Haarlem gaat 50-150 Afghanen opvangen

Algemeen
Eerder werden al daklozen op passagiersschip Aurora opgevangen.
Eerder werden al daklozen op passagiersschip Aurora opgevangen. (Foto: Ad Timmers)

HAARLEM - De gemeente Haarlem gaat vanaf 8 september Afghaanse evacués opvangen. Dit na verzoek van het Ministerie van Binnenlandse Zaken een schip in het Spaarne in Noord beschikbaar te stellen voor zo’n 50 tot 150 mensen uit Afghanistan.

Het schip ligt straks in Haarlem-Noord ter hoogte van de Floresstraat. Eerst worden er 50 evacués tijdelijk gehuisvest, maar dit aantal kan volgens de gemeente nog oplopen. 

Evacués Afghanistan naar Haarlem

Burgemeester Wienen: “Iedereen heeft de tragische beelden van wanhopige mensen in Afghanistan gezien. Haarlem wil samen met het ministerie de Nederlandse slachtoffers van dit humanitaire drama in Afghanistan een zo goed mogelijke tijdelijke opvang bieden in afwachting van het beschikbaar komen van passende huisvesting verspreid in ons land.” 

Vanwege corona werden al eerder daklozen opgevangen op een Haarlems schip. Om die reden vraagt het ministerie ook nu om hulp vanuit Haarlem. “Het college heeft besloten de mogelijkheid te bieden van een ligplaats in het Spaarne ter hoogte van de Floresstraat”, aldus de gemeente. “Andere gemeenten bieden opvang aan Afghaanse evacués die asiel aanvragen in Nederland. Haarlem biedt ruimte en werkt nauw samen met het ministerie aan het bieden van een zo goed mogelijk tijdelijk verblijf. Bijvoorbeeld op het gebied van inkomensvoorziening, onderwijs, zorgvoorzieningen, dagbesteding en werk. Het ministerie draagt de kosten.” 

‘Onorthodoxe oplossingen zoals van Haarlem onmisbaar’

Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken): “Ik ben blij dat de gemeente Haarlem gehoor geeft aan onze oproep om te helpen bij het tijdelijk huisvesten van geëvacueerde Afghaanse Nederlanders. We doen er alles aan om deze groep te helpen om hun bestaan in Nederland zo snel mogelijk weer op te bouwen. De inzet van gemeenten om creatieve, soms onorthodoxe oplossingen te vinden, zoals Haarlem nu doet, is echt onmisbaar hierbij.”