Column van Britt Planken: Blinkend als een gepoetste penning

Algemeen
Afbeelding
(Foto: )

Maandag was de uitreiking van de Geuzenpenning in onze Grote Kerk. Een belangrijke traditie, waar jaarlijks meer buitenlandse dan Vlaardingse ogen op zijn gericht. Vanzelfsprekend wil je dan dat je stadje er een beetje behoorlijk bij staat. Ons stukje wereld zal de internationale media immers halen. Dus wat doe je dan?

Je veegt het gebied schoon en poetst het op. Letterlijk, want er ligt nu eenmaal veel troep in Vlaaring. En zie daar, de Markt stond er al een jaar niet meer zo blinkend bij. Bewoners konden hun ogen bijna niet geloven. Is dit ónze straat? Waar is het zwerfvuil? Wat hebben jullie gedaan? Eén bewoner hield de boel nauwkeurig in de gaten en turfde twee gefinancierde schoonmaakrondes door het gebied. Dat was bijna twee meer dan gemiddeld, zo berekende hij uit de losse pols.

De bewoner verkeerde in dubio. Het glas halfvol? Dan was hij dolgelukkig, want hij ergert zich normaal mateloos aan het afval in de straten rondom zijn huis. Het glas halfleeg? Een zuur gezicht. Waarom is onze straat de rest van het jaar niet zo schoonmaakwaardig? Het zijn vragen die hij bespreekt met z’n buren, maar die weten het antwoord ook niet. Zelf zijn ze nogal in hun nopjes met hun straat. Daarom steken ze zelf ook regelmatig de handen uit de mouwen. Iedere dag ruimt iemand wel iets op. En toch ligt er altijd troep. Behalve dan tijdens de uitreiking van de Geuzenpenning.

Wat moet je hier nou van vinden? Met de koopkracht en weggooilust die zelfs in crisistijden nog bergen straatzooi opleveren, loopt zelfs de rijkste gemeente leeg als het doel is: elke dag een schone stad. Het is een probleem waar niemand de schuld van kan afschuiven op een ander. Iedereen koopt plastic. Iedereen gooit iets weg. Uit iedere afvalbak kan een vogel net jouw afgedankte verpakking halen. En zo belandt ook jouw keurig weggegooide zakje toch op de Markt, of elders. Ik bedoel hier vooral mee: al het zwerfvuil is óns zwerfvuil. Van ons allemaal.

Het behoort niet toe aan de jongeren die met droge rode ogen zoveel mogelijk suikergoed schranzen en de verpakkingen direct lozen in de hoop dat hun moeder niets merkt. Het is niet van de marktkooplui die zakjes en verpakkingen zien dansen tussen de kramen als het waait. Het is niet uitsluitend een zaak van de ambtenaren die met een beperkt budget moeten kiezen in welke straat er vandaag afval wordt geprikt. Het is van niemand en van ons allemaal. Zo gaat dat met problemen in een samenleving. Die draag je samen. En los je samen op. Inwoners, gemeente, organisaties en instellingen, met elkaar. Prikker in de ene hand, afvalzak in de andere. Tot we meer prikken dan kopen, meer recyclen dan verspillen, is elke dag een schone stad net zo’n utopie als elke dag een Geuzenpenning.

www.vlaardingenschoon.nl