‘Het nulpunt houdt me bezig’

Algemeen
Bij het meetpunt aan de noordkant in de Schoorlse duinen
Bij het meetpunt aan de noordkant in de Schoorlse duinen (Foto: Ed Bausch)

ALKMAAR/DUINEN - “Over de motorkap van een auto aaien, dat deed ik als jochie, als mijn vader zei dat het zou gaan vriezen. Dat omslagpunt rond nul graden vond ik toen kennelijk al bijzonder. Hoe zou dat voelen, zo’n eerste laagje ijs?” Het weer, maar vooral vorst, ijsvorming fascineerde hem altijd. Toch ging hij iets heel anders doen, religiewetenschap studeren. Jarenlang schreef hij daar artikelen over in internationale tijdschriften en maakte er reizen voor. Maar nu, op zijn negenveertigste, treft hij dan toch voorbereidingen om aardwetenschap te gaan studeren en om dan daar wetenschappelijk onderbouwde artikelen over te schrijven. Strikt wetenschappelijk is het niet wat hij nu doet: kijken hoe koud het kan worden in duinpannen. Alkmaarder Pieter Bliek was afgelopen zondagochtend vroeg in alle staten: -0,46 graden gemeten in een duinpan tussen Schoorl en Camperduin, op tien centimeter van de grond, klomphoogte.

door Ed Bausch

Kouderecord brengt vorstjager Pieter Bliek in alle staten

Zijn vrouw zei zondagnacht om 04.00 uur: “Ga er maar uit.” Ze begreep dat Peter in alle staten was. Hij voelde aan dat het zo meteen zou kunnen gaan gebeuren: rond zonsopgang en tijdens de hondsdagen (dit jaar van circa 20 juli tot en met circa 20 augustus): vorst in een duinpan. De kustregio zou dan het koudste plekje van Nederland zijn. Terwijl het land zich zou gaan opmaken voor weer een warme dag….En jawel , hoor Pieter keek op de laptop wat zijn metertjes in de duinen gingen aangeven, het was een spannende strijd, eerst leek de meter in de buurt van Santpoort bij Velsen op weg te zijn naar dalen onder het nulpunt. Maar kijk, daar ging opeens de meter in een grote duinpan noordelijk in de Schoorlse Duinen aan de haal met het record! 06.15 uur, -0,46 graden, het feest kon beginnen!

Duinvergunning

‘Hee, hee, wat moet dat’, bromt een voorbijfietsende Schoorlaar als we woensdagmiddag onder het prikkeldraad doorkruipen om naar het ‘hutje’, zo heet het omhulsel voor het metertje, te lopen. Het is snikheet, de grond droger dan je het ooit hebt gezien, de mosjes rollen gewoon weg. “Maar ik heb gewoon een vergunning hoor, hier van Staatsbosbeheer en elders van PWN of andere beheerders.” Want Pieter en zijn Belgisch collega-vorstjager Karel Holvoet hebben van Wassenaar tot en met Terschelling meetpunten neergezet in de duinen.

Toeval leidt tot recordmeting

“Het begon in coronatijd. Karel kon het land niet uit en belde me en vroeg of ik wat batterijtjes wilde vervangen in zijn meetpunt in de duinen van Wassenaar. Van het een kwam het ander en nu hebben we op 25 plaatsen langs de kust meetpunten, in deze regio in de duinen van Egmond tot richting Camperduin. Dus het succes is een gedeeld succes. We wilden onderzoeken of een duinpan inderdaad in de zomer het koudste plekje zou kunnen zijn.” Een paar dagen later is Pieter nog helemaal vervuld van het record en raakt al wandelend niet uitgepraat.

Snoeiheet en ijskoud zand

Iedereen zoekt een duinpan op omdat het er al gauw zo lekker warm kan zijn, uit de wind. Peter probeert uit te leggen hoe het zit. “Zand kan heel snel heel heet zijn, op het strand brandt je gauw je voeten. Maar ‘s winters is zand hartstikke koud, dat merk je wel bij de nieuwjaarsduik. Dat komt omdat zand geen isolatiewaarde heeft. Toch is een beetje vegetatie, zoals in de kale duinen, nog beter. Omdat het wind tegenhoudt. Uitzonderlijke droogte, de kortste nachten voorbij, een heldere hemel, geen wind: dat waren zondag de perfecte omstandigheden voor het record. En dan is het niet gezegd dat iedere duinpan dat resultaat gaf. Het gaat echt om micro-klimaatjes. Micro-micro. En dat is nou juist zo interessant, want de optelsom van veranderingen in micro-klimaatjes kan je veel leren over wat er in macro-klimaat kan veranderen. Precies dát is waar we nu mee te maken hebben.

“Natuur is niet zwart-wit”

Het uurtje met Pieter leert veel over nuances. Dingen zijn nooit zo zwart-wit. “Temperatuurverloop kan los staan van de directe omgeving. Lucht zakt, zoekt het laagste punt. Maar dan zijn het nog de omstandigheden op dat ene plekje die bepalen wat de logger, zo heet het meetapparaatje, aangeeft.” Pieter heeft het onderwerp voor zijn scriptie dus al te pakken. En passant zegt hij: “Duinen beslaan 2% van Nederland. Maar ze leveren verreweg de grootste biodiversiteit. Vergeleken met dertig jaar geleden is het hier al veel beter, slaat er veel minder stikstof neer. Zo slecht was het destijds, maar voor nu is het nog niet goed genoeg.” Toch een mooie nuancering van een bevlogen streekgenoot. In een snikhete duinpan hunkerde hij woensdag naar laagjes ijs, werd het jongetje in hem weer helemaal wakker, dolblij met ‘zijn’ record, behaald door de inspanningen samen met zijn Belgische kennis.