Koper van huis aan water in Westland ziet droom in rook opgaan

Nieuws
Foto ter illustratie.
Foto ter illustratie. (Foto: Pexels)

Over een hoogoplopend geschil tussen een huizenkoper in het Westland en Ontwikkelingsbedrijf De Westlandse Zoom (OBWZ) is op 20 maart eindelijk uitspraak gedaan door de rechtbank in Den Haag. Het plan van de koper om met zijn gezin met een gemotoriseerde boot van en naar hun nieuwe huis te varen, ging in rook op door nieuwe regels. Daarom wilde de koper een schadevergoeding van bijna 85.000 euro. Zijn eis werd afgewezen, blijkt uit de rechterlijke uitspraak die 22 april is gepubliceerd.

OBWZ is opgericht om nieuwe woongebieden te realiseren, onder meer rond Monster, Poeldijk en Kwintsheul. OBWZ heeft in dat kader kavels bouwrijpe grond te koop aangeboden, waarop kopers binnen de gestelde randvoorwaarden een woning konden bouwen. Het ging om een gebied met 23 vrije bouwkavels voor de bouw van vrijstaande woningen. Een deel van deze kavels lag aan het water, dat in eigendom is van de gemeente.

Nieuwe regels

Op 13 december 2012 kocht de koper een van de kavels voor €381.500. De kavel was voorzien van een insteekhaven van 3 x 9 meter. Vervolgens liet de koper een vrijstaande woning bouwen in de vorm van een botenhuis. Het plan was om hier gemotoriseerd te kunnen gaan varen. Maar op 25 april 2015 trad een nieuwe Vaarverordening van het Hoogheemraadschap van Delfland in werking. De watergang werd daarin niet aangewezen als vaarwater. Zonder ontheffing mogen particulieren er sindsdien niet meer gemotoriseerd varen.

De koper stelde in een brief van 1 december 2021 OBZW aansprakelijk voor de schade die hij zou lijden doordat het hem niet is toegestaan gemotoriseerd te varen op de watergang. Als hij dat vooraf had geweten, zou hij niet de prijs voor de kavel hebben betaald die hij heeft betaald. Hij eiste daarom een bedrag van € 84.980 en daarnaast nog duizenden euro’s aan taxatiekosten en vergoeding van buitengerechtelijke kosten.

Varen mocht nog wel

Deze eisen van de koper werden afgewezen. De rechtbank was duidelijk: ten tijde van de koop was gemotoriseerd varen op het water nog volkomen legaal. Tot de verordening van het Hoogheemraadschap van Delfland in werking trad, kon er gewoon over het water bij de woning worden gevaren. Geen sprake van wanprestatie dus vanuit OBWZ. En dat was nog niet alles. Ook het beroep op dwaling, waarbij de koper beweerde dat ze onvoldoende waren ingelicht over toekomstige regelgeving, werd van tafel geveegd.

De uitspraak betekent een bittere pil voor de koper, maar een zoete overwinning voor OBWZ. Geen schuld, geen aansprakelijkheid. De koper moet de ruim zesduizend euro aan proceskosten vergoeden.

Bron: Rechtbank Den Haag