Regisseur Arjen Barel op de planken met persoonlijk verhaal

Nieuws
 Arjen (links) en Patrick op vakantie.
Arjen (links) en Patrick op vakantie. (Foto: aangeleverd)

NIEUW-WEST - Exact drie jaar na de dood van zijn man staat Arjen Barel, directeur van het Storytelling Centre in Slotermeer, op het podium van de centrale bibliotheek. Bijzonder, want Barel is doorgaans de man van achter de schermen. Maar ook de man met een verhaal sinds het overlijden van Patrick. “Je wilt maar bij één iemand zijn en die is er niet meer.”

Shirley Brandeis

Het is bijna 18 maart.
Barel: “Een datum met een verhaal, ja. In 2021 de dag dat Patrick stierf. Dit jaar de datum van de eerste voorstelling ‘Tot de dood..’ Het maken van de voorstelling was helend. Maar was niet het plan toen Patrick ziek was en dood zou gaan.”

Terwijl je de man van het vertellen bent.
“Ik regisseer anderen om te vertellen op dat podium. Het kwam niet meteen in me op er zelf te gaan staan en dit verhaal met publiek te delen. De aanleiding was die ene vraag van een vriend na Patricks dood: ben je eenzaam? Ik dacht van niet, want ik was omringd door lieve vrienden, ik was veel op reis. Maar opeens merkte ik dat dat de eenzaamheid niet wegnam. Je wil maar bij één iemand zijn en die is er niet meer. Ik moest erkennen dat ik me eenzaam voelde. Toen ebte dat gevoel langzaamaan weg.”

En dacht je: het podium op!
“Dat kwam daarna. Ik merkte eerst dat het woorden kunnen en durven geven aan zoiets erg goed helpt. Daarmee structureer je wat er is gebeurd. Daarmee komt het tot een verhaal en met een verhaal kun je omgaan. Beter dan met al die ongeorganiseerde, onrustige gedachten in je hoofd. Dus rond zijn dood dacht ik wel: misschien wil ik er iets mee. Een boek misschien. Maar er is al zoveel over rouw geschreven, wat ik kan ik daaraan toevoegen? Vrienden vroegen ook al snel of ik er iets mee ging doen. Mensen zoals ik, mensen in de kunsten, gebruiken toch vaak hun eigen verhaal als uitgangspunt. Maar hoe in dit geval?”

Hoe?

“Ik liet het anderhalf jaar rusten. Toen ontstonden er ideeën. Ik nam een tijdje vrij van werk, ging op reis en toen ben ik voor mezelf gaan inspreken wat ik erover wilde zeggen. Ik ging het voor me zien, luisterde naar muziek die we op de uitvaart draaiden. In de voorstelling hoort het publiek die overigens ook. Vanuit die flarden ben ik met regisseur Marjolein Frijling, die ook een goede vriendin is, gaan kijken hoe je daar dan theater van maakt.”

En hoe je het een beetje gezellig houdt.

“Je moet doseren, het soms iets lichter maken. Je confronteert het publiek behoorlijk. Het mag wel wat losmaken, maar het moet geen therapeutische sessie worden. Je moet ook zorgen dat mensen op bepaalde momenten even adem kunnen halen, lachen ook. Die lichtere verhalen zitten er zeker in.”

Hoe voelt het nu er een voorstelling van jullie verhaal is?
“Het verdriet is niet weg, maar het maakt het allemaal hanteerbaar. Voor mij althans. Ik wilde ook per se de week van 18 maart iets ermee doen. De eerste voorstelling is op Patricks sterfdag. De laatste op zaterdag 23 maart, de dag van zijn begrafenis. Ik had ook andere afleiding kunnen gaan zoeken op die dagen. Maar dit voelt goed.”

Wat laat je zien op het podium?
“Kijk, het is gewoon een kloteverhaal. Dat zeg ik ook in de voorstelling. Maar ik zal ook het mooie van wat we hebben meegemaakt laten zien. Neem het afscheid… Je maakt niet de geboorte van je geliefde mee. Het sterven is dan wel het dichtste bij dat je kunt komen. En doordat we afscheid moesten nemen, gingen we zeggen wat we voor elkaar voelden. Dat was zo’n puur moment. Dat is heel bijzonder om mee te maken. Het was een van de zwaarste momenten, maar ook een van de mooiste.”

Leren we ook Patrick kennen?
“Ja zeker. Dit verhaal gaat over liefde voor het leven, het fietsen dat we samen op reis deden, Japan waar we dol op waren. En dus Patrick zelf, maar niet de heilige versie van hem. Gewoon hoe hij was. Een aimabele man, introvert, erg op zijn rust gesteld, werkzaam op een groot advocatenkantoor. Ik ben extravert, van de kunsten, graag onder de mensen. Hij was mijn rustpunt, ik nam hem mee eropuit. We vulden elkaars leven aan. Hij bedankte me dat ik de ramen naar buiten voor hem heb opengezet. Maar hij kon ook meteen bij thuiskomst zeggen dat ik de afwasmachine vergeten was aan te zetten. Dat mag allemaal gezegd worden over hem.”

Hoe voelt het nu, vlak voor de première?
“Nu voelt het nog goed, maar ik weet niet hoe dat 18 maart is. Het is sowieso superspannend om op het toneel te staan. Dat doe ik normaal gesproken niet. Maar ik wil graag dit verhaal vertellen. De regisseur is aangenaam verrast hoe ik het doe.”

Er is een heel, eh… festival omheen.

“Omdat het over de dood gaat, wisten we even niet of we het een festival konden noemen. Maar inderdaad, dat is het. Een liefdevol festival dat het leven viert en de kunst van afscheid nemen omarmt. Met een expositie, een gesprek met schrijvers, voorstellingen, een Verliesmuur waar mensen op kunnen schrijven wie ze verloren hebben en ook een activiteit voor kinderen.”

Een festival dus.

“Inderdaad. We vieren het leven en gaan de dingen die daarbij horen niet uit de weg.”