Slotermeerschooldirecteur zwaait af: Dag Ron!

Algemeen
Ron van Oostveen in de hal van de school waar hij achttien jaar heeft gewerkt..
Ron van Oostveen in de hal van de school waar hij achttien jaar heeft gewerkt.. (Foto: Brandeisfotografie)

NIEUW-WEST - Nog maar net verrast door het Westerpostbezoek, heimelijk geregeld door collega’s, neemt directeur Ron van Oostveen plaats in de binnentuin van de Slotermeerschool. De afgelopen achttien jaar, waarvan de eerste twee jaar als rechterhand van de toenmalige directeur, onderging de school een flinke metamorfose, veranderde zijn blik op het lerende kind en dat van de maatschappij op het vak van onderwijzer. Nu zwaait hij af.

Shirley Brandeis

Je bent te jong voor pensioen, dus vertel.
Ron: “Veertig jaar stond werken op nummer één. Het is nu tijd om privé, mijn relatie en onze vakanties, voorop te stellen. We hebben veel gereisd en na elke vakantie, ook als we langer gingen, was er altijd weer het werk. Nu willen we ontdekken hoe het is als het in principe oneindig kan zijn. Hoe het is om je privéleven prioriteit te laten zijn.”

Fijn, vervroegd pensioen!
“Ik zeg niet dat ik nooit meer ga werken. Maar nu even niet. Wat ik al zei, ik heb veertig jaar gewerkt. Begonnen in een tijd, begin jaren tachtig, dat er haast geen werk als leerkracht te krijgen was. Toch wilde ik na het VWO, ik zat op het Cartesius Lyceum in Slotervaart, heel graag naar de pedagogische academie. De lagere school, jonge kinderen iets leren, dat trok me aan. Maar die eerste keer voor de klas… Dat was eng. Ik was een bescheiden, verlegen jochie nog.”

Er was toen een lerarenoverschot. Maakte je je geen zorgen?
“Nee, nooit gedaan. Ook deed ik niet aan carrièreplanning. Als je me toen had gezegd dat ik ooit schooldirecteur zou worden, had ik je niet geloofd. Daar was ik echt veel te verlegen voor. Die jongen van toen, ja, die zit er nog wel in. Ik ben gegroeid, maar nog steeds geen druk persoon. Ik bekijk alles rustig, luister vooral voordat ik wat zeg, bekijk de dingen altijd van verschillende kanten. Het werkte goed naar leerlingen toe, merkten ze, toen ik mijn eerste baan als invaller had. Na een korte tijd op een reguliere school, kwam ik op een school voor moeilijk lerende kinderen terecht. Dat ging zo goed dat ze me voortaan altijd voor het speciaal onderwijs vroegen. Uiteindelijk kreeg ik een vaste aanstelling op de Casimirschool, een lomschool in West. Na allerlei fusies kwam daar De Kade in Nieuw-West uit voort.”

En nog altijd geen carrièreplan?
“Nee. Ik ben altijd overal ingerold. Ik werd gevraagd voor een baan, voor een functie. Het overkwam me. ‘Is dat niet iets voor jou?’ was dan de vraag die ik mezelf nooit had gesteld, maar waar je dan over na gaat denken. Ook naar de Slotermeerschool kwam ik niet met een vooropgezet plan. Ik was op mijn vorige school uiteindelijk waarnemend directeur. En toen kwam na twee jaar hier de toenmalige directeur die wegging met die vraag: ‘Is dat niet iets voor jou?’”

Kijk je tevreden terug?
“Ik heb zoveel mooie momenten meegemaakt. Waar ik nu als eerste aan denk? Kamperen met leerlingen. Die blije zes- en zevenjarigen en dan die tentjes opzetten. In een grote kring met z’n allen, samen zwemmen. En waar ik ook aan moet denken als ik terugblik, zijn de kinderen die op je pad komen en die extra zorg nodig hebben. Zorg die ze soms thuis niet krijgen; dat is moeilijk om aan te zien. Ooit wilde een leerling niet naar huis vanwege nare omstandigheden. De crisisopvang kon niks doen, naar huis gaan was geen optie. Het was een andere tijd, ik heb de leerling een week in huis gehad. Dat zou nu niet meer kunnen.”

Er is veel veranderd in al die jaren.
“En hoe. Vroeger was voor mij taal en rekenen het allerbelangrijkste om leerlingen bij te brengen. Het ging iedereen om cijfers, om Cito-scores. Hoe hoger hoe beter. Inmiddels zien we in dat kinderen zich veel breder kunnen ontwikkelen. Wat heb je aan een kind dat goed kan rekenen, maar sociaal minder vaardig is? De vraag moet zijn: waar word je als kind, als mens, gelukkig van? We maken een leerling tegenwoordig daarom ook medeverantwoordelijk voor zijn of haar ontwikkeling. En we bieden van alles aan om te ontdekken en om jezelf te ontwikkelen. Natuurlijk zijn dat sport en beeldende vorming, die al onderdeel zijn van de schoolweek. Maar ook dans, film, drama, natuurles en meer halen we de school binnen, onder en na schooltijd. Waarbij dat waar je talent ligt, niet per se iets is dat je heel goed moet kunnen. Ik vind het bijvoorbeeld heel leuk om te zingen. Maar of ik het goed kan, doet er niet toe.”

‘Een school waar iedereen welkom is’

Plezier voorop dus.
“En ontdekken wat je leuk vindt, waar je goed in bent. Naast natuurlijk gewoon rekenen en taal. Weet je, met de jaren kwam steeds meer het inzicht dat we die kinderen moeten opleiden voor een wereld die er straks helemaal anders uitziet dan nu. De vraag is dan of je ze voldoende handvatten meegeeft om straks succesvol in de maatschappij te staan. Waarbij elk kind anders is. In de ideale situatie volgt het onderwijs het kind en niet andersom, zoals nog vaak het geval is.”

Zul je het vak missen?
“Ja, dat zeker. De leerlingen en de mensen met wie ik samenwerk. Gelijkwaardig samenwerk, want er staat dan wel directeur op mijn visitekaartje, maar dat is voor mij niet belangrijk. We doen het met z’n allen. Voor die fijne buurtschool die we hebben. Een school waar iedereen welkom is en waar we dat stukje extra uit de kinderen willen halen. Omdat zij de toekomst zijn.”