Pollux’ ziekenboeg is bijna leeg

Sport
Veel van de niet geblesseerde Pollux-dames overwinterden met zaalhockey en speelden zondag in de blaashal van HC Schiedam. (Foto: UWM/gsv)
Veel van de niet geblesseerde Pollux-dames overwinterden met zaalhockey en speelden zondag in de blaashal van HC Schiedam. (Foto: UWM/gsv) (Foto: )

Voor de hockeysters van Pollux kwam de winterstop als geroepen. De groep kampte met een royaal gevulde ziekenboeg en die is, wanneer 12 maart de competitie tegen hekkensluiter Dordrecht hervat wordt, nagenoeg leeg. Dan hoeft trainer Mark Langemeijer ook niet langer te improviseren.

“Natuurlijk, ik weet ook wel dat blessures niet te vermijden zijn. Maar als het er zoveel zijn als bij ons dan heeft dat ongewenste gevolgen. Dan kan je er bijvoorbeeld op de training geen systeem inslijpen. Ook ben je steeds bezig om de meiden, die er zijn, op de voor het behalen van resultaten meest renderende plek te zetten.” Vanuit die invalshoek noemt hij de huidige vijfde plaats een goed uitgangspunt voor de tweede helft van de competitie. “De groep heeft dat gewissel van opstelling volwassen opgelost. En vergeet niet, dat we van de ene koploper wonnen en tegen de ander gelijk speelden. Al die factoren maken mij super tevreden.”

Langemeijer, die in augustus na acht jaar in de Broekpolder terugkeerde, zag geen van de dames-van-toen terug in de huidige selectie. “Natuurlijk, het is een totaal andere groep. Maar wel met dezelfde mentaliteit. Ze denken mee, zijn gretig en gaan ervoor”.

Vooral dat laatste had hij nodig. “Tegenslagen zijn niet te voorkomen. Daar kan niemand iets aan of tegen doen. De enige en goede oplossing is om er collectief de schouders onder te zetten. Dat deden ze en durfden zelf verantwoordelijkheid te pakken. Dat maakt werken met die groep ook zo leuk.”

Hij waagt zich niet aan een kijkje in een glazen bol. “Voorspellen is lastig. Ik heb nog geen tegenstander gezien, die beter is dan wij. Laat ik het erop houden, dat ik aan het einde van het seizoen tevreden ben met minimaal de plek waar we nu staan en we daarnaast tevens als team zijn gegroeid.”