Van harte met hun zestigste huwelijksdag

Nieuws
Jan en Gerda Harte zijn alweer zestig jaar getrouwd.
Jan en Gerda Harte zijn alweer zestig jaar getrouwd. (Foto: Brandeisfotografie)

SLOTERVAART – Een brief van de koning en koningin kregen ze. En van de burgemeester. Logisch, want Jan en Gerda Harte zijn zestig jaar getrouwd. “Dat hoor je niet veel meer, hè.” Tien jaar na het vorige stukje in de krant gaan we weer op bezoek.

Door Shirley Brandeis

Wat ze als eerste tegen elkaar hebben gezegd op de 27e april van dit jaar toen hun diamanten huwelijk een feit was? “Ik heb me nog even omgedraaid,” zegt Jan Harte met een grote grijns. Na vijfenzestig jaar (vijf jaar verkering ging vooraf aan een inzegening in de rooms-katholieke parochiekerk De Liefde) kent Gerda zijn geintjes wel. Onverstoord vertelt ze verder over hoe ze elkaar hebben ontmoet, op handbal, en vooral over de afgelopen jaren, want dat heeft nog niet in de krant gestaan.

Zwanenkoor

Vijf achterkleinkinderen werd de familie rijker tussen de vorige en huidige mijlpaal. Van boven halen ze familiefoto’s en oorkondes. Die laatste kregen ze begin dit jaar in de Verrijzeniskerk. Het ereteken van Sint Bavo, ondertekend door de bisschop van Haarlem-Amsterdam, vanwege hun inzet voor de kerk, hún kerk. En ook op hun tachtigste zetten ze zich nog in voor de bingo, de bloemen en de kerktuin. Ze vierden er hun zestigste huwelijksdag met Jordanese meezingers van het Zwanenkoor. Op de foto’s zien we de polonaise en veel meer vrolijks.

Spijker en Balk

Haantjesgedrag. Dat was het van de jonge Jan Harte, toen hij ergens eind jaren vijftig het rieten mandje met Gerda’s handbalspullen pikte. Elke zondag speelden ze in de ouwe RAI. Jongens en meisjes apart, waarbij over en weer naar elkaars ‘speel- en keeptechnieken’ werd gekeken. Jan uit de Van Speijkstraat was een echte nozem. Met vetkuif, jasje (een bruine suède in zijn geval), strakke spijkerbroek en al. Gerda Spijker (leuk detail, haar moeders meisjesnaam is Balk) viel voor hem. En hij voor haar én haar familie met zeven broers en zussen en warme ouders. “Ik miste een vader en kon het heel goed vinden met die van Gerda.” Keurig vroeg hij hem om haar hand en na het jawoord trokken ze op zolder aan de Frederik Hendrikstraat in. “Het ledikant stond in de keuken, wij sliepen op een opklapbed in de huiskamer.”

Hele fijne bank

Ook met twee kinderen was het geen huisvrouwenleven voor Gerda in die tijd. Jan had de schoenhandel van zijn baas overgenomen en breidde die uit met (hengel)sport-, camping-, dart- en schietsportartikelen, inclusief vuurwapens. Sporthuis Harte, dat ze in Osdorp groot maakten met een schietbaan en kantine, ligt al wat jaren achter hen. Goede herinneringen hebben ze aan de gezellige sfeer. Gerda stond bijna alle avonden achter de bar. Tijd voor vakanties was er niet. Eropuit was en is voor hen volkstuin Eigen Hof, waar Iwan en Brigitte grotendeels van de tijd opgroeiden en Jan en Gerda meededen aan de dansavonden, spelletjesavonden, Fancy Fairs, bloemencorso’s en allerlei commissies. Verder van huis wil Jan niet. “Ik heb een hele fijne bank,” zegt hij vanuit zijn zo te zien even fijne stoel. Gerda grinnikt. “’s Middags gaat ie liggen om tv te kijken, en wordt dan een uur later wakker.”

Schillenboer

De jaren gaan een beetje tellen. “We hebben allebei nieuwe knieën.” Zijn hobby jagen gaat hij in de loop van het jaar stoppen, zij heeft last met trappen lopen. “Ik moet twee keer onderweg stoppen.” Het liefst gaat ze naar iets gelijkvloers. “Maar hij wil niet weg.” Hier heeft hij zijn eigen kamertje (vol “boeken, boeken, boeken” aldus Gerda) in de rustige buurt waar je ’s ochtends gewekt wordt door het gekwetter van vogels. Genoeg redenen om te blijven. Teveel is al veranderd, begrijpen we. Jan vertelt over zijn grootvader, een schillenboer op Sloterdijk, die hij als tienjarige in de vakanties hielp met het ophalen van de schillen aan de Admiraal de Ruijterweg. Daar denkt hij graag nog aan. Vanaf de fijne bank in het fijne Slotervaart. We zijn waar dan ook met de volgende mijlpaal weer welkom.