. 

Het rapportcijfer voor het demissionaire kabinet Rutte-III -één van de slechtste leerlingen van de Europese Coronaklas- over 2021 is dus ruim onvoldoende. Was Nederland een bedrijf geweest, dan was de hele club zonder meer al lang de laan uitgestuurd. In die zin zou het niet eens zo verkeerd zijn wanneer een land als Nederland in crisissituaties door ondernemers zou worden geleid (‘zakenkabinet’), want die besluiten doorgaans veel slagvaardiger dan de stroperige ‘Poldermodel’-ambtenaren in Den Haag. Vraag is dan uiteraard ook, welke maatregel passend zou zijn om dit onvoldoende presteren ‘af te straffen’? Ik zou zeggen, geheel in de sfeer van de inleidende opmerkingen van deze ‘kerstcolumn’: stuur het volledige demissionaire kabinet, aangevoerd door Rutte, De Jonge en Grapperhaus, naar Denemarken of Lapland om kerstbomen om te hakken. En om deze vervolgens eigenhandig naar Nederland te brengen en van deur tot deur uit te delen. Goed voor de saamhorigheid, zoals de kerstgedachte betaamt. Dan wordt het voor velen toch nog een prettige, gedenkwaardige en rechtvaardige kerstmis.

Ondanks alles hele fijne en gezellige dagen!

Evert Hoekstra

Advocaat/Partner

CKH Advocaten